Een brief uit New York

Een Trouwlezer stuurde mijn stukje Arbeit macht frei naar zijn vriend Peter Spier in New York. Dat stukje ging over een goede Duitser die in het verzet tegen Hitler zat, in 1938 naar Nederland vluchtte, tijdens de bezetting in Amsterdam onderdook, door een NSB-buurman werd verraden en in Buchenwald omkwam, een paar weken voor de bevrijding. Na de oorlog weigerde zijn vrouw tegen de NSB-er te getuigen: “Ik wil er niet toe bijdragen dat ook zijn kinderen zonder vader zullen opgroeien. Er is een hoger rechter na onze dood die zal moeten oordelen.”

NICO TER LINDEN

Getroffen door dit verhaal, zond onze Trouw-lezer het naar Peter Spier, zoon van de vermaarde tekenaar Jo Spier, die als jood in de oorlog naar Theresienstadt gedeporteerd werd, maar het kamp gelukkig overleefde. Jarenlang zou hij journalist en subliem tekenaar van Elseviers Weekblad zijn, tot hij tot verdriet van velen naar Amerika emigreerde. Zijn zoon Peter werd er een al even vermaard illustrator, alsmede de auteur van talloze kinderboeken.

De hem toegezonden column bracht bij Peter Spier een oude herinnering boven: “Begin 1946 moest mijn vader voor Elsevier naar Duitsland om er iemand bij de Mannesmann Werke te interviewen. Met de grootste tegenzin reisde mijn vader af. De directeur had volgens mijn vader het prototype smoel van de SS en de man voerde het gesprek op dezelfde toon als de heren tussen 1933 en 1945. Vader werd woedend, beet de man de naarste dingen toe over concentratiekampen, de Gestapo, gevangenissen en wat niet al. Tot zijn stomme verbazing barstte de man in snikken uit en vertelde, toen hij weer kon spreken, dat hij van 1933 tot 1945 in Dachau gevangen had gezeten, omdat hij iets hoogs bij de vakbeweging was en een oude sociaal-democraat. Vader had de verkeerde Duitser voor zich. Geen Nazi. Een goede Duitser.”

Onze Trouw-lezer had Peter Spier ook mijn column toegestuurd waarin Sint Nicolaas aan zijn Utrechtse ambtsbroeder kardinaal Simonis een open brief zond met het verzoek de legenden van de goedheiligman toch vooral in ere te houden, omdat ze zo mooi en zo geheimzinnig zijn en omdat het ontwikkelen van de gevoeligheid voor zulke verhalen voor kinderen onontbeerlijk is om ook de bijbelse verhalen te verstaan.

Ook die column ontving in New York een hartelijk onthaal en ook die column bracht Peter Spier bij een oude herinnering: “Mijn vader was lid van The Netherland Club of New York. Ieder jaar wordt daar een Sint Nicolaasavond georganiseerd en ieder jaar vroegen ze mijn vader de uitnodiging te verzorgen. Ik heb er eentje bewaard.”

Het is een invitatie voor de Sinterklaasavond van zaterdag 2 december 1967 in The Netherland Club of New York aan het Rockefeller Plaza. De commissie voor speciale aangelegenheden bericht dat er cocktails zullen zijn vanaf half zes, diner om half acht, dansen tot 12.30, donker costuum aanbevolen.

Het doet mij deugd dat ik dankzij deze Transatlantische correspondentie de tekening en het rijm van Jo Spier bijna dertig jaar later aan de vergetelheid kan ontrukken.

Zal het nog weer dertig jaar duren voor de hartewens van Sint Nicolaas eindelijk eens in vervulling gaat?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden