Duits eiland Borkum vreest Eemshaven
De bewoners van het grootste Duitse Waddeneiland Borkum voeren al sinds 2007 actie tegen de uitbreiding van de Nederlandse Eemshaven. "Greenpeace Nederland is wel erg laat wakker geworden."
Vanuit de mist doemt op het brede strand een groepje mensen op. Ze hebben sportkleding aan en gooien ballen naar elkaar. Na een kwartier loopt het groepje kuchend richting boulevard onder begeleiding van een sportleraar. Terug naar het kuuroord met uitzicht over de Waddenzee.
Dit is Borkum. Eén van de grootste Duitse Waddeneilanden met 5000 inwoners. Gelegen naast het Nederlandse Rottumerplaat en slechts 15 kilometer verwijderd van de Nederlandse Eemshaven. Het is laagseizoen. Het kleine en enige stadje op het eiland ligt er wat troosteloos bij. Restaurants zijn gesloten, in de paar kledingwinkels is geen bezoeker te bekennen en op het centrale plein waarop een vuurtoren uit 1800 prijkt, waait een gure wind. Inwoners en bezoekers blijven liever binnen. In deze tijd van het jaar vertrekt de laatste boot richting het vaste land al om half twee 's middags.
De Borkumse economie moet het in deze tijd niet hebben van de toeristen, in tegenstelling tot de zomer. Dan puilen de terrassen langs de boulevard uit. In de wintermaanden profiteert het Waddeneiland van de Duitsers die uit het industriële Ruhrgebied overkomen om een paar weken te kuren. Het eiland telt twee grote kuuroorden en een paar kleinere spa's. Die zijn voorzien van zwembad, sportruimte en restaurant; allemaal met uitzicht op de Waddenzee waar je, als je geluk hebt, de zeehonden ziet langszwemmen.
Bij de behandeling zijn gesprekken met een psycholoog inbegrepen, net als fysiotherapie. Kuren is een typisch Duitse traditie. Vooral Borkum is daar volgens de Duitsers uitermate geschikt voor. Het heeft een zogenoemd openzeeklimaat. Wind, zon, zeewater en jodium dat zich in de lucht bevindt, zijn de kernwoorden voor een snel herstel voor mensen met astma, hart- en vaatziektes, of een burn-out. Massaal trekken mensen met dit soort klachten vanuit het Ruhrgebied naar de schone lucht van Borkum. Bijkomend voordeel is dat de Duitse verzekering alles vergoedt. Weliswaar op doktersadvies, maar die doet over het algemeen niet erg moeilijk over een verwijzing.
Die kuurtraditie wordt bedreigd. "Dat komt door die shit vanuit de Eemshaven", zegt de sportleraar van het Nordsee kuuroord die het groepje mensen op het strand begeleidt.
De Borkumers zijn boos. Het eiland wordt van alle kanten ingebouwd en vervuild. De grootste zorg is de snel groeiende Eemshaven, waar in hoog tempo drie nieuwe energiecentrales verrijzen. Een poeder-kolencentrale van het Duitse RWE, een multi-fuel centrale van Nuon en een gasgestookte centrale van Eemsmond Energie. Het Eemsgebied moet straks 30 procent van het Nederlandse energieaanbod voor zijn rekening gaan nemen.
"Als het niet mistig is, kun je de centrales vanaf hier zien. Wij liggen op slechts vijftien kilometer van de Eemshaven", zegt Christian Schäfer vanaf de boulevard. Hij heeft in 2007 het actiecomité Besorgte Borkumer Bürger (BBB) opgericht. Het bestaat uit acht eilandbewoners die de activiteiten in de Eemshaven als grote bedreiging zien voor het Waddeneiland.
Schäfer somt op: "Als de wind verkeerd staat, blaast hij het fijnstof van de kolencentrales deze kant op." Weg schone lucht, weg kuurtraditie. "En de zeehonden die bij mooi weer het strand op komen, zullen last krijgen van de enorme kolenschepen die straks af en aan varen."
