Iconische gitaren
Een gitaar voor het leven (en soms langer): ‘Als een gitaar niet lekker ruikt, speel ik er niet op’
Keuze te over, maar wat maakt nu precies die ene gitaar zo bijzonder voor een artiest? ‘Die van Bob Marley ging met hem mee de kist in.’
Keith Richards van The Rolling Stones krijgt tijdens een concert voor zo ongeveer elk nummer een andere gitaar aangereikt. Sting daarentegen speelt zijn meeste nummers al tientallen jaren op een Fender Precision Bass uit de jaren vijftig.
De ene gitarist is de andere niet. In het boek Guitar: The Shape of Sound maakt de Iers-Amerikaanse auteur Ultan Guilfoyle een reis langs de volgens hem honderd meest iconische gitaren ter wereld, vaak bespeeld door beroemde artiesten, aan de hand van prachtige foto’s. Die top-100 loopt van een exemplaar dat de beroemde vioolbouwer Antonius Stradivarius in 1688 fabriceerde (ja, hij maakte ook gitaren), via de Epiphone Casino uit 1965 waaraan onder anderen John Lennon verknocht was naar de moderne design-gitaren van de 21ste eeuw.
Een hele jonge lijmsnuiver
Gitaarvirtuoos Harry Sacksioni (72) treedt al op sinds eind jaren zestig en trekt nog steeds uitverkochte zalen. Bij zijn keuze voor een gitaar laat hij een opvallend aspect meespelen, vertelt hij: “De geur. Ja, dat is raar misschien, maar dat heb ik altijd gehad. Dat komt zo: voor mijn elfde verjaardag kreeg ik van mijn ouders mijn eerste gitaar. Ik ging met mijn moeder naar een winkel en ik wees er eentje aan die ik graag wilde hebben. Toen de winkelier ’m van de muur haalde en ’m mij aangaf, kwam het klankgat langs mijn neus. Ik weet nog dat ik dacht: wat is dit?! Die geur! Ik rook een mengeling van de geur van hout, lak en lijm. Dat vergeet ik nooit meer. Ik heb weleens gezegd: misschien ben ik wel een hele jonge lijmsnuiver geweest, ha!
“Nu nog ruik in aan een gitaar voordat ik hem ga bespelen. En als hij niet lekker ruikt, dan leg ik hem weg. Ik ben daar heel strikt in. Het is zelfs zo: als een van mijn goede, oude gitaren niet meer ruikt – na verloop van tijd wordt de geur minder sterk – dan speel ik er niet meer op. Echt waar. Het is net als met een vrouw; als ze lekker ruikt dan is er al meteen een soort band, dan klopt er iets, van nature. Dat heb ik met gitaren ook… Zelfs met elektrische gitaren. Die ruiken anders natuurlijk, maar ze hebben wel degelijk een geur.”
Elektrische gitaren komen in Guitar: The Shape of Sound uitgebreid aan bod. Een van de beroemdste is wel de Fender Stratocaster, voornamelijk omdat Jimi Hendrix die bespeelde. “Maar het was bepaald niet zo dat hij altijd op precies dezelfde gitaar wilde spelen”, zegt Martijn Koolen (45), gitaarkenner en gitaarleraar uit Utrecht. “Hendrix koos voor een concert een Fender Stratocaster uit die hij qua kleur mooi bij zijn outfit vond passen, of zo. En aan het eind van zijn optreden sloeg hij hem – bam! – vaak kapot. Het volgende concert pakte hij dan weer een nieuw exemplaar, maar meestal wél een Fender Stratocaster. Anderen waren veel trouwer aan hun gitaar. Sting bijvoorbeeld, maar ook Bob Marley. Na zijn overlijden is z’n Gibson Les Paul Special-gitaar zelfs met Marley mee de kist ingegaan.”
Opgeveegd door vier saxofoons
Jimi Hendrix haalde met zijn psychedelische sound iets uit een elektrische gitaar wat door de makers ervan helemaal nooit zo was bedoeld. “De elektrische gitaar is ooit bedacht om een gitarist beter hoorbaar te maken”, vertelt Koolen, die zelf de vaste begeleider is van zangeres Anita Doth (ex-2 Unlimited). “In de jaren dertig en veertig was jazzmuziek dominerend. In een orkest speelde de gitarist vaak een rol op de achtergrond, omdat hij in een zaal niet goed te horen was. Als je in een orkest tegen vier saxofoons en een drumstel moet opboksen, kun je die gitaar wel opvegen.
“In het jazzorkest van Benny Goodman speelde eind jaren dertig Charlie Christian. Hij was de eerste muzikant die een zogeheten pick-up, een element op zijn gitaar zette, waardoor het geluid via elektrische trillingen versterkt werd. Daar werd hij beroemd mee; niet alleen omdat hij goed kon spelen, maar vooral omdat hij vanaf dat moment te hóren was als gitarist. Ze wisten toen helemaal nog niet dat die elektrische gitaar een hele nieuwe sound zou voortbrengen.”
