Een tweede schip als uitdaging
Ze houdt van vaart in het leven, bij alles wat ze doet en aanpakt. Op haar 26ste werd Stella Heinen eigenaar-directeur van een cruise- en partyschip. Nu, drie jaar later, heeft ze de VrouwenNetwerk-wisselprijs gekregen voor aanstormend ondernemerstalent.
Met haar stationcar scheurt Stella Heinen (29) door de straten van Tiel naar de Waalkade, waar haar partyschip 'Nehalennia' ligt afgemeerd.
“Rijd ik zo hard, nee toch? Ik pas m'n snelheid altijd aan als ik passagiers bij me heb. Als ik alleen in de wagen zit, gaat het pas écht hard.”
Alles wat ze doet, moet altijd snel, sneller, snelst. Deze eigenschap mag haar in het zakenleven goed van pas komen, in het verkeer heeft 't haar al de nodige bekeuringen opgeleverd. Deze solide auto heeft ze aangeschaft op dringend verzoek van haar echtgenoot.
Zelf rijdt ze het liefst op haar motor, maar die laat ze in de wintermaanden in de schuur staan. “Mijn man vindt het te gevaarlijk. Nu ik een eigen bedrijf heb, heb ik zelf ook wat meer oog gekregen voor de risico's. Ik kan het als spil van mijn bedrijf gewoon niet maken, ook niet naar mijn team van medewerkers toe, om uit te vallen.”
Drie jaar geleden kocht Stella Heinen een oud vrachtschip, een Friese maatkast uit 1908, dat ze liet verbouwen tot cruise- en partyschip voor bruiloften, feesten, partijen, vergaderingen en modeshows. Geef vaart aan uw feest, is het motto waarmee ze klanten probeert te werven.
“Alles is bij mij bespreekbaar”, zegt ze, “tochten voor senioren door het rivierenland, maar ook voor een brunch-vaart of moonlight-cruise op de Waal of in de Rotterdamse haven draai ik mijn hand niet om.” Als het moet vaart ze ook op het IJsselmeer of in Friesland.
Het schip biedt accommodatie aan 200 gasten. Maar ze heeft ook al eens 350 mensen aan boord gehad. “Dat viel nog net binnen de criteria van de scheepvaartinspectie, maar dat aantal is wel de grens. Het ging maar om een tochtje van een half uur, van Gorinchem naar Loevestein, maar in die korte tijd moesten we die hele club ook nog van koffie en krentenwegge voorzien. Dat is gelukt en achteraf waren mijn mensen en ik reuze trots op die prestatie.”
Ze wist al op jonge leeftijd dat ze 'iets aan de waterkant' wilde. Haar vader kwam van de grote vaart en veel vrije tijd bracht ze met haar ouders door op hun platbodem. Zelf heeft ze ook een bootje gehad, waarmee ze bij voorkeur de Loosdrechtse plassen opging als het flink stormde.
“Hoe sneller, hoe leuker.” Na de mavo wilde ze eerst sportlerares worden, maar nadat ze haar enkel bij het parachutespringen had gebroken, besloot ze weer te gaan leren. Ze deed de havo en begon aan een avondstudie heao. Overdag werkte ze als schipper op een partyschip. Toen haar baas zijn schip wilde verkopen, deed ze meteen een bod. Tot haar teleurstelling ketste de verkoop op het laatste moment af. “Ik baalde daar zo van dat ik me op een rechtenstudie stortte.” Maar ook die maakte ze niet af, want het idee van een eigen bedrijf op het water bleef lokken.
“Mijn man stimuleerde dat ook, hoor. Die vond dat wel bij me passen, ook al omdat ik daar veel energie in kwijt zou kunnen. Ik barst mijn hele leven al van de energie, heb om die reden ook altijd heel veel aan sport gedaan.”
Stad en land, tot in Hamburg en Tsjechië toe, liep ze af op zoek naar een nostalgisch schip of radersalonboot. In Spijkenisse vond ze een oud vrachtschip waarmee altijd kalk was vervoerd. Ze liet het opknappen en een jaar later, in 1994, verwelkomde ze de eerste gasten aan boord van de 'Nehalennia'.
“Nehalennia is de Germaanse godin van de scheepvaart. Op platen zie je haar vaak afgebeeld met een hondje. Dat sprak me aan, omdat ik zelf ook een hondje heb.” Het onderwerp van gesprek, het kooikershondje Dieuwertje, ligt lekker te soezen in een rieten fauteuiltje in één van de twee grote salons aan boord van de Nehalennia.
Heinen kijkt met spiedende blik rond. “Straks moet ik alle stoeltjes even nakijken op hondenharen. Vrijdag heb ik weer een partij hier. Ik kan het natuurlijk niet maken dat mijn gasten haren op hun feestkleding vinden.”
Gemiddeld doet ze zo'n 100 reizen per jaar met een gemiddelde van 90 gasten. Haar wens om vooral aan het roer te staan, heeft ze al snel laten varen. In de praktijk bleek dat niet werkbaar, omdat ze ook voortdurend nodig was bij de gasten.
