Een reisje door de knekelvelden van Mecklenburg-Voorpommeren

Het is er zo mooi in de noordelijkste deelstaat van de voormalige DDR. Lindenhagen, bloeiende koolzaadvelden, uitgestrekte meren. Maar achter die schoonheid ligt het slagveld van de werklozen. Bedrijven worstelen om te

WIM BOEVINK

De burgemeester praat en praat en praat. Op haar weg groet ze naar links en naar rechts, naar haar 'mensen' waarop ze zo trots is en roept naar de overkant van de straat: “Kijk eens wie ik bij me heb, mevrouw Maier: journalisten uit de hele wereld komen naar onze stad!”

Ze snelt voor ons uit over het plaveisel en wijst ons op nieuwe bouw- en renoveringsactiviteiten in historische panden, historische straten, de historische haven. Mooie stad, inderdaad. “Maar voor u gaat moet ik nog onze kerkrune laten zien. De grootste rune van Duitsland.”

Nauwelijks overdreven: 37 meter hoog reiken de kerkmuren van het middenschip de hemel in, het gewelf is verdwenen, wolkenluchten drijven voorbij. “Hallo, niets naar beneden gooien!”, roept de burgemeester de hemel in, waar zich boven op steigers enkele bouwvakkers moeten bevinden.

“Alleen meneer Nielsen en ik droomden van de wederopbouw van deze in de oorlog beschadigde kerk.” Meneer Nielsen is haar secretaris. “Nu ik het geld ervoor bij elkaar heb, wil iedereen plotseling een aanhanger van de restaurering zijn geweest. Het succes heeft vele vaders.” Meneer Nielsen knikt.

De Duitse voorlichtingsdienst, het Bundespresseamt, had ons, buitenlandse correspondenten in Berlijn, voor een driedaags reisje door Mecklenburg-Voorpommeren uitgenodigd en natuurlijk mag je dan verwachten na alle sombere berichten over werkeloosheid en sociale malaise iets van de zegeningen van de Duitse eenwording voorgeschoteld te krijgen.

Dus rolt de bus over onberispelijke asfaltlinten door de noordelijkste deelstaat in de voormalige DDR, langs lindenhagen en bloeiende koolzaadvelden.

Een overrompelende schoonheid heeft dat noorden met zijn weidse, van verkaveling gespaard gebleven landschappen en met zijn uitgestrekte merengebied, dat de Friese meren ver overtreft (bij het Friese VVV schijnt al een alarmfase te zijn uitgeroepen).

Het is stralend weer, de bus is op tijd vertrokken, wat kan er mis gaan? Het programma voert naar Rostock (de scheepswerf Kvaerner/Warnow), Wismar (mevrouw de burgemeester), Heiligendamm (kuuroord aan de Oostzee), een succesvol geprivatiseerde boerderij, een succesvol geprivatiseerde kunststoffabriek, Schwerin (de minister-president) en naar het natuurpark aan de Muritzsee.

Staking Nu ja, mis gaat het bij programmapunt een. De scheepswerf is wegens staking gesloten.

Dat hindert een directielid in blauwe blazer niet ons te ontvangen en zelfverzekerd een gevulde orderportefeuille te presenteren. De werf, overgenomen door het Noorse Kvaerner-concern, heeft goede vooruitzichten voor '94. Waarom die mensen buiten de poort dan staan te staken? Omdat de werf zich houdt aan wat de verzamelde werkgevers aan loon willen bieden, ongeacht of het bedrijf meer kan betalen of niet. De collectieven leven nog.

De basis van het succes van de geprivatiseerde werf - en dat verschijnsel zal zich vaker voordoen - ligt in de sanering, een eufemisme voor rigoreuze massa-ontslagen. In 1989, in DDR-tijden dus, werkten hier 5500 mensen en gleden de Sowjet-vistrawlers nog soepel uit de dokken. 2800 zijn er nog over: nog eens duizend zullen aan het eind van een reorganisatie voor eind '94 verdwenen zijn.

Men kan zeggen dat de nieuwe bloesem op een knekelveld groeit.

De haven van Rostock - in de DDR nog zoiets als een Poort naar de Wereld waar tienduizenden werk vonden - lijkt, misschien ook door de stakingen, in een diepe slaap gedompeld. Op de lege kade staat een tent met een reizende dinosauriertentoonstelling, aan de bolders ligt een drijvend winkelcentrum met supermarkt, apotheek, chinees, opticien, Beate Uhse - middenstanders die nog op een pand in de stad wachten.