Dat is direct de tweede zorg van het actiecomité. Door het toenemend aantal schepen dat de Eemshaven gaat bevoorraden, moet de vaargeul uitgediept worden. Zonde voor de visstand, funest voor de schone lucht en een stremming voor de veerboten die in de zomer af en aan varen met de tienduizenden toeristen die Borkum bezoeken. Een belangrijke bron van inkomsten voor het eiland.
Als sociaal werker ontvluchtte Schäfer ruim tien jaar geleden het industriële Ruhrgebied. Hij ruilde het in voor de schone lucht van Borkum. Hij kwam in dienst van de kerk en runt in die hoedanigheid een pension waar gezinnen met weinig geld in de zomer vakantie kunnen vieren. Een paar jaar geleden deed hij zijn auto weg, want daar heb je op zo'n eiland volgens hem niets aan. "En nu wordt zelfs Borkum door de industrie bedreigd." Ironisch genoeg wekt het eiland zelf 25 procent van de energie duurzaam op uit wind, zon, en biomassa. Daarmee is Borkum één van de duurzaamste gemeenten van Duitsland. Het eiland beschikt over vijf windmolens en 7700 zonnepanelen, gebouwd op een oude vuilnisbelt van drie hectare groot.
"Terwijl wij zo duurzaam mogelijk proberen te leven, wordt dat vijftien kilometer verderop compleet teniet gedaan", zegt Schäfer. De BBB probeert Borkum te beschermen en eist compensatie in de vorm van natuur en geld. Het comité organiseerde al verschillende acties. Zo schreven alle vijfduizend eilandbewoners een kaart naar koningin Beatrix met het verzoek te stoppen met het uitdiepen van de Eems en de bouw van de kolencentrales. Ze kregen nooit antwoord.
En een aantal leden van het actiecomité ging naar de aandeelhoudersvergadering van RWE om de bezwaren kenbaar te maken. "Ze waren het deels eens, maar de bouw is niet gestopt", zegt Schäfer.
Het helpt niet dat de Nederlanders zich de afgelopen drie jaar zo stil hebben gehouden. "Bij Greenpeace Nederland kregen we in eerste instantie geen voet tussen de deur", vertelt Karl-Heinz Richter, één van de andere leden van het actiecomité en eigenaar van de plaatselijke krant. "Alleen de Waddenvereniging werkte in beginsel met ons samen. Nu voeren we samen met Greenpeace Nederland actie, maar de milieuorganisatie is wel erg laat wakker geworden. Het kost tijd om een goede campagne voor te bereiden, is het argument van Greenpeace. Maar ondertussen zijn de vergunningen voor de bouw van de kolencentrale al verstrekt."
Het is niet verwonderlijk dat de Nederlanders zich zo stilhouden. Richter: "De Eemshaven ligt in een relatief onbewoond gebied van Nederland. In de wijde omtrek staan misschien een paar boerderijen. Bovendien levert het veel werkgelegenheid op."
Dat maakt actievoeren voor de Borkumers lastig, zegt Gregor Ulsamer, gepensioneerd ingenieur. Hij was tussen 1961 en 2005 werkzaam op het vaste land, in de Duitse stad Emden. Hij keerde zes jaar geleden terug naar zijn geboortegrond Borkum. "Wij weten niet zo goed wie we moeten aanspreken. De Nederlandse regering? Die laat niets van zich horen. Bovendien vinden ze actievoerende Duitsers niet zo interessant. Zolang de eigen bevolking zich stilhoudt, valt er electoraal niets te vrezen. Verzet van een klein Duits eiland zal zo'n vaart niet lopen. Maar het gaat wel om onze voortuin."
Het deelstaatbestuur van Nedersaksen dan, waar Borkum deel van uitmaakt? "Hebben we geprobeerd, maar dat bemoeit zich niet met Nederlandse aangelegenheden. Bovendien kan ook Duitsland geld verdienen aan de Eemshaven. In Emden, dat grenst aan de rivier de Eems die Nederland en Duitsland scheidt, zullen vaker mensen overnachten die de Eemshaven moeten gaan bevoorraden. Voor de Duitse politiek reden om de kolencentrale te gedogen. Dus dan houdt het protest wel een beetje op."
