Dronken rijders even niet berecht
In de Nederlandse rechtbanken worden de komende maanden inhoudelijk geen strafzaken behandeld tegen dronken automobilisten die via een bestuurlijke maatregel in aanmerking komen voor een alcoholslotprogramma.
Het Openbaar Ministerie wacht met al deze zaken nu het opleggen van zo'n alcoholslot naast een strafrechtelijke sanctie mogelijk in strijd is met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. De Hoge Raad, aan wie het OM onlangs de kwestie in cassatie heeft voorgelegd, doet vermoedelijk in maart hierover uitspraak.
Sinds een week verzoeken officieren van justitie de politierechters om op de rol staande strafzaken tegen automobilisten met een alcoholpromillage van tussen de 1,3 en 1,8 aan te houden, bevestigt een woordvoerster van het College van Procureurs-Generaal.
Dit betreft de categorie verdachten die op grond van huidige wetgeving via het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen een alcoholslotprogramma wacht én strafvervolging. Afhankelijk van de uitspraak van de Hoge Raad bepaalt het OM later of strafvervolging in deze zaken moet doorgaan.
Jaarlijks moeten enkele duizenden automobilisten het alcoholslot in hun auto laten inbouwen. Het slot is een startonderbreker met een blaaspijpje. De automobilist die er mee te maken krijgt moet, alvorens hij kan wegrijden, blazen en dat op willekeurige momenten tijdens de tocht herhalen. Het slot blijft minimaal twee jaar gehandhaafd. Wie weigert of afhaakt is het rijbewijs vijf jaar kwijt. Onderdeel van het programma is een cursus. Alles bij elkaar kost een alcoholslotprogramma de overtreder ongeveer 5000 euro.
Aangezien het alcoholslot formeel slechts een bestuurlijke maatregel is, wacht een beschonken automobilist óók de gang naar de strafrechter. Die kan hem een hoge boete en onvoorwaardelijke rijontzegging opleggen.
Onlangs echter bepaalde het gerechtshof in Den Haag dat het OM niet ontvankelijk was in de strafvervolging van een alcoholovertreder. Dezelfde overtreding dubbel bestraffen met meerdere sancties van verschillende overheidsinstanties is de kern van het juridische bezwaar tegen dit tweesporenbeleid.
Rechters tonen zich al langer ongelukkig met de aanpak van dronken bestuurders. Het stoort hen dat bij het opleggen van een alcoholslotprogramma niet naar persoonlijke omstandigheden van alcoholovertreders wordt gekeken. Dit verhoogt de kans dat zondaren schulden opbouwen, zeker als de politierechter nog een flinke boete oplegt.
De komende maanden handelen rechters over lopende alcoholzaken naar bevind van zaken. Bijvoorbeeld als een bestuurder, van wie het rijbewijs al is ingenomen, dat document in afwachting van de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak terug wil.
Bij zo'n gelegenheid in Rotterdam toonden officier van justitie én rechter zich vorige week ruimhartig. De first offender, die voor zijn werk afhankelijk bleek van zijn auto, kreeg (op voorspraak van de aanklager) van de rechter de toezegging dat hij het rijbewijs binnen veertien dagen terug heeft. Reden: de behandeling van de strafzaak loopt buiten zijn schuld om vertraging op.