De arbeiders bewonen slaapsteden aan de randen van de stad. Eindeloos monotone stapelflats vullen die buitenwijken, waar tweederde van de bevolking woont; een ervan raakte over de hele wereld bekend toen er een flatgebouw brandde: Rostock-Lichtenhagen. De betegelde zonnebloem, die de hoogbouw met het asielcentrum markeerde, staat langs de weg, met een - alweer provisorische - supermarkt op de groenstrook. Nog altijd herinneren zwarte roetsporen langs de gevel aan de pogromnachten van vorig jaar augustus. De bus rijdt er commentaarloos aan voorbij: we zijn op weg naar Heiligendamm.

Een curieus oord, een handvol negentiende eeuwse villa's, een kuurhotel en een kliniek aan de Oostzeekust. Een zweem van de mondaine Franse mediterranee moet hier ooit voelbaar zijn geweest, al stonden de palmen dan in potten die 's zomers uit de oranjerie gereden werden.

Lunch in het voorname Kurhaus met een portaal van dorische zuilen. De burgemeester die uiterlijk onbeschadigd de Wende lijkt te hebben overleefd en ons in deze grootburgerlijke omgeving op een grappige wijze misplaatst voorkomt - werft voor het 'stadje' dat ooit Duitslands eerste zee-badplaats was en nu een exclusief vakantie-oord moet worden voor mensen die jachten van meer dan drie ton bezitten.

In de DDR-tijd kuurde men hier op dokters voorschrift, onafhankelijk van sociale status. Dertig miljoen mark zal nu ter renovering in het wegbladderende ensemble gestoken worden door een paar grote investeerders, voor een casino en verderop een paardenrenbaan. Deutsche Luxus. Wie nog romantiek wil ervaren moet snel zijn.

Naar het zuiden, meer landinwaarts, ligt het dorpje Kropelin. Aan de rand ervan staat een tweeverdiepingen hoog gebouw dat vroeger als centrale administratie van een collectief boerenbedrijf, een zogenaamde Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft (LPG), dienst deed. In zekere zin is dat nog zo, alleen is uit de LPG een BV ontstaan met aandeelhouders, want ook hier is de vrije markt doorgedrongen.

De bedrijfsvoering moet soepel zijn. Werden in de DDR de boerenbedrijven volgens richtlijnen van de planeconomie rigoreus verdeeld in akkerbouw en veeteelt, de Agrar AG van Kropelin is een gemengd bedrijf met een zuivelhouderij en akkers met aardappel, koolzaad en suikerbiet. Dat alles op een oppervlak van dertien bij zeven kilometer en met 133 arbeiders op de loonlijst. En men maakt winst. Een uitzondering, ze geven het zelf toe.

De tafels staan gedekt met frisdrank en koekjes en de driekoppige directie van de Agrar is voltallig aangetreden. Ze vertellen over de wonderbaarlijke jaren na '89 toen de mechanische LPG met zijn 856 kameraden, zijn verouderde produktiemethoden en zijn eenzijdige aanbod voor zijn faillissement stond.

In januari '91 besloot men tot oprichting van een BV, waarbij de kameraden op slag aandeelhouder werden. Het aantal arbeidsjaren, zo kwam men overeen, zou bij de verdeling van het vermogen bepalend zijn. En opnieuw stonden ontslagen aan de basis van het succes. Zevenhonderd mensen moesten verdwijnen, om het overleven van een minderheid mogelijk te maken. “Daarover praten we niet graag,” zegt een directielid, “maar aan een goede start moet je niet met gipsvoeten beginnen.” Vijftien procent van hun akkers liggen braak.

EG-voorschrift. Onbegrijpelijk vinden ze dat. “Op die lege vlakten moet graan groeien, duizend kilometer naar het oosten verhongeren de mensen.”

Golfbanen Weer naar de kust. Onderweg landerijen van de Agrar AG. Glooiende weiden, golvend koolzaad, knettergeel. “Ze willen hier een golfbaan aanleggen,” zegt een begeleider. Een makkelijke methode voor de armlastige gemeenten om inkomsten te verwerven - golfbanen duiken op talloze plaatsen in de voormalige DDR op.

De volgende afspraak voert ons naar een dynamische ondernemer. In een reusachtig bedrijf bij Schwerin, de hoofdstad van Meckelenburg-Voorpommeren, produceerde men in DDR-dagen plastic artikelen voor het hele land en voor de export, zelfs naar het westen. Niet alleen artikelen (emmers, kratten, vaten etc.) leverde men, men ontwikkelde ook de machines die voor de produktie nodig waren.

“1780 man werkten hier. Driehonderd zijn het er nu.” De ondernemer heeft gevoel voor drama en wacht even tot de ontzetting in ons gezicht staat geschreven. Dan vervolgt hij: “Als u weet dat wij in de DDR zijn opgegroeid met het begrip dat 'ontslagen worden' een van de ergste verschijnselen was van het kapitalisme, dan begrijpt u hoeveel moed ik nodig heb gehad om dit bedrijf te redden.”

Daaraan hadden we nog niet gedacht, nee.

Winst maken met de driehonderd overgeblevenen doet hij overigens nog niet, maar de markt belooft in deze branche enige groei, dus hij heeft goede hoop. Een paar vakkrachten uit het westen heeft hij ook aangetrokken. Ze krijgen allemaal een dienstauto. “Ik had er een bij die weigerde te rijden met het kenteken van Schwerin, die heb ik er meteen weer uitgegooid.” Van poeha moet de ondernemer niks hebben. “Ik rijd bijvoorbeeld zelf ook gewoon in een Opel Omega. Je moet toch enig gevoel opbrengen voor de omstandigheden hier.”

De knekelvelden van Mecklenburg. Op de scheepsbouw na had de deelstaat nauwelijks een eigen industrie. De minister-president van het land is de CDU-er Berndt Seite. “De deelstaat is pas in '90 geschapen en gaat nog gebukt onder geboorteweeen,” zegt hij in de kabinetszaal van de staatskanselarij in Schwerin. Hij noemt cijfers, onthutsende cijfers.

“In de DDR-tijd werkten in de scheepsbouw langs de Oostzeekust vijftigduizend mensen. Nu zijn er nog achtduizend over. De markten in het oosten zijn weggevallen. Alleen in Stralsund werden 1200 vistrawlers voor de Sowjet-Unie gebouwd. In de landbouw werkten 190 000 mensen. Dertigduizend nu. Het officiele werkloosheidcijfer ligt op achttien procent, een hele generatie van 55-plussers (in mijn land negentig duizend mensen) is met vervroegd pensioen gestuurd.”

Na zo'n inleiding kom je vanzelf weer bij Rostock uit en de vreemdelingenhaat.

Seite verloor na het schandaal waarbij de politie 'onhandig' optrad, zijn minister van binnenlandse zaken. “Ik moet me schamen, zo u wilt. Er was veel lokale spanning opgebouwd, waarop niet actief genoeg is gereageerd. De politie was niet capabel genoeg om de rellen adequaat te bestrijden. Maar als er ook maar een dode zou zijn gevallen, zou ik hier niet meer zitten.”

Hij vraagt begrip voor zijn onervarenheid. “In de DDR was ik dierenarts. Ik ben pas drie jaar in de politiek.” Zijn ontslagen minister van binnenlandse zaken was opgeleid als ingenieur en ook politiek beginneling.

Natuurpark Misschien was het wel treffend dat de reis eindigde in een natuurpark bij de Muritzsee. In dit uitgestrekte meren- en bossengebied (310 vierkante kilometer) lijkt de wereld nog helemaal in orde. De Duitse geschiedenis spreekt tussen het geboomte overigens nog wel een flink woordje mee.

Midden in het gebied ligt het jachtslot Speck, een landhuis uit de jaren dertig in nazi-stijl. Nu dient het als informatiecentrum voor parkbezoekers en als administratie. Het huis behoorde toe aan een dr. Hermann die staatsraad was in Hitlers kanselarij en een goede vriend van Goering. Op 20 april '45 - pal voor de komst van de Russen - hield Himmler, de Reichsfuhrer van de SS, hier nog een afscheidsbijeenkomst.

Het is een merkwaardige ervaring in diezelfde zaal te zitten, met zijn zware donkerbruine lambrizering en zijn kolossale schouw, met koper bekleed.

Diermotieven zijn in het koper aangebracht: edelherten, zwijnen, elanden. Witte plekken aan de wanden verraden nog waar de geweien hingen. In DDR-tijden was het natuurpark het jachtgebied van premier Willi Stoph - die passie was gewoon van de nationaal-socialisten overgenomen.

Gejaagd wordt er nu alleen nog maar door opzichters van het Duitse staatsbosbeheer. Wel ligt daar een lange aanvraaglijst van grote ondernemingen die graag met een jachtgezelschap een bedrijfsjubileum willen vieren of zakenrelaties willen feteren. Er is iets met dit land: exclusieve kuuroorden, golfbanen, jachtterreinen - voor het rijke westen heeft die oude DDR iets van een speeltuin. Parkwachters hobbelen met ons door het woud en langs een meer.

We zien een visarend en een grote BMW die fout geparkeerd staat. De natuur moet zijn gang gaan, heeft de parkleiding besloten, maar wie houdt de bezoekers in de gaten? Veertien parkwachten zijn er voor het hele gebied, dankzij de arbeidsverschaffende maatregelen. Volgend jaar is dat geld op en blijven er nog drie over. Zelfs hier heeft de kaalslag niet haltgehouden.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden