Een coup die gedoemd was te falen
reconstructie | Ruim vier maanden na de coup in Turkije is er nog steeds geen overtuigend bewijs geleverd dat de Gülenbeweging erachter zat. Wat weten we wel?
Het was een surrealistisch televisiemoment: Recep Tayyip Erdogan die niet vanachter de gebruikelijke katheder, maar via een smartphone van een nerveuze televisie-presentatrice de natie toesprak.
Het is vrijdagavond 15 juli even voor half tien. Twee uur eerder hebben soldaten met pantservoertuigen en tanks twee bruggen over de Bosporus geblokkeerd. Boven de hoofdstad Ankara scheren F-16's door de lucht. Op de publieke zender TRT hebben ongeïdentificeerde coupplegers een verklaring laten voorlezen waarin zij hun zorgen uitspreken over de rechtsstaat en de uitholling van instituties onder president Erdogan.
Vanaf zijn vakantieadres in de kustplaats Marmaris roept Erdogan het Turkse volk op om de straat op te gaan en de coupplegers een halt toe te roepen. "We zullen zegevieren", zegt hij. "De putschisten zullen een hoge prijs betalen."
Naar achteraf zal blijken, wisten zowel de opperbevelhebber van het Turkse leger als de baas van de inlichtingendienst sinds die middag dat er iets in de lucht hing. Maar ze hadden verzuimd Erdogan op de hoogte te brengen.
Over de coupplegers is niet meer bekend dan dat zij zich Raad voor Binnenlandse Vrede noemen - Yurtta Sulh Konseyi, naar het beroemde dictum van Atatürk, de stichter van de seculiere Turkse republiek: Vrede thuis en in de wereld. Desondanks schroomt Erdogan niet om schuldigen aan te wijzen. Een staatsgreep? Dat is werk van de Gülenbeweging, de religieuze orde die volgens de president en zijn aanhangers een 'staat in een staat' in Turkije vormt. De orde wordt geleid door Fethullah Gülen, een bejaarde en vriendelijk ogende imam die in 1999 uitweek naar de Verenigde Staten en vanaf een landgoed in de staat Pennsylvania leiding geeft aan een wereldwijd netwerk van scholen en liefdadigheidsorganisaties.
Tegen het ochtendgloren leggen soldaten op de Bosporusbruggen hun wapens neer en geven zich over. Er zijn nog schermutselingen in Ankara maar duidelijk is dan al dat de coupplegers het niet gaan redden. Er zijn meer dan 260 doden te betreuren, maar een majeure crisis lijkt afgewend.
Over de vraag wie er achter de staatsgreep zit, bestaat bij de regering van Ergodans partij AKP dan al geen enkele twijfel meer: dat zijn Gülen en zijn beweging. In de dagen, weken, maanden daarna wordt deze boodschap er bij de bevolking via de AKP-gezinde media op alle mogelijke manieren ingepeperd. Op luchthavens en openbare plaatsen duiken glossy's op waarin nauwkeurig uit de doeken wordt gedaan hoe 'FETÖ' ('de Fethullah Gülen-terreurorganisatie') de coup uitvoerde. Wie dat durft te bevragen, is verdacht.
Ondertussen komt een zuiveringsgolf op gang. Binnen het leger, maar ook binnen de rechterlijke macht, de politie en het onderwijs. De dag na de coup worden 2.500 rechters ontslagen, wat doet vermoeden dat de regering reeds lijsten met namen klaar had liggen. Inmiddels zijn meer dan 110.000 mensen gearresteerd, ontslagen of geschorst. Ook linkse en liberale oppositie is doelwit. Duizenden kleine drama's, van mensen die van de ene op de andere dag hun baan verliezen. Tientallen opgepakte gülenisten plegen zelfmoord.
Naarmate de zuiveringen zich verbreden, zwelt vanuit Europa de kritiek aan. Behalve gülenisten moeten ook kritische journalisten, schrijvers en academici het ontgelden, evenals de pro-Koerdische oppositiepartij HDP. Allemaal op basis van aangescherpte terrorismewetgeving en dankzij de noodtoestand die sinds de coup van kracht is en die de autoriteiten vergaande bevoegdheden geeft.Uit protest stemde het Europese Parlement afgelopen week voor bevriezing van de toetredingsonderhandelingen tussen de EU en Turkije.
"De betrokkenheid van Gülen is een geloofsartikel", zegt een hoge westerse diplomaat in Ankara."Het is emotioneel, ik merk het steeds wanneer ik hoge ambtenaren op ministeries spreek. Zodra je het officiële discours tegenspreekt, wekt dat irritatie. Men neemt het Europa kwalijk dat we in eigen land niet direct tot vervolging van gülenisten over zijn gegaan."
Zat de Gülenbeweging inderdaad achter de coup, zoals ook vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie recent zei te vermoeden? Het overtuigende bewijs is nog altijd niet geleverd. Zeker, er is de verklaring van een aantal bij de coup betrokken officieren die hebben bekend dat zij gülenisten zijn.
En er is de verklaring van Hulusi Akar, de door de putschisten gekidnapte opperbevelhebber van het leger. Die heeft verklaard dat hem een telefoongesprek met Gülen zelf is aangeboden: 'onze geestelijk leider', zoals de coupplegers zouden hebben gezegd.
Een smoking gun, zo lijkt het, ware het niet dat gezichten van de 'gülenistische' officieren tekenen van marteling vertoonden en dat de brigade-generaal die Akar het aanbod zou hebben gedaan, dit in eerste instantie bevestigde maar daar later van terugkwam.
"Dat Gülen erachter zit, mag niet worden uitgesloten", zegt de bekende Turkije-kenner Gareth Jenkins over de telefoon. "Maar er staan nog veel vragen open, en het lijkt er niet op dat de regering daar veel werk van maakt. Bijvoorbeeld: waarom werd de coup gepleegd en waarom ging het op de manier zoals het ging? Het meest eerlijke antwoord zou zijn dat we niet weten wat er die avond precies gebeurd is."
Jenkins woont al meer dan dan twintig jaar in Turkije. Hij maakte de opkomst mee van Erdogan, die eerst burgemeester van Istanbul werd en later premier. Vanaf een afstand was hij getuige van de breuk tussen Erdogan en Gülen. Lang trokken de twee samen op, maar vanaf 2010 ontstonden spanningen. De imam verwijt Erdogan uit te zijn op almacht; de president beschuldigt Gülen ervan een parallelle staat te runnen.
Echt mis ging het toen gülenistische aanklagers eind 2013 een enorme corruptie-affaire binnen de AKP onthulden. Erdogans troon wankelde, vier ministers moesten opstappen. Via massale en onmiddellijke zuiveringen bij de politie en het justitiële apparaat werd nader onderzoek gestopt. Sindsdien stelt Erdogan alles in het werk om de gülenbeweging uit te roeien. Ze kreeg het predikaat 'terroristisch'; kranten, televisiezenders, scholen en universiteiten die gelieerd waren aan de beweging werden gesloten. Op het moment van de coup hadden duizenden gülenistische rechters, aanklagers en ambtenaren hun baan reeds verloren.
Toevallig bevond Jenkins zich op een van de bruggen over de Bosporus toen die bezet werden. "Het waren voornamelijk dienstplichtige soldaten die ik zag, jonge jongens die geen benul hadden van wat er gebeurde. Nadat ze zich hadden overgegeven, werden een aantal van hen gelyncht." Het leverde gruwelijke beelden op. Sommigen werden van de brug af gegooid, zegt hij. "Het was een poging die gedoemd was te mislukken", vervolgt Jenkins, "dat kan iedere coupspecialist je vertellen. Er deden circa 8000 man mee, het Turkse leger telt 800.000 man. Wat dachten ze daarmee te bereiken? Hoe kun je met zo'n klein aantal in godsnaam een land overnemen?"
Volgens Jenkins wil dat echter niet zeggen dat het geen serieuze aanval was. "Er is geschoten op burgers, het parlement is gebombardeerd, Erdogan is op een haar na aan de dood ontsnapt." Hij spreekt liever van een 'serie terroristische aanslagen' dan van een coup.
"De gefaalde staatsgreeppoging mag slecht georganiseerd zijn, de impact ervan is enorm", zegt ook Andrew Gardner, de Turkije-onderzoeker van mensenrechtenorganisatie Amnesty International. "Ik veroordeel de couppoging ten zeerste, maar tegelijk denk ik aan de verwoeste levens van al die mensen die nu om onduidelijke redenen worden ontslagen en vervolgd. Of aan belangrijke instituties die door de zuiveringen ontwricht raken."
De mogelijke betrokkenheid van gülenistische officieren en het onophoudelijke hameren op de rol van Fethullah Gülen door Erdogan en zijn regering hebben hun effect niet gemist. De organisatie staat in binnen- en buitenland volop in de schijnwerpers. Veel is te doen over de 'geheimzinnige' en 'duistere' kanten van de orde. Zo is het aannemelijk dat gülenistische aanklagers en politie-officieren tijdens eerdere processen tegen het leger een kwalijke rol speelden. Ze vervalsten bewijs, honderden militairen zagen hun levens en die van hun familieleden geruïneerd.
Maar betekent dat ook dat Gülen en zijn beweging achter de staatsgreep zitten? Er zijn in Turkije wel meer groepen, ordes, partijen en clubs met een duister verleden. Dat er gülenisten binnen de politie, de rechterlijke macht, ministeries of de diplomatieke dienst rondliepen, was bekend. Maar het leger gold als een gesloten bastion van kemalisten - de oude nationalistische, seculiere elite. Hoe kon er vanuit het leger dan een gülenistische staatsgreep worden gepleegd? Volgens Jenkins zijn er allerlei aanwijzingen dat er vanaf het einde van de jaren tachtig, begin jaren negentig, gülenisten terechtkwamen in het leger. Op gezette tijden vonden daar zuiveringen plaats. Vaak troffen die ook niet-gülenisten.
Hét probleem met de mogelijkheid van een gülenistische putsch is volgens Jenkins dat gülenisten nog niet tot de hogere echelons van het leger kunnen zijn doorgedrongen. "Daarvoor hebben ze er simpelweg te weinig dienstjaren opzitten, tel maar na. De oudsten zijn dertigers nu, of begin veertig. Te jong om kolonel of generaal te zijn. Tegelijk is wel een derde van de generaals en admiraals opgepakt, seculiere kemalisten."
Het zijn observaties als deze die twijfel zaaien over het officiële verhaal. Ook de in de Turkse media geopperde theorie dat gülenistische officieren een soort vlucht vooruit maakten, wil er bij Jenkins niet in. Volgens die theorie zou er in augustus een zuivering in het leger beginnen, een lijst met vermeende gülenisten circuleerde al. "Ik ken die geruchten, en zag de lijst, er staan zo'n 600 namen op, maar dat is veel te weinig om een staatsgreep mee te plegen. Los daarvan: zou jij je leven wagen in een staatsgreep om te voorkomen dat je wordt ontslagen?"
De in Londen woonachtige advocaat Özcan Keles schreef een lange blogpost waarin hij systematisch alle beschuldigingen richting de gülenbeweging fileert.
undefined