Nu treedt ze voornamelijk op als gastvrouw, maar daarnaast doet ze ook de inkoop van voedsel en drank. “In feite werk ik gewoon mee met mijn mensen. In het begin huurde ik een cateringbedrijf in, maar de kwaliteit van het eten vond ik niet fantastisch. Ik heb nu een eigen kokkin, maar zelf mag ik ook graag in de keuken staan. Ik wil mijn gasten het beste van het beste voorzetten en het mooiste dat me kan overkomen, is dat de mensen terugkomen. Yes, we doen het hartstikke goed, denk ik dan.”
Tot haar trouwste klanten behoren de bejaarden van Neerijnen, Herwijnen en Woudrichem, die hun jaarlijkse uitstapje steevast met de rolstoeltoegankelijke Nehalennia maken. “Maar ik heb ook veel trouwerijen en personeelsfeesten.”
Ze was stom verbaasd toen de Stichting VrouwenNetwerk, die contacten tussen vrouwen met hoge(re) functies wil bevorderen, haar bekroonde met de prijs voor veelbelovend ondernemerschap. “Ik wist dat een vriendin me kandidaat had gesteld. Maar op een gegeven moment heb ik zelf Netwerk opgebeld om te zeggen dat ik er niet meer voor in aanmerking kwam. Ik stond namelijk op het punt een tweede luxe partyschip te kopen, maar dat was afgeketst. Maar ook zonder die bedrijfsuitbreiding vonden ze mij toch de prijs waard.”
Zelf vindt ze het niet zo bijzonder wat ze doet. Gevraagd naar haar sterke punten, zegt ze: “Ik zie altijd alleen mijn zwakke kanten. Zo vind ik van mezelf dat ik soms te weinig damesachtig ben. Kijk, als ik de olie in de machinekamer moet verversen, spreekt dat voor zichzelf. Maar dit werk brengt ook veel representatieve dingen met zich mee. Ik vind dat ik me wat vaker zou moeten opmaken, bijvoorbeeld, maar dat vergeet ik dan.”
Deze dag heeft ze heel bescheiden wat make-up gebruikt. “Voor de fotograaf”, licht ze toe. “Ik heb net weer keer zo'n belabberde foto van mezelf gezien, dat ik dacht: kom kom, beetje make-up zou geen kwaad kunnen.”
Wat ze zichzelf ook kwalijk neemt, is dat ze zo chaotisch is. “Niet voor mezelf, maar voor mijn personeel. Omdat ik er zo'n hoog tempo op na houd, kunnen ze me niet altijd volgen. Inmiddels zijn ze wel aan me gewend, dus dat probleem heeft zich vanzelf opgelost. Maar van een directeur mag je toch verwachten dat-ie in ieder geval duidelijk is naar zijn mensen toe.” Ze heeft ook de neiging maar door te draven. Lachend: “Dan zeggen mijn mensen: baas, ga nou eens zitten, dan kunnen wij ook even rustig koffie drinken.”
Ze vindt dat ze de prijs mede te danken heeft aan haar team, dat voor een groot deel uit oproepkrachten en parttimers bestaat. “Gouden mensen. De meesten heb ik aangenomen nadat ze zelf hadden gebeld met de vraag of ik werk voor ze had. Dat zijn de mensen met initiatief, die geef ik altijd een kans. Ik heb nog nooit een personeelsadvertentie hoeven te zetten.”
Hoewel ze inmiddels een bloeiend bedrijfje heeft, krijgt ze nog vrijwel dagelijks te maken met vooroordelen. “Altijd is er wel een leverancier die me niet serieus neemt. Hé meisje, ga jij toch lekker thuis zitten, zie je ze dan denken. Als ik bijvoorbeeld trossen ga kopen, gaat het gesprek vaak als volgt: Zo meissie, hebbie een bootje dan? Maar daar heb je maar hele dunne touwtjes voor nodig hoor. Maar hoe lang is dat bootje dan? Veertig meter...”
“Maar denk maar niet dat ze dan ruiterlijk toegeven dat ze zich op mij hebben verkeken. De meesten willen toch nog hun gelijk demonstreren door te gaan discussiëren over de dikte van de trossen.”
Veel ondernemersvrouwen krijgen met dergelijke vooroordelen te maken, weet ze van collega's die ze kent via de Stichting VrouwenNetwerk. “Alleen om die reden is het al nuttig om je aan te sluiten bij zo'n organisatie. Ik was eerst bang dat daar alleen maar feministische dames in zaten, maar gelukkig zijn het voornamelijk nuchtere zakenvrouwen, die net als ik af en toe behoefte hebben om eens uitgebreid ervaringen uit te wisselen.”
Ze laat een folder zien van het luxe schip dat ze graag aan haar 'vloot' zou toevoegen en waarover ze nog in onderhandeling is. “Nu het met de Nehalennia allemaal goed loopt, heb ik behoefte aan een nieuwe uitdaging. Al was het alleen maar om m'n energie kwijt te kunnen.”