Een uitzonderlijk wreed rouwproces
Veel herdenkingen dit jaar: 70 jaar sinds de Tweede Wereldoorlog, 20 jaar Srebrenica en één jaar MH17. De tv kiest daarbij veelal voor de menselijke invalshoek. Niet politieke kwesties staan centraal - uitgezonderd in de recente Argos-documentaire over Srebrenica -, maar de persoonlijke tragedie. Zo zagen we rond 5 mei films over kampslachtoffer Jules Schelvis, de Joodse Raadvoorzitters Asscher en Cohen, en goochelaar Ben Ali Libi.
Nu, met de MH17, is het niet anders. 'EenVandaag' ging dinsdag over een Australische journalist die nabestaanden over de hele wereld zonnebloemzaadjes stuurt. Hij deed destijds voor The Sydney Morning Herald verslag van de catastrofe, en ervoer de zonnebloemen op de rampplek als troost. Nu probeert hij die troost te verspreiden door zaadjes weg te geven. Gisteravond bezocht EenVandaag de ontvangende partij.
Je zou kunnen zeggen: lekker makkelijk. Geen geopolitiek of schuldvraag, maar zonnebloempitten. Toch heeft deze werkwijze ook iets moois. Ze brengt het drama, dat 196 Nederlanders het leven kostte, rechtstreeks in ons hart, via een medium dat daartoe als geen ander in staat is.
Michiel van Erp doet morgen, aan de vooravond van de officiële herdenking in Nieuwegein, precies hetzelfde. In zijn documentaire 'MH17: Het verdriet van Nederland', die ik dankzij de Vara vooraf kon zien, volgt hij drie families in hun rouwverwerking. Aanvankelijk had ik mijn twijfels of één jaar na dato niet te kort zou zijn voor een terugblik, maar die scepsis verdween snel. Want dankzij Van Erp dringt nu definitief de unieke gruwelijkheid van dit rouwproces tot de huiskamer door.
Het is afscheid nemen zónder, of met slechts enkele lichaamsdelen ván, de overledene. Dat, gevoegd bij een zeldzaam vertoon van massaal verdriet - wat we misschien voor het laatst bij het sterven van prinses Juliana zagen - dát maakt dit rouwproces zo onalledaags. Het zijn die twee elementen - collectieve rouw en pijnigend wachten op lichaamsdelen uit Oekraïne - die Van Erp in zijn film heeft willen behandelen, zo begreep ik uit wat hij pas bij Eva Jinek vertelde.
Hij is daarin ruimschoots geslaagd. Waarom? Allereerst omdat Van Erp niet uit is op goedkoop sentiment. Uiteraard valt hier en daar een traan, maar als kijker krijg je het idee dat het om natuurlijk verdriet gaat, niet door de camera uitgelokt. Zo zien we een Aziatische man die zijn dochter verloor en bij wie biddend tot Allah een langgerekte snottebel onder de neus verschijnt.
Dat de man zich in de intimiteit van zijn gebed laat filmen, zegt veel over de methode Van Erp: het vertrouwen dat hij bij nabestaanden weet te kweken, maar ook op exact het juiste moment voldoende afstand nemen, zodat mensen zich niet begluurd voelen. Het lijkt op filmen in het voorbijgaan. Dat is het natuurlijk niet, maar zo komt het wel over, en daarom is het zo goed. Het liefst interviewt Van Erp mensen als ze doende zijn. Dat maakt het minder statig.
Toch heeft deze docu, misschien meer dan eerder werk, ook wel 'officiële' interviews. Een schoonmoeder vertelt: "We wachten nog op een aanvulling van Dave. Er is weinig van hem terug." Op zo'n moment besef je dat Van Erp weer een monument heeft gemaakt.
undefined