Er zijn nog twee laatste strohalmen voor Schäfer en zijn actievoerders. "Ik verwacht er niet veel van, maar we gaan een brief schrijven aan Maxime Verhagen."
Wel biedt perspectief, volgens Schäfer, dat de advocaat-generaal van het Europese Hof in Luxemburg onlangs in een advies concludeerde dat Nederland nooit een milieuvergunning voor de kolencentrale had mogen afgeven. "In dat opzicht heeft Greenpeace Nederland overigens heel goed werk geleverd. De milieuorganisatie heeft dit aangekaart bij het Hof."
Volgens de advocaat-generaal overschrijdt Nederland de emissienormen door nieuwe kolencentrales toe te staan. De Raad van State doet, na advies van het Hof, in de zomer een definitieve uitspraak over de milieuvergunningen die afgegeven zijn. Tot die tijd blijven de actievoerders hopen op een schoon Borkum. Ulsamer: "Wij zijn een eiland dat leeft van de natuur. We zijn er van afhankelijk. Het is onze belangrijkste bron van inkomsten."
Dit is het slot van een tweeluik. Het eerste deel over de Eemshaven, over de economische baten die worden ingezet voor natuurbescherming, stond 22 februari op deze pagina.
Het Nederlands-Duitse grensconflict |
---|
De Borkumers hebben naast de industrie vanuit de Eemshaven ook last van horizonvervuiling. Het Duitse energiebedrijf EWE wil nog dit jaar beginnen met de bouw van windmolenpark Riffgat, vijftien kilometer ten noordwesten van Borkum. De 30 turbines, elk met een capaciteit van 3,6 megawatt, moeten honderdduizend Duitse huishoudens van energie gaan voorzien. „Een windmolenpark is natuurlijk prima, maar liever ver in zee zodat het niet zichtbaar is”, zegt Gregor Ulsamer. „Riffgat ligt slechts 15 kilometer uit de kust. Niet zo leuk voor toeristen die hier ’s zomers van de zonsondergang willen genieten.” Bovendien vreest Ulsamer dat het windmolenpark de scheepvaart in de weg kan zitten. De Borkumers hebben een rechtszaak aangespannen tegen de bouw van het park, maar de rechter zag geen reden om de vergunning in te trekken. Ook Nederland verzet zich tegen de bouw. Niet zozeer vanwege het uitzicht. Volgens de regering komt een deel van de molens in Nederlandse wateren te staan. De grens in het Eems-Dollardgebied wordt al jaren betwist. Duitsland gaat ervan uit dat de grens zich bevindt op de Nederlandse laagwaterlijn, terwijl Nederland meent dat die in het midden van de rivier de Eems loopt. Nu het gebied economisch steeds belangrijker wordt, zijn Nederland en Duitsland op diplomatiek niveau constant in discussie over wie welke (economische) activiteiten mag ontplooien. „Dit grensconflict speelt al sinds 1500”, zegt Jan van den Broek, historicus uit Groningen. „Het is nooit geëscaleerd. Dat is opvallend. De Nederlanders en de Duitsers hebben altijd praktische oplossingen gevonden.” Volgens Van den Broek speelde het gebied in de vijftiende eeuw al een economische rol van betekenis. „De Duitse haven van Emden, dat grenst aan de Eems, is altijd belangrijk geweest voor de scheepvaart. In 1500 bijvoorbeeld protesteerden de Groningse scheepslui al tegen de tol die ze moesten betalen voor de haven en het gebruik van de rivier bij Emden omdat ze vonden dat het Nederlands grondgebied was.” De graven van het Duitse Oost- Friesland hebben tot twee keer de grens aangevochten – in de zestiende en in de twintigste eeuw. Ze probeerde een deal te sluiten over de laagwaterlijn. Het is tweemaal mislukt, Nederland stemde niet in. Van den Broek: „Zo lang het diplomatieke overleg goed blijft gaan, hoeven we ons geen zorgen te maken over de grenzen. Steeds worden er weer oplossingen gevonden voor visvangst, bodemschatten en natuur.” |