Nutteloze kennis
Een sleuf voor de Nachtwacht
Alle kunstwerken in het Amsterdamse Rijksmuseum zijn formeel in het bezit van het Rijk, op een na. De Nachtwacht van Rembrandt is eigendom van de stad Amsterdam.
Pas halverwege de 19de eeuw groeide het uit tot een nationaal symbool. Nadat België zich in 1830 had afgescheiden van het koninkrijk, had Nederland behoefte aan een werk dat de nationale schilderkunst vertegenwoordigde.
Toen architect Pierre Cuypers in 1876 de opdracht kreeg het museumgebouw te ontwerpen, was de Nachtwacht zijn uitgangspunt. Het museum kreeg het uiterlijk van een kathedraal, de aandacht van de bezoekers werd geleid naar het hoogaltaar der kunsten.
Veiligheid
Tijdens de verbouwing die in 2013 werd voltooid, zijn de oorspronkelijke decoraties hersteld en kreeg het museum weer de allure die Cuypers het meegaf. Via de statige voorhal en de werken van de Hollandse meesters in de eregalerij, bereiken bezoekers in de Nachtwachtzaal het doek dat als een heilig relikwie onze nationale trots belichaamt.
Wie oplet, ziet in de parketvloer voor het schilderij enkele naden. Het zal geen toeval zijn dat in 1934, een jaar nadat Hitler in Duitsland aan de macht kwam, de directie van het museum een sleuf in de vloer liet aanbrengen. Een bovenmaatse brievenbus waardoor de Nachtwacht in geval van een calamiteit in zijn geheel kon worden geëvacueerd.
Deze Nachtwachtsleuf is ook goed te zien in het plafond van de fietserstunnel onder het museum. Wegens oorlogsdreiging werd het doek in 1939 langs deze nooduitgang in veiligheid gebracht. Het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog lag het opgeslagen in de grotten onder de Sint-Pietersberg bij Maastricht.
Voor het laatst is de sleuf gebruikt in 2013, toen de Nachtwacht weer naar zijn vaste plek werd gehesen.