Maar dat gebeurde wel. “Fender en later Gibson, twee grote gitaarmerken, brachten in de jaren vijftig de elektrische gitaar in productie. Die sloeg aan, mede omdat Scotty Moore, een van de gitaristen uit de band van Elvis Presley, erop ging spelen. Het was de tijd van de rock-’n-roll. Steeds meer muzikanten ontdekten de elektrische gitaar, en daarmee een nieuwe sound. Meestal ging dat per ongeluk. Door foutjes. Gitaristen draaiden op een elektrische gitaar een knop net even te ver door en dachten toen: hé, als we ’m harder zetten begint-ie te scheuren en wordt het rauwer. Dat viel in de smaak bij een nieuwe generatie. Maar toen Leo Fender in de jaren vijftig de elektrische gitaar op de markt bracht, wist hij echt niet dat Jimi Hendrix daar vijftien jaar later allemaal gekke dingen mee zou gaan doen waarmee hij zijn eigen sound zou creëren.”
‘Ik zal je krijgen’
De manier waarop Hendrix zijn gitaren strafte door ze kapot te slaan gaat ver, maar een goede gitaar moet wel ‘tegenstribbelen’, zegt Harry Sacksioni. “Een artiest is niet altijd in topvorm. De ene keer gaat het beter dan de andere keer. Ik heb ook weleens een avond dat ik denk: het zit er dit keer niet in. Dan heb ik het gevoel dat mijn gitaar tegenstribbelt. Uiteindelijk ligt het natuurlijk allemaal aan jezelf, maar ik hou me dan voor dat die gitaar een beetje getemd moet worden. ‘Ik zal je krijgen’, denk ik dan. En binnen no-time doet die gitaar dan toch precies wat ik wil.
“Het zal ook wel met mijn sportachtergrond te maken hebben (Sacksioni speelde in de jaren zestig in de Ajax-jeugd, red.), maar het voelt dan echt als een overwinning. Terwijl ik diep in mijn hart ook wel weet dat ik dan eigenlijk mezelf heb overwonnen…”
De afstelling van een gitaar is heel belangrijk, zegt Sacksioni. “Ik heb de indruk dat gitaren in muziekwinkels vaak heel slecht zijn afgesteld. Dan zijn mensen enthousiast en willen ze graag gitaar leren spelen, maar dan krijgen ze er eentje waar bijna niet op te spelen valt. Heeft puur met die afstelling te maken. De hoogte van je snaren ten opzichte van de hals, de onderlinge afstand tussen de snaren, stemknoppen die niet goed zijn; dat soort dingen. Dat is zó zonde. Want ik wil altijd graag dat mensen enthousiast worden over gitaar spelen, ik vind het ook fijn om mensen te inspireren.
“Gitaar spelen is hard werken hoor, dat is ook weer zo, maar ik vind het altijd vreselijk als mensen na een concert tegen mij zeggen dat ze hun gitaar maar aan de kant leggen, omdat ze toch nooit zo goed kunnen leren spelen als ik. Neeee! Ik wil juist dat ze denken: zie je, Harry Sacksioni heeft dit leren spelen, dus dan kan ík het ook!”
Gitaarhout is geen verloren hout
Sacksioni ontwierp samen met de Martin-fabrieken zijn eigen gitaar: de Sacksioni Martin. “Die is nog gemaakt van Adirondack-hout. Dat is sparrenhout, het klinkt grandioos. Dat hout mag om redenen van natuurbehoud niet meer geïmporteerd worden. Ik begrijp dat, maar ik vind ook dat het hout voor die gitaren van mij geen verloren hout is. Het is ooit gekapt, maar als je – zoals ik vaak ervaar – via dat natuurproduct mensen kunt ontroeren, of uit een dip kunt halen, of kunt laten dansen, dan vind ik dat een prachtige cirkel. Op die manier geef je het terug aan de wereld. Ik vind dat een wondertje.”
Sacksioni is niet de enige artiest die een eigen gitaar ontwierp. Want als je in geen enkel exemplaar de naar jouw smaak perfecte sound vindt, dan bouw je er zelf gewoon één. “Brian May, de gitarist van Queen, speelt altijd nog op een gitaar die hij in 1963 samen met zijn vader heeft gemaakt”, vertelt Koolen. “En hij bespeelt die met een muntje, een sixpence coin. Dat is zijn manier om het beste uit die gitaar te halen. Ook Eddie van Halen (de in 2020 overleden hardrockgitarist, red.) stelde zijn eigen gitaar samen. Zo had hij een gitaar waarin hij alles wat hij wilde had samengebracht.”
Die twee gitaren, de Brian May Red Special en de Eddie van Halen Frankenstrat, maken ook deel uit van de top-100 van iconische gitaren in het boek. Guitar: The Shape of Sound is voor de gitaarliefhebber een boek om in weg te dromen. Al is voor die sound zelf – én voor de geur – enige verbeeldingskracht nodig.
Ultan Guilfoyle
Guitar: The Shape of Sound
Uitg. Phaidon; 280 blz. € 49,99
Lees ook:
Het was de moeder aller scheidingen: The Beatles zijn 50 jaar uit elkaar
Op 10 april 2020 was het vijftig jaar geleden dat The Beatles uit elkaar gingen. Trouw-redacteur en Beatlesfan Stijn Fens was toen vier. Hij betreurt het dat hij zich niet bewust is geweest van dat moment. ‘Ik heb het gevoel dat ik iets definitiefs achter me ga laten. Een breuk in de tijd of zoiets.’