Eerste vrouw en priester komt 23 jaar na 'nimmer!'
De oud-katholieken hadden het in 1976 nog zo plechtig en bijna unaniem besloten: in onze kerk komt er géén vrouwelijke ambtsdrager. Nog geen kwart eeuw later is ze er toch: zaterdag wordt drs. Grete Verhey-de Jager (47) de eerste vrouwelijke priester van de oud-katholieke kerk in Nederland.
Eerder dit jaar was er de priesterwijding van de Nederlandse Alja Tollefsen in de anglicaanse kerk. Zíj moest ervoor haar eigen (rk) kerk uit en emigreren. Grete Verhey komt uit een oud-katholiek nest; in het tempo van haar eigen kerk is zij toegegroeid naar dit moment in eigen land. In de jaren tachtig onderzocht zij de geschiedenis van vrouw en (diaken)-ambt, maar de aanvaarding ervan kwam niet per se door die nijvere studie. Kerkbreed won de overtuiging veld: een ambt-voor-mannen kan geen héél ambt zijn. Grete Verhey weet van het onbehagen van kandidaat-priesters: wil ik als man wel in zo'n ambt dat vrouwen uitsluit?
Oud-katholieken vormen met hun ongeveer zevenduizend leden, twee bisschoppen en enkele tientallen, vaak zeer kleine parochies maar bescheiden spettertjes op het vaderlandse kerkelijke palet. Maar zij vervullen in de oecumene ook de rol van tussenkleur, zodat het harde roomse paars en het harde protestantse oranje niet hoeven vloeken. De oud-katholieke kerk is soberder, democratischer dan de rk moederkerk, maar ze is meer op symbool, sacrament en hoogliturgische stijl ingesteld dan hervormden en gereformeerden, meer zelfs dan de lutheranen in Nederland. De kerk is mild in de leer, strak in de liturgie.
Oud-katholieken hebben veel gemeen met anglicanen. Beide kerken raakten los van Rome veeleer door een persoonlijk conflict dan door een theologisch dispuut. Bij Hendrik VIII was er de stille hoofdrol voor Anna Boleyn; aan het Utrechtse schisma van 1723 ging wel enig getwist vooraf rondom de vermeende ketterij van de Ieperse bisschop Jansenius en diens aanhanger en ambtsbroeder Petrus Codde in Utrecht. Maar de bom barstte pas toen ze in Utrecht buiten Rome om, een nieuwe bisschop kozen.
De verhouding tussen 'Rome' en 'Utrecht' bleef, net als die tussen 'Rome' en 'Canterbury', nog tot diep in deze eeuw ijzig en vijandig. Voor de gereformeerde machthebbers in de Nederlanden maakte het Utrechtse schisma overigens nauwelijks verschil. De oud-katholieken - officieel: de 'Roomsch katholieke kerk van de oud-bisschoppelijke clerezie' - hadden wel het gezag van de paus in Rome afgeschud, het bleven papen die in schuilkerken thuishoorden. Ze hebben daar trouwens een aantal prachtige kerkjes aan overgehouden.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw kregen de oud-katholieken versterking vanuit het buitenland - Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, Polen - plukjes katholieken die het door Pius IX met succes nagejaagde dogma van de pauselijke onfeilbaarheid en het Vaticaanse centralisme niet konden aannemen. Zo hebben de diverse oud-katholieke kerken verenigd in de zogeheten Unie van Utrecht een internationale band, onder de Utrechtse aartsbisschop - mgr. A. J. Glazemaker - als voorzitter, niet als paus. Ook elders vormen oud-katholieken slechts kleine diasporakerken. In die zin is hun positie niet te vergelijken met die van de Engelse staatskerk en haar vooral in de vroegere koloniën stevig gevestigde zusterkerken.
Maar er is meer verschil, ook waar het de vrouw in het gewijde ambt betreft. Vorige maand uitte de oud-katholieke emeritus-pastoor J. N. van Ditmarsch zijn nauwverholen weerzin tegen het anglicaanse trompetgeschalover de doorbraak van de vrouwelijke priester. Het kokette danspasje in kazuifel van Alja Tollefsen, in Trouw vereeuwigd, stond Van Ditmarsch tegen, past niet bij de sobere, om niet te zeggen calvinistische stijl van de Nederlandse oud-katholieken.
Geen zwierig dansje straks van neomiste Grete Verhey; zij onderstreept dat in haar kerk de aanvaarding van de vrouwelijke ambtsdrager een proces was, met uiteindelijk nog slechts een handjevol tegen. Er heerst geen sfeer van hoera, wij van de vrouwenlobby hebben gewonnen of van o wee, onze kerk heeft zich losgescheurd van de una sancta der eeuwen; de kerk verwacht geen uittocht richting Rome.
Voor Grete Verhey staat bij de komende priesterwijding en het ambt dat haar dan wordt opgelegd niet de glans ervan voorop, maar de versterking van haar pastorale dienstwerk.
Nee, zij voelde zich niet altijd tot priester geroepen, helemaal niet, wel tot zorgen, dat zat er al jong bij, zegt ze zelf. Na haar jeugd in het kerkelijk meelevende gezin in Hilversum namen zij en haar al even gedegen oud-katholieke echtgenoot Emile wat afstand van de kerk. Zij werkte als creatief therapeute, liep aan tegen problemen met een religieuze achtergrond, maar in de geestelijke hulpverlening was dat aspect taboe. Gaandeweg rees de vraag of ze niet iets kon combineren van geloof en psychologie.
Een studie theologie kwam in zicht, hoe lang en moeilijk ook voor een meisje van de hbs en voor een moeder van vier kinderen. Waarom niet wat bijgeschoold in de avonduren in plaats van een heel doctoraal? Verhey: ,,Als vrouw ben je kwetsbaar; als je wilt dat ze niet om je heen kunnen moet je het hoogste grijpen.' Nog steeds was er geen enkele gedachte aan ambt of altaar. Wel werd het echtpaar steeds actiever in hun kerk. Emile Verhey runt nu al jaren het kerkelijk secretariaat in Amersfoort.
Toen de eerste golf vóór de vrouw in het ambt was stilgelegd besloot men toch tot een studiecommissie over de vrouwelijke diaken. Uiteindelijk werd dit het thema van Verhey's kerkelijke scriptie, afgerond in 1990.
Het afgelopen decennium is Grete Verhey langzaamaan verder op de kerkelijke weg gegaan, eerst als niet-gewijd pastoraal werker. In die praktijk ervoer ze dat het niet goed was jonge paartjes, zieken, stervenden te begeleiden en hen dan voor sacrament en viering over te dragen aan een priester. Het werd voor haar een kwestie van loyaliteit en beschikbaarheid voor de mensen om dan toch maar zelf ook de dienst van het ambt op zich te nemen. En dus moest het maar, hoe huiverig ze ook is voor onderscheid tussen clerus en 'gewone' gelovigen.
De vrouwelijke priester is in de oud-katholieke wereldgemeenschap nog geen gemeengoed. In Duitsland en Oostenrijk is het al zover, een enkeling, in Polen en Amerika moeten ze er niets van hebben. Net als bij de anglicanen zijn er formules bedacht om elkaar er niet om te verketteren of los te laten.
Maar net als daar ligt het ook voor oud-katholieken gevoelig: met de vrouwelijke priester vallen ze volgens Rome en de oosterse orthodoxie buiten de catholica. De rk erkent het priester- en bisschopsambt van de anglicanen niet, maar dat van de oud-katholieken wel, want het schisma van 1723 tornde niet aan de 'apostolische successie'. Maar in de rk visie zal Grete Verhey slechts een zogenaamde priester zijn, nep, niet echt, haar mis zal 'ongeldig' heten.
Voor de oud-katholieken die de familieband met de brede catholica koesteren is de stap een zwaar offer. Grete Verhey op haar beurt vindt het dan ook bijzonder dat een priester die zelf eigenlijk tegen is zaterdag toch komt om haar, samen met mgr. Glazemaker en collega-priesters, de handen op te leggen. Ware gehoorzaamheid, niet aan een paus die zijn nee dicteert, maar aan de kerk die na open beraad zorgvuldig heeft besloten.
Nogmaals, het wijdingsfeest wordt geen dag van victorie, wel van vreugde, hoopt ze. In de loop der jaren is er telkens veel rekening gehouden met de tegenstanders en dat is te prijzen. ,,Maar de pijn van de andere kant is daarbij wel eens ondergesneeuwd, die pijn mocht er eigenlijk niet zijn.'
Het zal niet makkelijk zijn, beseft Verhey. Bij de anglicanen waren er meteen het eerste jaar al enkele tientallen vrouwelijke priesters. Zij is de eerste en de enige in Nederland en dat zal ze zeker de eerste paar jaar wel blijven.
Eveneens is zij zich ten zeerste bewust van de druk dat zij het als enige vrouw onder de ambtsdragers goed, heel goed moet doen, als pastoor in Oudewater en Schoonhoven en als pastor in het ziekenhuis Gooi-Noord, maar ze is er gerust op: ,,Ik draai al wat jaren mee.'
De oud-katholieke kerk heeft priesters genoeg, te over. Vrouwen zullen het ambt gewoner maken, verwacht Grete Verhey, minder apart, minder heilig. Als dat klopt mogen allen er amen op zeggen, niet het minst zij die het ambt juist hoog, heilig en apart willen houden, ver van de vrouwen.