Een soort Twittersabbat zou heilzaam zijn
In het Theologisch Elftal geven om de week twee godgeleerden hun visie op de actualiteit. Vandaag Abeltje Hoogenkamp en Wim van Vlastuin over nieuwe media en het predikantsambt. Moet de dominee op Twitter?
De tijd dat de dominee of de pastoor kon volstaan met een weldoorwrochte preek op zondag ligt achter ons. Steeds meer voorgangers zetten sociale netwerken als Twitter en Facebook in om ook de rest van de week hun kudde te bereiken. Gods woord verspreiden met in de ene hand de Bijbel en in de andere een iPad: het is even wennen en het roept ook vragen op. Wie zijn je digitale vrienden? En kan een pastor zomaar alles de wereld insturen? De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) denkt na over een gedragscode voor twitterende dominees. Maar is die ook nodig?
"Nee hoor", zegt Abeltje Hoogenkamp, stadpredikant in Amsterdam en bedenker van de Preek van de Leek. "Twitter is geen speciaal reservaat. Het is een publieke ruimte. Net als recepties of de verjaardag van je zus. Ook daar let je op wat je als dominee wel en niet zegt."
Wim van Vlastuin, rector en docent aan het seminarie van de Hersteld Hervormde Kerk aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, vindt al dat getwitter riskant. "Met wat er zich in een gemeente afspeelt moet je discreet omgaan. Zeker als je er met iemand van buiten over spreekt en het over problematische zaken gaat. Dat geldt niet alleen voor dominees maar ook voor gemeenteleden zelf. Als je ermee de wereld ingaat - en dat doe je als je twittert - wordt het nog gevaarlijker."
Hoogenkamp twijfelde een half jaar geleden in deze rubriek nog hardop of twitteren nu wel iets voor haar was. "Ik ben misschien wel een te grote ouwehoer voor die 140 tekentjes", zei ze toen. Inmiddels is ze om en twittert er lustig op los. "Ik twitter over dingen waar ik me voor inzet, zoals de Preek van de Leek. Vroeger stuurde je een kaartje en nu zend ik een bericht de virtuele wereld in.
"Twitter is een positief medium. In deze tijd van gezeur en geklaag , is dat een voordeel. Het is een complimentenmachine. Als je iemand toch dist (twittertaal voor beledigen), word je ontvolgd en is het ook meteen afgelopen."
Van Vlastuin heeft nog nooit iemand gedist en de kans is klein dat het ooit gaat gebeuren. "Twitter en Facebook zijn niets voor mij. Het kost heel veel tijd, niet alleen om zelf berichten te verzenden, maar ook om te reageren op anderen. Ik ben druk genoeg met e-mail. Dat kost me al minstens één uur per dag. Ik houd meer van verdieping dan van verbreding."
Daar is Hoogenkamp ook van, zegt ze. "Je moet je tijd gewoon goed indelen. Ik kijk bijvoorbeeld geen tv. Dat is voor mij een enorme afleider. Niet ieder medium is geschikt voor iedere situatie. Twitter is niet voor diepgaande conversaties, maar vervangt het gesprek bij de koffieautomaat."
Pastores gebruiken sociale netwerken om veel verschillende redenen, zo bleek onlangs uit een onderzoek van godsdienstwetenschapper Mirte Martinus. Zo worden Facebook en Twitter ingezet om een preek een tweede leven te gunnen, het contact met gemeenteleden te onderhouden of om het evangelie te verspreiden onder diegenen die Gods boodschap nog niet kennen.
"Een deel van de bezoekers van Preek van de Leek komt kijken omdat ze op Twitter van ons hebben gehoord", zegt Hoogenkamp opgetogen. "Het zijn er nog niet veel, maar ze komen toch maar."
Van Vlastuin heeft Twitter niet nodig. "Het enige voordeel dat ik zie is dat je er af en toe een catechisant op tegenkomt. Voor de rest zou het veel beter zijn als christenen op hun werk met collega's wat meer over hun geloof zouden praten. Dat doen we veel te weinig. Sociale netwerken kunnen nooit in de plaats komen van vriendschapsevangelisatie. Face to face heeft mijn voorkeur."
En daar moet collega Hoogenkamp uit Amsterdam hem dan toch weer gelijk in geven. "Het is bij geloven net als in de liefde. Er gaat niets boven persoonlijk contact. Maar in een grote stad als Amsterdam kom je mensen niet zo snel tegen bij de bushalte."
Het gebruik van sociale media brengt voor dominees nog een ander probleem met zich mee. In hoeverre moet je een scheiding aanbrengen tussen wat je als dominee twittert en wat je als privépersoon de buitenwereld instuurt? Hoogenkamp: "Dat onderscheid is toch al niet duidelijk. Mensen weten niet meer wat nu eigenlijk een dominee is."
Ook Van Vlastuin ligt niet wakker van die scheiding tussen ambt en persoon. "Die twee kun je niet los van elkaar zien. Wat mij tegenstaat is het exhibitionistische karakter van twitteren. Ben ik nou echt zo interessant dat de hele wereld dit moet weten? Nee dus."
Een kerkelijke gedragscode voor twitterende dominees mag er best komen, vinden Hoogenkamp en Van Vlastuin, maar eigenlijk zijn er al genoeg geschreven en ongeschreven regels voor predikanten. Misschien moeten pastores het eerst onderling eens worden over de vraag of ze zich überhaupt moeten overgeven aan die alomtegenwoordige sociale media.
Van Vlastuin: "We noemen het sociale netwerken, maar zijn ze wel zo sociaal? Ik zie dat het normale, dagelijkse leven er door onder druk komt te staan. We hebben het al druk genoeg met de gewone - inderdaad sociale - contacten in huwelijk, gezin, gemeente en op het werk. Als predikant geef ik de voorkeur aan een dieptegesprek met gemeenteleden. Daarin gebeurt echt iets wat nergens door te vervangen is en daar moeten we zuinig op zijn. Dat is wat ik te bieden heb."
Hoogenkamp: "Het is een toevoeging op dat wat we als dominees al tot onze beschikking hadden: de preek, de mail en het persoonlijk contact. Het bijzondere aan Twitter is dat je het kunt gebruiken als bron van informatie. Je hoeft niet perse te zenden, je kunt je ook toeleggen op ontvangen, en relevante opinies van anderen tot je nemen. Dat maakt je verkondiging ook sterker.
"Ik moet wel toegeven dat twitteren iets verslavends heeft. Ik denk wel eens: misschien moet ik die telefoon eens een dag uitlaten. Een soort Twittersabbat. Dat zou heel heilzaam kunnen zijn."
Van Vlastuin: "Twitteren is meebewegen op de waan van de dag. Het Koninkrijk Gods kenmerkt zich door rust."
Hoogenkamp: "Jezus onttrok zich niet aan de waan van de dag. Hij leefde mee met de dagelijkse beslommeringen van de mensen die hij tegenkwam. Al weet ik niet of Jezus zou twitteren."
undefined