Doof is meer dan niet kunnen horen

Het dreigende faillissement van de stichting Maatschappelijke Dienstverlening aan Doven (Madido) zorgde voor grote onrust binnen de dovengemeenschap. De tolkendienst en de afdeling voor maatschappelijk werk leken een onzekere toekomst tegemoet te gaan. Deze week kwam het echter tot een doorstart. Een eigen maatschappelijke dienstverlening wordt belangrijk gevonden, omdat doofheid meer is dan een handicap, het is een manier van leven.

Hélène Butijn

In de Verenigde Staten wordt al gesproken over Deaf Power, een evenknie van de Black Power-beweging. Bij verkiezingen worden doven opgeroepen op dove kandidaten te stemmen. En via de computer wisselen doven versies uit van de tien geboden van de 'dovencultuur': Gij zult geen andere cultuur stellen boven de dovencultuur. Gij zult geen oogcontact verliezen wanneer gij met een dove communiceert. En vooral zult gij geloven dat een doof mensenlijk organisme alle dingen kan, behalve horen.

In Nederland zijn doven nog niet zo ver geëmancipeerd als in de VS. De Nederlandse dovengemeenschap was lange tijd sterk verdeeld en kende vijf verschillende, meest regionale, gebarentalen. Nu die worden gestandaardiseerd, groeit de eenheid onder doven. Vooral jonge doven zijn ambitieus, zelfbewust en interesseren zich voor de dovencultuur.

Kennis van die cultuur is volgens maatschappelijk werker Henry van der Zwan, zelf horend, essentieel om doven en doofblinden goed te begeleiden. Zo'n dertig procent van de doven maakt gebruik van de diensten van het maatschappelijk werk tegen tien procent van de horenden. Van der Zwan werkte bij de Stichting maatschappelijke dienstverlening aan doven (Madido) en zat in de ondernemingsraad. Madido ging failliet, maar deze week is de doorstart gerealiseerd. Noodzakelijk, want doven kunnen niet simpelweg met een tolk bij het algemeen maatschappelijk werk terecht, benadrukt Van der Zwan.

Om te kunnen begrijpen wat de dovencultuur is, moet je doof zijn, meent hij. Volgens wetenschappers als de Amerikaanse sociolinguïste Carol Erting is doofheid meer dan alleen een fysieke handicap. Het is, zo meent ze, een manier van leven. Erting maakt dan ook onderscheid tussen doof (audiologisch doof) en Doof (doofheid als cultuurbegrip). Erting en andere wetenschappers vergelijken de dovengemeenschap met etnische minderheden; een groep met een eigen taal en cultuur, eigen waarden, normen en gedragingen. ,,Bij dovencultuur denk ik ook aan manieren van elkaar roepen'', schrijft onderwijzeres Corina Burggraaf desgevraagd. ,,Er gelden speciale regels, bijvoorbeeld nooit iemand op hoofd, handen of rug aantikken; elkaar op de benen aantikken kan alleen als de personen elkaar heel goed kennen. Standaard is elkaar aantikken op de schouder of wapperen met de hand.''

Zoals een minderheidsgroep betaamt, zegt Van der Zwan, staan veel doven ambivalent tegenover de (horende) meerderheid. Aan de ene kant worden doven die intensief contact hebben met horenden in stilte bewonderd door andere doven. Maar ook afgunst en jaloezie komen voor. De betreffende dove wordt gezien als 'overloper'. Van der Zwan: ,,Zoiets geeft spanningen. Door hun cultuur te benadrukken, vragen doven bevestiging van hun identiteit. Net als feministen destijds.''

Doofheid betekent een communicatieprobleem, waarvan horenden de reikwijdte niet doorzien. Doofgeboren kinderen missen vanaf het begin essentiële detailinformatie. Zij missen niet alleen de inhoud van berichten, maar kunnen ook niet aan de klank en hoogte van de stem horen wat de spreker eigenlijk bedoelt. Intonatie en gezichtsuitdrukking gaan bij horenden vaak niet synchroon. Dat is verwarrend voor doven. Ze missen informatie die horenden onderling uitwisselen en voelen zich zo soms buitengesloten. ,,Een ruzie van een uur tussen horenden wordt soms in twee zinnen samengevat. Dat belemmert de socialisatie'', zegt Van der Zwan. Ook krijgen doven vaak gewoonweg onvoldoende informatie. Nog niet alle televisieprogramma's zijn ondertiteld. ,,Het wereldbeeld van doven is dan ook nogal zwart-wit, ongenuanceerd.''

