Opinie
Door prikkelende kop gaat de nuance verloren
Applaus voor de zon', stond er boven een bijzonder artikel van Wim Jansen in de Verdieping (4 juni) over de ziel van de Braziliaanse stad Salvador de Bahia. Leuk stuk, maar saaie kop, dacht de collega van de internetredactie. De overbelaste internet-scroller zal een stuk met zo'n kop zeker niet gaan lezen. Al lezende kwam zij de volgende zin tegen in het artikel: 'Ik schrijf 'neger', omdat dit hier schijnt te moeten'. Dat werd de kop.
Nou, dat hebben we geweten. Inderdaad werd het een van de best gelezen stukken op de Trouw-site. Maar menigeen viel ook over de blanke schrijver heen, een oud-collega van de krant. Hij werd uitgemaakt voor een onvervalste racist. "In Nederland is neger de term die de witte autochtoon volhoudt te gebruiken om zwarte Nederlanders te benoemen, om hun eigen witte suprematie en privilege (mede om ongeremd en onbestraft racisme uit te oefenen) te bevestigen en te bekrachtigen", reageerde Patricia Schor, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht en 'Braziliaans-Nederlandse', op de opiniepagina van 7 juni. Zij omschreef het artikel als 'ouderwets etnografisch eurocentrisme'. Ook op haar Facebook-pagina ging ze tekeer tegen Jansen, die zelf spreekt van een haatcampagne tegen hem.
Negatieve connotatie
Het artikel van Jansen betreft een hoofdstuk uit zijn boek 'De reus ontwaakt/Reizen in Brazilië'. In Salvador volgde hij een cursus Portugees voor gevorderde beginners. Tijdens de eerste les krijgt hij te horen dat het woord preto, Portugees voor zwart, een negatieve lading heeft. Daarom spreekt men liever niet van zwarten, maar van negros. Vermeldenswaard, vond Jansen, omdat in Nederland de negatieve connotatie precies andersom zou liggen.
Of die conclusie van Jansen terecht is, is de vraag. Wat mij betreft kun je je op glad ijs begeven met allerlei aanduidingen om herkomst, etniciteit of ras aan te duiden. Het gaat niet om wat je bedoelt, maar om hoe de ander het ervaart. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het maatschappelijk debat over Zwarte Piet. Wat de één ziet als een honderden jaren oude traditie, is voor de ander een staaltje blanke suprematie over de zwarte medemens. En tussen deze uitersten zijn veel gevarieerde opvattingen mogelijk.
Ook wat betreft het artikel van Jansen ligt de kwestie complexer dan de uit haar heup schietende Schor stelt. Zij lijkt vooral getriggerd door de kop boven het verhaal op internet. Deze kop is bedacht door een collega die oorspronkelijk uit Suriname komt. Zij overlegde met een collega die haar waarschuwde dat zo'n kop een hoop gedoe kon geven. Toch zette ze door.
Conventies
Persoonlijk zegt ze er niet zo'n last van te hebben. Negerin, zwart, bruin, Surinaamse, Creoolse, Afro-Nederlandse, alle typeringen over haar herkomst - lees huidskleur - passeren bijna dagelijks wel een keer de revu. Wel stoort het haar dat haar huidskleur vaak een issue is in gesprekken, zelfs in gesprekken met de 'donkere' medemens. Daarom dacht ze ook: ik trek me niets aan van allerlei conventies. Ik zet deze kop boven het verhaal.
De kritiek betreft uiteraard niet alleen de kop. Wim Jansen beschrijft in het gewraakte artikel de broeierige samenleving van Salvador. Hij stelt daarin het ingewikkeld samenspel van verhoudingen en relaties aan de orde, tussen mensen, tussen mannen en vrouwen, tussen lichtere en donkere mensen, tussen oude mannen en jonge meiden. Je kunt het er mee eens of oneens zijn, over smaak valt niet te twisten, maar Jansen waagt een poging de complexe verhoudingen in een land te beschrijven - zónder bijbedoelingen.