'Een leuke Bijbel mag je gerust verzinnen'

interview | oud en nieuw | Schrijver Guus Kuijer vertelt in zijn Bijbel voor ongelovigen op geheel eigen wijze de verhalen uit de Bijbel na. Deze maand verscheen het vijfde deel: De twee koninkrijken, Job en de profeten. 'De saaie stukken heb ik overgeslagen.'

ALEXANDRA VAN DITMARS

De roze bloesembomen staan in volle bloei in de tuin van schrijver Guus Kuijer (73). Daarachter omringen vele felgekleurde bloemen zijn huis met rieten dak, dat gelegen is tussen de velden in een Noord-Hollands dorp. In het weekend tuiniert Kuijer graag. Doordeweeks ook, maar dan heeft hij alleen aan het eind van de middag tijd. Aan het begin van de dag werkt hij aan zijn 'Bijbel voor ongelovigen', waarvan deze maand het vijfde deel verscheen: 'De twee koninkrijken, Job en de profeten'.

Sinds 2012 komt elk jaar een deel uit. In de boeken vertelt Kuijer - vooral bekend door zijn kinderboeken over Madelief en Polleke - op geheel eigen wijze een gedeelte uit het Oude Testament na. "Ik probeer de verhalen spannend te vertellen, zodat je de Bijbel kunt lezen als een roman. Hopelijk gaan ongelovigen dan denken: die Bijbel is toch wel interessant, ook voor mij."

Zelf komt Kuijer uit een streng christelijk nest, maar hij viel al jong van zijn geloof. Met gevouwen handen lag hij als tienjarig jongetje in zijn bed en probeerde te bidden. Het lukte niet om contact met God te maken. "Ik had het gevoel dat niemand luisterde. Huilen moest ik daarvan. Ik wist toen nog niet dat dit ongeloof heet."

Als ongelovige vindt Kuijer het toch belangrijk de bijbelverhalen door te geven. "Ik zou het heel jammer vinden als niemand meer weet wie Abraham of koning David was. Denk met name aan al die boeiende religieuze afbeeldingen. Het is toch zonde als je helemaal niets begrijpt van waar Rembrandt mee bezig was?" De precieze boodschap van de verhalen, die blijft hem vaak onduidelijk. "Maar het zijn verhalen die iets aanrichten in ons onderbewuste. Het is net als met Dostojevski: je weet niet precies wat hij bedoelt, maar zijn werk doet wel wat met je."

Elke dag zit Kuijer daarom van zeven uur 's ochtends tot half een 's middags in zijn werkkamer te werken aan een 'aantrekkelijke Bijbel'. Van bijfiguren maakt hij hoofdfiguren, die de verhalen vanuit hun perspectief vertellen. Profeten laat hij elkaar tegenkomen op een bankje in de stad om verhalen uit te wisselen. En aan elk verhaal voegt hij zelfverzonnen elementen toe. Na het schrijven gaat hij lunchen, daarna een middagdutje doen. En dan de tuin in.

Is het niet wat vreemd om eigen verzinsels in de Bijbel te schrijven?

"De Bijbel is juist een uittreksel dat wij weer tot leven moeten brengen. Het is een boek met volksverhalen, die 's nachts urenlang bij het kampvuur verteld werden. Honderden jaren later zijn die verhalen pas opgeschreven. Papyrus was hartstikke duur, dus de verhalen zijn toen flink ingekort. Het is aan ons die weer eigen te maken. Bovendien is zo veel in de Bijbel verzonnen. Ik doe niets anders dan de lui die de Bijbel hebben geschreven. Dat waren ook vertellers, net als ik. Soms lees ik mijn werk voor in protestantse delen van Nederland. Geregeld kom ik daar gelovigen tegen die opgelucht zijn als ze ontdekken dat ze niet hoeven te geloven dat elke zin die in de Bijbel staat Gods woord is. Er staan misschien heel wijze dingen in waarvan je kunt aannemen dat die van God afkomstig zijn. Maar heel veel in de Bijbel kan gewoon niet Gods woord zijn, ook niet als je gelooft."

Hoe weet u dat zo zeker?

"Neem bijvoorbeeld het boek Job. Bij de eerste zin is al direct duidelijk dat dit verhaal verzonnen is, want God sluit een weddenschap met Satan. Welke liefdevolle god doet nou zoiets? En dat is nog niet alles, want daarna komen de gevolgen van die nare weddenschap. Job maakt de meest verschrikkelijke gebeurtenissen mee, zoals het verlies van al zijn tien kinderen. Enkel en alleen omdat God wil bewijzen dat Job hem dan nog steeds bejubelt. Stel je voor dat je gelovig bent en een god hebt die zegt dat hij allerlei onrechtvaardige dingen mag doen, zoals jouw kinderen vermoorden. Zo'n god bestaat natuurlijk niet. Ik heb veel werk van met name joodse schrijvers gelezen over het boek Job, en zij trekken dezelfde conclusie als ik. De schrijver van Job stelt met dit verhaal aan zijn religieuze landgenoten de vraag: zitten we wel op de goede weg met ons geloof? Bestaat deze god die ik hier als dwaas naar voren heb gebracht, of moeten we hierom lachen? De schrijver van Job heeft dat geniaal gedaan, ik ben lang niet zo'n knappe verteller als hij."

Waarom heeft u zijn werk dan herschreven?

"Waar ik bang voor ben, is dat veel moderne lezers niet inzien dat de schrijver een literaire truc gebruikt. Wij als lezers weten dat die arme Job helemaal niets verkeerd heeft gedaan, zijn vrienden niet. Dat is een verhaaltechniek. Die vrienden blijven herhalen dat als Job ongeluk overkomt, hij zelf iets fout heeft gedaan. Het onbarmhartige geleuter van die kerels gaat maar door, als lezer die weet dat zij ongelijk hebben word je er helemaal gek van. Die verschrikkelijke god waar zij in geloven, is door de schrijver bedacht om het godsgeloof van de vrienden van Job te betwijfelen. Het verhaal is regelrecht een aanklacht tegen de onrechtvaardigheid van God. Het is werkelijk fantastisch dat dit verhaal in de Bijbel terecht is gekomen. Wij denken dat iedereen vroeger even gelovig was, maar dat is niet zo. Er waren toen ook mensen die twijfelden. Niet aan het bestaan van God, maar wel aan de eigenschappen die we God toeschrijven. Ik wilde dat beter benadrukken in mijn versie. Daarom laat ik de profetes Chulda in gesprek gaan met de schrijver van Job. Zij interviewt hem als het ware, zodat zijn literaire ideeën duidelijk worden. Zo heb ik bij elk verhaal een manier om er mijn eigen draai aan te geven."

Hoe vindt u die eigen manier?

"Als ik een verhaal lees, is er altijd direct een type waar ik enthousiast van word. In dit deel schrijf ik het boek Koningen bijvoorbeeld vanuit het perspectief van Izebel, de slechtste vrouw uit de Bijbel. Ik vind het leuk haar aan het woord te laten, wie weet wat ze te vertellen heeft. Er wordt zo wreed over die vrouw geschreven dat je gaat denken: zou ze echt zo slecht zijn geweest? Dan ga ik op zoek. Ik lees allerlei verschillende bijbelvertalingen en aanvullende literatuur. En ik probeer me zo goed mogelijk in haar in te leven. Met mijn vrouw ben ik speciaal naar Israël gegaan om te kijken of Izebel vanaf haar huis de zee kon zien. Dat vind ik belangrijk om te weten. Ze groeide namelijk op in een zeegebied in Libanon, daarna werd ze uitgehuwelijkt aan koning Achab in Israël. Nu weet ik dat als zij verdrietig was, zij vanaf de heuvel waar haar huis op stond in de verte de zee zag liggen. Zo ontstaat dan langzaam een nieuw zicht op een oud verhaal. Op die manier maak ik een verhaal eigen."

U geeft de bijbelverhalen een wel heel eigen draai, door gedeeltes weg te laten.

"Alles wat ik saai vind, sla ik over. In de wetten en psalmen had ik echt geen zin. Af en toe heb ik er wel regels uit geciteerd, die leg ik mijn personages dan in de mond. Ik denk dat het vreselijk onhandig is die bijbelgedeeltes volledig op te nemen, want dan valt iedereen in slaap. Gelovigen slaan die gedeelten ook over."

U bent van plan alleen het Oude Testament te herschrijven. Vindt u het hele Nieuwe Testament dan saai?

"Het Nieuwe Testament heb ik altijd minder interessant gevonden. Dat heeft te maken met mijn kindertijd. Mijn juffen en meesters vertelden elke ochtend een bijbelverhaal, elk op hun eigen manier. Ik hoop dat docenten dat nog steeds doen, het is werkelijk fantastisch om naar te luisteren. Maar tegen Kerstmis hielden ze opeens op met die spannende verhalen uit het Oude Testament. Dan kwam dat kindje in die kribbe en al dat gepreek, ontzettend saai gedoe. En ik hou er niet van als mensen zeggen hoe ik moet leven, dat maak ik zelf wel uit. Er is één positieve uitzondering in het Nieuwe Testament, dat is de ellendige kruisgang van Jezus. Dat is een heel spannend en mooi verhaal, waarbij ik me echt kan inleven."

Schrijft u misschien dan toch nog een boek over het Nieuwe Testament?

"Misschien, maar niet voor mijn tachtigste. Ik schrijf nu al zes jaar lang aan hetzelfde project. Dat heb ik nog nooit eerder gedaan en ik denk dat het noodzakelijk is daarvan uit te rusten. Daarnaast is met de lijdensweg van Jezus al zoveel gedaan. Het lijkt me heel moeilijk iets toe te voegen aan al die boeken, musicals en films. Of denk aan die prachtige Matthäus-Passion van Bach. Hoe kan ik dat nou verbeteren? Toch bevliegt het me soms alsnog iets met het Nieuwe Testament te doen, dus wie weet. Eigenlijk hoop ik dat ik ervan afblijf, maar ik ben nog nooit de baas geweest over mijn pen. Zielig hè?"

Guus Kuijer: De Bijbel voor ongelovigen deel 5. De twee koninkrijken, Job en de profeten. Athenaeum; 304 blz. euro 19,99

undefined

Wie is Guus Kuijer?

Guus Kuijer: 'Ik zou het heel jammer vinden als niemand meer weet wie Abraham of koning David was'. foto olaf kraak

Guus Kuijer (1942, Amsterdam) werd vooral bekend door zijn kinderboeken, zoals de Madelief-serie, de Polleke-serie en 'Het boek van alle dingen' (2004). Hij ontving onder andere de Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur en vier Gouden Griffels. Tegenwoordig schrijft hij boeken voor volwassenen.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden