Dure wijn drinken? Dienstbaar zijn!

Leden van Rotaryclub Amsterdam-West tijdens hun wekelijkse bijeenkomst in sociëteit De Industrieele Groote Club. Beeld Patrick Post
Leden van Rotaryclub Amsterdam-West tijdens hun wekelijkse bijeenkomst in sociëteit De Industrieele Groote Club.Beeld Patrick Post

De Maand van de Filosofie is gewijd aan ongelijkheid. In een serie verkent Trouw dat thema. Vandaag: lunch bij de Rotaryclub. Heeft de elite een morele plicht om iets terug te doen voor de samenleving?

Marc van Dijk

Als ik mijn buurvrouw vertel dat ik naar een Rotary-bijeenkomst ga voor een reportage, trekt ze een vies gezicht. "Een club van rijken die zogenaamd goede dingen doen voor de armen", schampert ze. "Voor de stakkers die vooral arm dienen te blijven en waar ze zelf boven staan. Ze doen het vooral voor zichzelf, om bij elkaar goede sier te maken met hun goede werken, terwijl ze dure wijn zitten te drinken en al doende nog rijker worden."

Dit soort vooroordelen over Rotary zijn in mijn omgeving eerder regel dan uitzondering, leert enig rondvragen. Het verbaast me niks: ongelijkheid is niet slechts een actueel filosofisch thema, het is een open zenuw, een rode lap die je maar voor iemands neus hoeft te houden om een tirade te krijgen over topsalarissen en zichzelf verrijkende bankiers.

Actueel
Dat is natuurlijk niet enkel zo tijdens deze Maand van de Filosofie, en ook niet pas sinds de Franse ster-econoom Thomas Piketty daar met zijn bestseller 'Het kapitalisme in de 21ste eeuw' de inspiratie toe bood. Het onderwerp van groeiende ongelijkheid - en meer specifiek het ongenoegen over de hoge of exorbitant hoge beloning van mensen aan de top van de piramide - is chronisch actueel.

Soms vraag ik me af of we onszelf bij al die discussies over de legitimiteit van twee, drie of twintig keer de balkenendenorm niet vastdraaien in een onoplosbare kluwen, en intussen de belangrijkste vragen niet stellen. Het debat spitst zich toe op de vraag hoeveel de vuilnisman en de bankier verdienen en of dat al dan niet terecht is. Een intuïtie of sentiment (dat mag u zelf bepalen) is hierbij geneigd om hoe dan ook tegen hoge beloningen en topsalarissen te zijn - vaak zelfs zonder onderscheid te maken tussen de publieke en private sector.

Sociaal geograaf en politiek filosoof Ewald Engelen pleitte ooit voor een soort 'filantropisch draagkrachtbeginsel': de rijken zouden naar vermogen iets terug moeten geven. "Niet wat men op jaarbasis aan inkomsten binnenkrijgt zou moreel relevant moeten zijn, maar wat men ermee doet. Wie veel verdient, en dus veel maatschappelijk geluk heeft gehad, heeft ook grote morele verplichtingen jegens diezelfde maatschappij", schreef Engelen in 2007.

null Beeld thinkstock
Beeld thinkstock

Kan Rotary International daar een voorbeeldfunctie in vervullen? De logica van Engelen klinkt de leden van de Rotaryclub Amsterdam-West een beetje problematisch in de oren. In De Industrieele Groote Club, de deftige sociëteit aan de Dam waar deze groep al 35 jaar bijeenkomt, zeggen de leden dat iedereen naar vermogen medeverantwoordelijk is voor het geheel, niet slechts de bovenlaag.

Geen elite-club
Tijdens een lunch (kopje soep, broodje kaas) met uitzicht op het Paleis op de Dam benadrukken ze bovendien dat Rotary geen club van grootverdieners is. En ook geen elite-club, dat woord vindt men hier te beladen. Maar om in aanmerking te komen voor een lidmaatschap moet je volgens Rotary-uitgangspunten toch 'leading in business or leading in society' zijn? "Klopt", zegt voorzitter Peter Taks. "Maar de mentaliteit, de vraag wat je overhebt voor de samenleving, hoeveel energie je in humanitaire projecten wil steken, is minstens zo belangrijk."

De echte grootverdieners, de absolute topbestuurders in het bedrijfsleven, hebben volgens rotarian (zo noemen de leden zich) en jurist Albert Jan Visser helemaal geen tijd voor een lidmaatschap van Rotary, waarbij je in principe geacht wordt elke week aanwezig te zijn, nog afgezien van de uren waarin je je inzet voor charitatieve, sociale of educatieve projecten.

Het is ook de vraag of de heel snelle jongens en meisjes wel voor Rotary zouden kiezen. Als het je alleen om het netwerken te doen is, kan je volgens de rotarians bijvoorbeeld beter voor een zakenclub als de Lions kiezen. Bij Rotary krijg je er zoveel ethische verhalen en activiteiten bij, dat je daar doodmoe van zou worden als je er niet werkelijk in geïnteresseerd zou zijn. Een bankier haakte onlangs na twee maanden lidmaatschap af, juist vanwege die ethische dimensie, vertellen de leden.

