Doodstraf Van der Lubbe nietig, de mythes leven voort

De doodstraf van Marinus van der Lubbe, die in 1933 veroordeeld werd voor de brand in de Rijksdag, is na een juridische strijd van veertig jaar nietig verklaard.

Seije Slager

„Dat is een daad van tien minuten geweest”, prevelde Marinus van der Lubbe, toen hij in 1933 tijdens zijn proces bekende dat hij het Rijksdaggebouw in Berlijn in brand had gezet. „Dat heb niets te beduiden, alleen, maar datgene wat daarna gekomen is, dat heb alles te beduiden. Dat kan ene persoon niet omvatten.”

Profetische woorden. Want ruim zeventig jaar later is de controverse rond de mysterieuze martelaar Van der Lubbe, communist uit Oegstgeest, nog lang niet uitgewoed. Was hij een eenling die met een toorts in de hand een daad wilde stellen tegen het opkomende nazisme? Of belandde hij tegen wil en dank in een complot van de nazi’s, die de brand gebruikten als excuus om de rechtsstaat op te schorten en hun alleenheerschappij te vestigen?

Hoe dan ook maakte het Duitse Openbaar Ministerie (OM) gisteren bekend dat zijn terdoodveroordeling, op 10 januari 1934 voltrokken door onthoofding, geen juridische basis had. Daarmee eindigt een jarenlange strijd. In 1967 werd de doodstraf al eens met terugwerkende kracht omgezet in een gevangenisstraf van 8 jaar, later werd ook die hem kwijtgescholden. Maar toen bleek dat er geen geldige aanleiding was geweest voor de heropening van de zaak, werd de al enige decennia eerder gestorven Van der Lubbe toch weer officieel opgezadeld met zijn oorspronkelijke doodvonnis.

De nieuwe opschorting van dat vonnis heeft enkel juridische gronden, verklaart een woordvoerster van het Duitse OM. Van der Lubbe werd destijds veroordeeld op basis van twee nazi-verordeningen, die door een speciale wet uit 1998 alle rechtskracht is ontnomen. De Duitse rechtspraak mengt zich nadrukkelijk niet in de historische debatten over Van der Lubbe.

Van der Lubbe werd in 1909 geboren in een eenvoudig arbeidersgezin, en werkte vanaf zijn dertiende als metselaar. Op zijn zestiende kreeg hij kalk in zijn ogen, waardoor hij zijn gezichtsvermogen deels verloor, en moest stoppen met zijn beroep. Het was voor hem een impuls om politiek actief te worden, al leefde hij altijd op gespannen voet met de officiële communistische beweging. Zo distantieerde de Komintern, de internationale communistische beweging, zich al in 1933 van de Rijksdagbrand met een ’bruinboek’ over Van der Lubbe, waarin die als homo werd voorgesteld die met de nazi’s in het bed zou zijn gedoken.

Van der Lubbe liep op 27 februari 1933 inderdaad rond bij de zojuist aangestoken Rijksdag, en bekende. Hij had her en der al aangekondigd dat hij een daad wilde stellen om de ingeslapen linkse beweging in Duitsland wakker te schudden.

Maar twijfels over zijn daderschap zijn altijd gebleven. Zijn verklaringen waren tegenstrijdig, en op het proces leek hij gedrogeerd. Bovendien denken brandexperts dat de brand niet door één persoon kan zijn aangestoken. Er werden ook sporen van het uiterst brandbare fosforkoolwaterstof aangetroffen, die door de SA was ontwikkeld, en SA’ers liepen er ook rond op het moment van de brand.

Joost Seelen maakte in 1998 de documentaire ’Water en Vuur’, waarin hij liet zien dat de historische figuur Marinus van der Lubbe schuilgaat achter vele onontwarbare en ideologisch gekleurde mythes. Daar zal dit vonnis weinig aan veranderen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden