Een betere wereld begint nog steeds bij onszelf
Wij, de volkeren van de Verenigde Naties, zijn vastbesloten komende geslachten te behoeden voor de gesel van de oorlog.
Zaterdag is het precies zeventig jaar geleden dat in het Amerikaanse dorpje Lake Success de Verenigde Naties officieel in werking traden. Tot op heden 's werelds meest optimistische politieke experiment. Want zouden die naties zich zo vastbesloten hebben verenigd als ze niet stiekem hadden geloofd dat het mogelijk was, die wereldvrede, ook al deden en doen doemdenkers ons graag anders geloven?
Inmiddels lijkt er van dat optimisme weinig over. Nu wordt er vooral veel geklaagd over de VN. Dat het een gigantische praatmachine is, dat de bureaucratische stroop de boel onnodig vertraagt, dat de organisatiestructuur niet meer van deze tijd is, dat het uiteindelijk toch allemaal om het grote geld draait, of om de wapenindustrie, of om de G7. Dat de Veiligheidsraad met haar vetosysteem vleugellam is, dat de Milenniumdoelen niet zijn gehaald. Dat de interne machtsverhoudingen geen reflectie zijn van de nieuwe wereldorde, dat de VN er niet in zijn geslaagd de oorlog in Syrië te voorkomen. Of die in Soedan. Of Mali. Of voormalig Joegoslavië. Dat het bespottelijk is dat iemand uit Saudi-Arabië de VN-Mensenrechtenraad voorzit, en dat Ban Ki-moon het charisma heeft van een goudvis.
Allemaal waar.
Maar het grootste probleem is niet het gebrek aan vertrouwen van anderen. Het is het gebrek van vertrouwen van de VN in zichzelf. Geloven ze er nog in, in hun macht om ons te behoeden voor de gesel van oorlog? Of hebben ze zich al lang neergelegd bij de status quo? Van het optimisme van die vastbesloten volkeren van toen lijkt 70 jaar later in elk geval bar weinig over.
De pr doet ons graag anders geloven. Als je niet beter weet, lijken de VN tegenwoordig wel een internationaal poppodium, waar sterren en staatshoofden even gemakkelijk hun humanitaire ei kwijt kunnen. Vrijwilligers te over. Angelina Jolie, Emma Watson, Leonardo di Caprio, Stevie Wonder: allemaal komen ze maar al te graag langs voor de goede zaak. Een speech, een mooie foto met mijnheer Ban, en hup, weer een persbericht eruit. Maar met die 'Malalisering' van de VN, hoe goed bedoeld ook, bewijzen ze zichzelf geen dienst. Want op weer een speech met weer een selfie met weer een ster zit de wereld nu niet te wachten.
Ver van de schijnwerpers en rode lopers worstelen diezelfde VN met grote tekorten. Veel donoren laten het afweten als het erop aankomt de portemonnee te trekken. Onlangs nog waarschuwden onderzoekers van het Global Policy Forum voor de groeiende kloof tussen de wereldproblemen en de capaciteit van de VN om die problemen het hoofd te bieden. In hetzelfde onderzoek wordt bovendien gewaarschuwd voor een toenemende afhankelijkheid van financiering door grote multinationals, die daarmee steeds meer invloed krijgen.
In plaats van zichzelf in de uitverkoop te zetten, zouden de VN weer in zichzelf moeten gaan geloven. In de haalbaarheid van dat radicale idee van ooit: dat het kán, een betere wereld. De wereld heeft dat optimisme nu meer nodig dan ooit. Maar dat alles begint bij onszelf. De VN zijn namelijk precies zo sterk als de lidstaten ze willen maken. Wíj, de volkeren van de Verenigde Naties.
undefined