Koken voor daklozen
Sophie Lambo, directeur van het Internationaal Danstheater in Amsterdam, sinds drie jaar rotarian: "Wij zijn allemaal gezegend qua omstandigheden waarin we zijn opgegroeid en wat betreft de kansen die we hebben gekregen. Natuurlijk heb ik ook zelf hard gewerkt om iets te bereiken. Maar ik vind het belangrijk om er ook te zijn voor mensen die niet die kansen en mogelijkheden hebben gehad. En dus werk ik mee aan projecten als koken voor daklozen en kunst in de klas op achterstandsscholen."

Albert Jan Visser vertelt hoe hij via Rotary jarenlang buddy is geweest van een vrouw die door een drugsverslaving aan lager wal was geraakt. "Het is een intelligente vrouw, geboren in hetzelfde jaar als ik. Ze heeft alleen, vooral door domme pech, een heel ander leven gehad. Ik denk dat ik voor haar van betekenis heb kunnen zijn, gewoon door regelmatig een uitstapje met haar te maken, te praten en te luisteren."

Rotarians gebruiken graag hun professionele kwaliteiten, zoals hun netwerkvermogen en hun doorgaans grote organisatiekracht. Dankzij hun wereldwijde verspreiding kunnen ze snel schakelen. Na de tsunami in 2004 werd er onder de leden geld ingezameld, dat direct naar Rotaryclubs in de getroffen landen werd gestuurd. Die konden het ter plekke onmiddellijk benutten. Rotarians zeggen graag dat zij de enige hulporganisatie zijn waarbij 'geen eurocent' aan de strijkstok blijft hangen. Ze zitten overal, en als ze toch ergens heen moeten, betalen ze hun vliegtickets natuurlijk zelf.

Toeval
Na de lunch is het tijd voor een aantal korte mededelingen over sociale projecten die verschillende leden momenteel coördineren. Via scholen in achterstandswijken worden vakanties geregeld voor kansarme kinderen, Rotary heeft daar op Vlieland een eigen vakantiehuis voor. Een ander lid doet verslag van een bijeenkomst met jongeren, over leiderschap.

Daarna is het tijd voor een korte lezing door een expert, ditmaal verzorgd door Tonko Grever, directeur-conservator van het Amsterdamse Museum Van Loon. Zoon van een rotarian, maar dat is toeval.

Na de lezing een snelle vragenronde, dan gaat iedereen weer zijns weegs. Twee uur uit en thuis, is het idee, zodat je aan een inspirerende bijeenkomst kan meedoen vanuit je werk.

Het mag bij Rotary International dan niet om het netwerken gaan, maar als ik thuiskom haal ik een paar interessante visitekaartjes uit mijn zak: van een museumdirecteur, een barones, een jurist en een multimedia-ondernemer.

Plicht tot grootmoedigheid
Oppassen nu, voor ik het weet doe ik net zo schamper als mijn buurvrouw. Terwijl grootmoedige en genereuze daden van welgestelden volgens Ewald Engelen niet beantwoord zouden moeten worden met na-ijver en wantrouwen, maar met maatschappelijke eer en erkenning. "Daar zouden politici het voortouw in moeten nemen", schrijft hij. "Nodig de vermogenden uit om hun plicht tot grootmoedigheid conform het filantropisch draagkrachtbeginsel te vervullen en overlaad hen met eer en erkenning, in plaats van hen hun recht op geluk te ontzeggen."

Voordeel: het kost niets. En het is volgens Engelen "waarschijnlijk een stuk effectiever in het maatschappelijk verankeren van veelverdieners dan het voortdurende politieke gekrakeel op basis van goedkope morele sentimenten en achterhaalde economische theorieën die doen vermoeden dat er eigenlijk nauw verholen jaloezie achter schuilgaat."

'Service above self'

Er zijn wereldwijd 1,2 miljoen mensen lid van Rotary International, in 34.000 clubs, gevestigd in meer dan 200 landen. Het is daarmee een van de grootste ngo's ter wereld.

Rotary, opgericht in de Verenigde Staten in 1905, noemt zichzelf 'een divers wereldwijd opererend netwerk van professionals en mensen die vanuit hun verantwoordelijkheden in bedrijfsleven en samenleving relevante maatschappelijke problemen aanpakken om levens te veranderen en goodwill en vrede te scheppen'.

In Nederland heeft Rotary 500 clubs en 19.000 leden. Rotaryclubs zijn altijd divers van samenstelling, ze kennen in beginsel maximaal twee leden per club met dezelfde beroepsuitoefening. Iedere club heeft zijn eigen 'serviceprojecten', maar alle clubs opereren onder het motto 'Service above self'. En: 'Learn, earn and return'. Beroepsethiek is vanaf de oprichting een centraal thema.

Rotaryclubs komen wekelijks op een vast tijdstip bijeen. Wat rotarians precies doen, verschilt van club tot club.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden