Een kus is geen lippendienst
Of ik een 'nachtzoen' wil geven, vraagt een medewerker van het gelijknamige tv-programma. Aan wie?, vraag ik. Aan Nederland, is het antwoord. Ik vind dit een nogal intiem voorstel, waar ik even over na moet denken. Ik ben niet zo'n type dat op straat wildvreemden gaat zoenen, en moet ik nu vanuit Hilversum het ganse volk besmakken? Moet ik mijn lippen tuiten, kijk zo, die tegen het glas van de camera drukken en daar als een zuigbeestje een paar seconden aan vast blijven hangen?
Trouwens, is het Nederlandse volk daar wel van gediend? Nog wel op dat tedere moment van de dag dat ze in hun pyjama staan en misschien net een atheïstisch gebed hebben gepreveld, in de trant van 'Er is geen God behalve de economie en ik moet nodig op dieet'? Ik weet niet of zulke mensen staan te wachten op een dominee die zijn lippen als het Oude en Nieuwe Testament op hen drukt.
Wel begon het allemaal met een kus. Dat is het mooie van de Bijbel: die vertelt waar we vandaan komen, waar we naartoe gaan, en tussendoor zoek je het zelf maar uit. Volgens het scheppingsverhaal boetseerde God een pop uit rode klei, gaf die een zoen en voilà, de mens. Daarmee is gelijk diens lot bezegeld: gekust om te kussen, maar wie o wie? Adam probeert het met weinig succes bij een slak, een egel en een leeuw, die toen nog met droge ogen jonge sla in september at. Dan schept God uit hem de vrouw, in ruil voor een rib.
Zoals vogels dat met hun jongen doen, brachten volgens evolutiebiologen mensen vroeger met een kus voedsel van hun mond over naar die van de ander. Onder het motto: kijk eens hoe goed ik voor je zorg, wil jij dan mijn berenvel strijken en vanavond in bed geen hoofdpijn hebben? Een zoen geef je, maar ook neem je iets. Je tuit je lippen alsof je gaat fluiten, maar er komt geen lucht uit. Nee, je zuigt smakkend iets naar binnen, een huidgeur, een zweem van zweet, een pietsje parfum.
Ook God geeft in zijn kus als een hemelvogel iets van zichzelf aan de geboetseerde Adam, waarbij hij tegelijk iets binnenkrijgt, met een grondsmaak. Jawel, God krijgt een beetje aarde binnen, zodat hij later zelf een tweede Adam wordt en er warempel al in het scheppingsverhaal kerstklokken gaan klingelen. Wie denkt dat de Bijbel maar een warrige verzameling geschriften is, zonder grote lijn van begin tot eind, moet hoognodig de theologie van de kus bestuderen.
Een zoen is meer dan lippendienst, want niet vrijblijvend. Je raakt een rib uit je lijf kwijt of wordt geacht in bed disponibel te zijn. Ook God krijgt na zijn scheppingszoen een hoop met de mens te doen. Niks meer relaxed slenteren in de avondkoelte van de Hof van Eden, maar een heuse karrenvracht aan vragen, van 'Waarom maakt u geen eind aan het geweld in de wereld?' tot 'Wilt u zorgen dat die ene man in de kerkdienst zijn zwarte neusharen niet meer zo diep in de avondmaalsbeker steekt?' Zelf zie ik aankomen dat die atheïst in zijn strak zittende pyjama mij na mijn Hilversumse kus mailt of ik geen goed middeltje weet om af te slanken: 'Dominee, hoe kan ik vasten zonder religieus te worden?'
Nachtzoen, ja ja. Voel ik daar hoofdpijn opkomen?
undefined