Een miljard extra voor de jeugdzorg, maar in de sector klinkt gemor
De lobby van de gemeenten voor extra geld was succesvol, maar in de sector zelf heerst enige scepsis.
Dat een slechte jeugd zichzelf niet oplost, weet Narita Derks (21) uit Den Helder als geen ander. Van haar achtste tot haar elfde zat ze in pleeggezinnen. In de jaren daarna zat ze óf in een instelling óf kreeg ze ambulante hulp. “Ik heb alle uithoeken van de jeugdzorg gezien”, schampert ze. Nu ze op deze periode terugkijkt, ziet ze heel goed wat er beter kan in de sector.
Vandaag werd bekend dat minister Hugo de Jonge dit jaar 420 miljoen extra vrijmaakt voor jeugdzorg. De gemeenten zijn er verantwoordelijk voor, maar zij kampen met grote tekorten en dreigden de zorgtaken terug te geven aan het Rijk. De komende twee jaar krijgen ze 300 miljoen per jaar extra.
De hausse aan brandbrieven vanuit gemeenten lijken een vuurtje te hebben aangewakkerd op het ministerie. De gemeenten zijn dan ook blij met de ‘lucht’ die ze met dit geld krijgen, maar hekelen het feit dat er niet structureel extra bijkomt voor de jeugdzorg, juist omdat het aantal kinderen en jongeren dat er een beroep op doet de afgelopen jaren is toegenomen.
Wachttijden
Als Narita Derks minister zou zijn, waren de wachttijden het eerste wat ze aanpakte. “Ik moest zelf een jaar lang wachten op specialistische zorg, om daarna te horen dat mijn situatie zo was verslechterd dat ik ergens anders op een wachtlijst moest.”
De wachtlijsten worden niet alleen door de tekorten van gemeenten veroorzaakt, maar ook door bijvoorbeeld personeelstekorten en slechte samenwerking. Derks: “Alle beetjes tellen, maar met dit geld worden de wachtlijsten niet zo maar opgelost”.
Ook Laura Tijssen (28), woonbegeleider bij Combinatie Jeugdzorg Eindhoven, is niet tevreden met de pot geld. Zij merkt op de werkvloer dat het ziekteverzuim groot is en dat veel collega’s vertrekken, waardoor er extra druk op andere medewerkers terecht komt. Vakbond FNV eiste daarom 200 miljoen om de leegloop van de sector tegen te gaan. Tijssen: “Daar heeft De Jonge niets over gezegd. Ik voel mij daarom niet serieus genomen.”
Als het personeel bij bosjes omvalt, verbetert de zorg nog steeds niet, redeneert Tijssen. Zij is daarnaast bang dat het extra geld opgaat aan de tekorten die gemeenten hebben en niet naar de zorg zélf gaat.
“Niet alleen gemeenten hebben last van tekorten, ook instellingen”, zegt Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie en directeur patiëntenzorg van Curium-LUMC. “We kunnen veel winst behalen door het geld beter te besteden. De bekostiging van de jeugdzorg is nu een wildwest aan systemen, dat moet anders.”
Toen de gemeenten in 2015 de jeugdzorg overnamen van het Rijk, kregen zij veel vrijheid om de bekostiging in te richten zoals zij wilden. Vermeiren: “De ene gemeente betaalt ons per uur, de andere per traject. Ze hebben ook verschillende manieren van facturatie en dat geeft veel gedoe.”
Dat gemeenten extra geld krijgen, juicht Vermeiren toe, maar hij vindt dat er iets tegenover moet staan. “Als gemeenten hun financiering niet standaardiseren, is dit dweilen met de kraan open. Dan gaat een groot deel van het geld op aan administratie in plaats van aan zorg voor de jongeren.”
De FNV dreigt nu met een staking in september. Laura Tijssen gaat meedoen. “De Jonge denkt dat hij nu genoeg heeft gedaan, maar veel jeugdzorgmedewerkers zijn het daar niet mee eens. Het is een unicum dat zij bereid zijn te staken. Dat toont hoe belangrijk het voor ons is dat er betere zorg komt.”
Lees ook:
Het kabinet trekt honderden miljoenen extra uit voor de jeugdzorg
Voor de komende jaren is er extra geld voor de jeugdzorg. Structureel is die verhoging niet. Minister De Jonge laat onderzoeken welke zorg thuishoort bij jeugdhulp en wat gewoon valt onder opvoeden.
De zieke jeugdzorg heeft dringend een injectie nodig
Minister Hugo de Jonge (volksgezondheid) maakt een dezer dagen gevoelige cijfers bekend over de miljoenentekorten in de jeugdzorg. In de Tweede Kamer klinkt nu al de roep om extra geld uit te trekken om tenminste de ergste problemen op te lossen.