Een groot, kaal, winderig gebied
Peter van Lier geeft de Hollandse polder opnieuw gestalte
Wat kenmerkt Nederland? Vraag het een toerist, en de een zal zeggen de coffeeshops, een ander de Keukenhof. Maar wat velen ook fascineert is dat 'ons kikkerlandje' voor een deel onder de zeespiegel ligt. Je staat er nauwelijks meer bij stil als je door pak 'm beet de Noordoostpolder rijdt. Maar bijzonder is het wel, en daarvoor zijn er buitenstaanders. Die maken je weer bewust van dingen waar je je in het dagelijks leven nauwelijks nog over verwondert.
Ook de dichter is zo'n buitenstaander, Peter van Lier niet uitgezonderd. Van hem verscheen onlangs de bundel 'Laaglandse remedies' - niet te verwarren met de 'Laaglandse hymnen' van de vorig jaar overleden dichter H.H. ter Balkt. Waar Ter Balkt de vaderlandse geschiedenis op geheel eigen wijze bezong, stelt Van Lier zich in het gedicht 'Iets met de polder doen' juist de vraag: 'Maar wat aan te vangen met een groot, kaal, / winderig gebied zonder geschiedenis?'
Wat de dichter-filosoof Van Lier doet is haast een parallel proces: in taal, in zeer zorgvuldig gekozen en op de pagina geplaatste woorden, krijgt de Hollandse polder opnieuw gestalte. Vanaf de tekentafel tot de eerste bewoners, tot de stad, langzaam raakt het landschap ingevuld: 'Dat je daar met zijn / allen / op de zeebodem zit, schept geen band - de remedie / is een stad te ontwerpen // kleinbehuisd.'
Peter van Lier debuteerde ruim twintig jaar geleden. En al is zijn werk meermaals bekroond, onder andere met de Jan Campertprijs, hij bleef een bescheiden stem binnen de Nederlandse poëzie. Terwijl hij toch ook een dichter is met veel, droge humor: zie bijvoorbeeld zijn serie sollicitaties voor een functie in het dierenrijk in eerder werk.
Hij is bovendien een dichter die oren en ogen bijzonder scherp heeft afgesteld. Die gedichten schrijft als waren het ready mades. Die flinters werkelijkheid, flarden van gesprekken, minieme observaties, samenbrengt en zo iets laat zien van de caleidoscopische alledaagse wekelijkheid, die nooit stilstaat en bovendien altijd aan interpretatie onderhevig is.
De oer-Hollandse markt weet Van Lier zo met een paar klare beelden van aanbiedingen, klanten en koopwaar in al zijn levendigheid gestalte te geven, zonder dat beeld overigens helemaal in te vullen.
'Een gillerig "Echt leer!" / verleidt vooralsnog niemand, // paradijsmix naast trollenmix ook niet / (welke mythe herleeft?) - in dit weer / heeft // "Alles wat Jan maakt dat smaakt" het meeste succes.'
Van Liers 'Laaglandse remedies' bieden veelkantige uitsneden van Nederland. En daarin is, behalve voor de polder en de markt, evengoed plaats voor de avondspits (met ongeluk), als voor Vincent van Gogh of voor de huismus: 'de mus in zijn gewone doen, maakt de buurt (is bekend).'
Peter van Lier: Laaglandse remedies Wereldbibliotheek; 64 blz. euro 19,99
undefined