In het sociale verkeer missen doven kleine, maar soms essentiële, brokjes informatie. ,,Toevallige gesprekjes in de rij bij de bakker, bijvoorbeeld over plannen van de gemeente, hoort een dove niet. En als iedereen bij de bushalte ineens in lachen uitbarst, kan een dove zich erg ongemakkelijk voelen en denken: lachen ze soms over mij? Op het werk ziet een dove bijvoorbeeld dat de ene horende collega ineens voor de andere koffie haalt. Die vinden elkaar aardig, daarom doet hij dat, denkt een dove dan bijvoorbeeld. Maar waarom krijg ik nooit vanzelf koffie? De dove heeft niet gezien dat de horende de ander om drinken heeft gevráágd.'' Doven worden daar volgens Van der Zwan vaak onzeker en argwanend van. Maatschappelijk werkers moeten daarom - in gebarentaal - met hen samenwerken en niet alleen zeggen wat doven moeten doen. ,,Voor doven is het heel vervelend steeds 'wacht even' te zien wanneer horende hulpverleners met elkaar praten.''

Maatschappelijk werk probeert te voorkomen dat doven in een sociaal isolement raken. ,,Ik heb een jongen begeleid die zeer moeilijk met horenden kon communiceren. Hij wilde er graag bij horen en liet drugsdealers toe in zijn huis. Hij was een makkelijke prooi, moest zelfs hun boodschappen betalen. Na een jaar heeft hij ze de deur gewezen. Maar dat was erg moeilijk. Beter aandacht van hen, dan helemaal geen aandacht.'' Maatschappelijk werk helpt doven weer een plaats te vinden binnen de dovengemeenschap. Zo worden ze gesterkt om ook weer met horenden contact te zoeken.

Volgens Annet de Klerk van het doveninstituut in Sint Michielsgestel wordt steeds duidelijker dat deelnemen aan de dovencultuur jongeren kan helpen hun doofheid beter te accepteren, hun eigen identiteit te ontdekken en hun plaats te vinden in de maatschappij. ,,Dove kinderen kwamen vroeger vrijwel nooit in contact met oudere doven. Sommige kinderen dachten dat, als ze groot zouden zijn, hun doofheid over zou zijn. Met elkaar te praten over hun ervaringen in de horendenmaatschappij helpt doven hun bewustzijn te sterken.'' De vijf gespecialiseerde scholen in Nederland ontwikkelen daarom nu samen lesmateriaal voor het vak dovencultuur. In Groningen is dat vak al enkele jaren vast onderdeel van het onderwijsprogramma, de school voor doven in Rotterdam besteedde eens per jaar een week lang aandacht aan dovencultuur.

Ook het gebruik van gebarentaal is steeds meer geaccepteerd. Tot eind jaren tachtig mochten het kinderen in het doveninstituut in het Brabantse Sint Michielsgestel onderling geen gebarentaal gebruiken. Doven moesten worden voorbereid op het meedraaien in de horende maatschappij, was het idee. Om te overleven, zouden doven zich zoveel mogelijk moeten aanpassen aan 'de cultuur van de horenden'. Met gebarentaal zouden zij zich afzonderen, slechter verstaanbaar zijn voor horenden en hun taalgevoel onderontwikkelen. De nadruk lag op 'spraak afzien' (liplezen) en spreken. Sinds 1994 kunnen de dove kinderen op Sint Michielsgestel een tweetalig lesprogramma volgen waarin zowel 'oraal' wordt les gegeven als de nieuwe officiële NGT (Nederlandse gebarentaal) wordt onderwezen. Andere scholen voor dovenonderwijs voerden lessen NGT aanzienlijk eerder in.

De dovencultuur in Nederland is onmiskenbaar groeiende. Maar of de Amerikaanse Deaf Power zijn Nederlandse variant zal krijgen, betwijfelt De Klerk: ,,Dit is natuurlijk een heel andere maatschappij. In de VS moeten doven meer vechten voor hun voorzieningen en rechten. De dovengemeenschap in de VS is groter en daarmee commercieel interessanter. Doven kunnen zich daar meer profileren. Op de manier zoals in de VS zal de Deaf Power dus waarschijnlijk voorlopig niet naar Nederland komen. Wel zullen doven hier in Nederland steeds vaker met succes vechten voor hun eigen identiteit.''

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden