Dwangsom? Huisjesmelker lacht erom
Huurwoningen | Een meldpunt, boetes, sluitingen: de gemeente Utrecht zet alles op alles om huisjesmelkers aan te pakken. Maar het is een frustrerende strijd in de stad met woningschaarste.
Een tweekamerappartement huren in de Utrechtse achterstandswijk Kanaleneiland kon alleen als verkoopmedewerker Jesse van Rijn (24) de parkeerplaats à 225 euro per maand erbij zou nemen. Geen plek in een garage, maar een grijs vlak in de open lucht, pal voor het negen verdiepingen tellende gebouw dat er van buiten armoedig uitziet.
"Ik heb niet eens een rijbewijs, maar ja, de nood was hoog", vertelt hij. Dus ging Van Rijn akkoord met de totale huurprijs van 826 euro. In augustus 2015 betrok hij zijn nieuwe woning van 45 vierkante meter. Die te hoge huurprijs bleek al snel één van de minst belangrijke problemen in het complex met ruim 170 appartementen.
"Het brandmeldsysteem bleek niet op orde, op de begane grond woonden arbeidsmigranten met z'n zessen in één kamer. Er waren klachten over plassende Polen in de lift, drugsgebruik, schimmel en de ramen aan de buitenkant waren in geen twee jaar gelapt."
Het Huurteam werd ingeschakeld, net als de eigenaar van het pand die het beheer weer in eigen hand nam en de boel nu gaat opknappen. Jarenlang lag het beheer in handen van Marcel van Hooijdonk, een vastgoedeigenaar die in de stad zo'n negentig panden heeft. Door de krapte op de woningmarkt kunnen de ongeveer tientallen omstreden pandjesbazen als Van Hooijdonk hoge prijzen vragen voor kleine, vaak slecht onderhouden woningen.
De gemeente doet wat ze kan om een einde aan deze situatie te maken. Er is sinds eind vorig jaar een speciaal Meldpunt Huisjesmelkers, dwangsommen tot enkele tonnen worden opgelegd en onveilige gebouwen worden via bestuursdwang gesloten. Deze aanpak kost de gemeente jaarlijks 750.000 euro, maar volgens de wethouder wonen, Paulus Jansen (SP), blijft het 'dweilen met de kraan open'.
Om Van Hooijdonk, de beruchtste huisjesmelker, als voorbeeld te nemen: "In mijn drie jaar als wethouder zijn er zeker tien van zijn panden op last van de gemeente gesloten vanwege onveilige situaties. Hij heeft zeker twintig dwangsommen opgelegd gekregen." Volgens Jansen kan hij Van Hooijdonk niet uit de stad weren. "Frustrerend, maar het privaatrecht in Nederland is heilig. We kunnen alleen kritisch kijken naar nieuwe plannen en die blokkeren."
Gemeenten kunnen met behulp van de wet Bibob vergunningen weigeren als het vermoeden bestaat dat de vergunning gebruikt zal worden voor strafbare feiten of overtredingen. Alleen kan zo'n procedure wel een jaar in beslag nemen.
Vorige maand is de gemeente een Bibob-onderzoek gestart naar een ander pand van Van Hooijdonk in de wijk Overvecht. Het pand zou niet volgens de regels verbouwd zijn, niet brandveilig zijn en deels worden gebruikt als hotel.
Startend ondernemer Guust van Uden (25) woonde tot vorige week naast het betreffende pand. Bij hem was de situatie niet anders. Hij somt op: "Een dichtgetimmerde nooduitgang, Poolse arbeidsmigranten die depressief en dronken door het pand lopen, deuren die niet worden gesloten waardoor zwevers kunnen stelen wat ze tegenkomen, van bananen tot keukenapparatuur, en een lange lijst achterstallig onderhoud."
De woning van Van Uden werd verhuurd als studentenkamer. "Maar er wonen arbeidsmigranten en ongure types. Mensen van vijftig die zich bedwelmen met drugs. Ik kon er niet meer tegen om in een huis te wonen dat niet als thuis voelt en waar je onveilig bent."
Heleen Zwebe van het Huurteam in Utrecht kent de problemen met huisjesmelkers maar al te goed. Ook zij wijt ze aan de krapte op de woningmarkt. Het Huurteam brengt zeker vijfhonderd zaken per jaar voor de Huurcommissie. Het topje van de ijsberg, denkt zij. "Wij merken dat studenten bang zijn. Als huurbazen horen van de melding, worden de huurders geïntimideerd en bedreigd, en dat valt lastig te bewijzen." Toch roept ze studenten en starters op zich vooral te melden. "Hoe meer bewijsmateriaal wij hebben, hoe sterker we staan tegen deze huisjesmelkers."
Van Hooijdonk herkent zich niet in de aantijgingen. In een schriftelijke reactie laat hij weten: "Indien wij te hoge huren zouden vragen zouden onze panden leegstaan." Hij noemt de dwangsommen 'niet automatisch terecht' en zegt over de Bibob-procedure: "Aanleiding zijn losse feiten, zoals het loshalen van brandmelders door huurders. Het welbehagen en de veiligheid van de huurder staan hoog in het vaandel."
undefined