opinie
Duurzame innovatie vraagt om een nieuwe blik
Duurzame bedrijven zijn de lelijke eendjes van de Nederlandse economie. Als ze zijn uitgegroeid, zullen ze de trots van het vaderlandse bedrijfsleven zijn. Alleen hebben ze daar nu nog niks aan. Nu wordt er nog op ze neergekeken vanwege hun afwijkende uiterlijk en merkwaardige gedrag, betoogt Jos Reinhoudt van MVO Nederland op de opiniepagina van Trouw.
Afwijken is niet leuk en het wordt extra vervelend als je niet mag meespelen omdat je anders bent dan de rest. Het overkomt tal van innovatieve, duurzame bedrijven die met hun producten en diensten een flinke stap voorwaarts durven zetten richting een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie. Vaak gaat het om kleine bedrijven, startups of maatschappelijke ondernemingen. Wie de tijd neemt om zich in hun verhaal te verdiepen, ziet meteen dat ze iets unieks in huis hebben, net als jonge zwanen. Maar: het zijn géén eendjes.
Daarom is het ook zo frustrerend als inkopers van overheden of bedrijven niet de moeite nemen om zich écht te verdiepen in duurzaamheidsclaims van leveranciers. Als ze klakkeloos vragen om een of ander keurmerk, in de veronderstelling dat alles daarmee goed geregeld is. Als ze ondernemers afwijzen omdat ze niet in een voorgekookt sjabloon passen. Als ze alleen checken of wat daar zwemt een eendje is.
Voor kleine, duurzame ondernemers is het vaak te lastig, te duur en te veel werk om aan de eisen van een bepaald keurmerk te voldoen. Dat vereist namelijk protocollen, audits en controles, en daar zitten ze niet op te wachten.
Oude denkpatronen
Bovendien leggen keurmerken maar al te vaak de best practices van een bepaald moment vast. Maar duurzame innovaties volgen elkaar snel op en sommige vernieuwingen passen niet in oude denkpatronen. Logisch dat inkopers van papier vragen om een FSC-keurmerk als ze papier bestellen, want dat werd altijd gemaakt van hout. Een FSC-keurmerk garandeert dat de bomen die daarvoor gekapt worden duurzaam verbouwd worden. Maar wat moet je als lelijk eendje dat papier maakt zonder bomen om te hakken omdat je het maakt van het nog veel duurzamere olifantsgras? Geen FSC-stempel voor jou, én geen kopers want die vragen uitsluitend gecertificeerd papier.
En dan nog: welk keurmerk garandeert nou precies wat? Niemand die het weet. Volgens MilieuCentraal zijn er in Nederland ongeveer 200 duurzaamheidskeurmerken - alsof dat helderheid brengt. Bij elk keurmerk hoort wel een checklist of verbeterplan en vaak zitten daar heel verstandige onderdelen in. Keurmerken zijn dus niet per definitie gebakken lucht. Ze kunnen best nuttig zijn om een bepaalde minimumkwaliteit te garanderen. Alleen passen ze vaak niet bij het lelijke eendje dat geen oud proces wil verbeteren maar het gewoon écht anders wil doen.
Het gebruik van duurzaamheidskeurmerken haalt de scherpe kantjes van onduurzame praktijken af, maar hoe herken je dan de jonge zwanen in de vijver? De enige manier is om je te verdiepen in het verhaal van die bedrijven. Doorvragen als ze zeggen niet over een keurmerk te kunnen beschikken, luisteren naar de manier waarop ze hun productieproces beschrijven. Als ze alleen praten over minder afval, minder energieverbruik of minder ziekteverzuim ben je aan het verkeerde adres. In plaats van 'minder, minder' zullen ze komen met een positief verhaal over meer hernieuwbare grondstoffen, meer groene stroom of meer inzet van miskend talent. Daar zijn geen afvinklijstjes voor, dat vraagt om een nieuwe blik. Kortom: keurmerken zijn handig om het de grootste beunhazen lastig te maken, maar ze helpen niet echt mee om duurzame innovatie te stimuleren.
Hulde aan de lelijke eendjes van Nederland. Niemand werpt ze broodkorstjes toe, maar ooit zijn zij de koning van de plas.