Doe voorzichtig met de Russen
In het Filosofisch Elftal analyseren twee denkers een actuele kwestie. Vandaag: de situatie in Oost-Oekraïne roept herinneringen op aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Kan de geschiedenis zich herhalen?
De Britse Harvard-historicus Niall Ferguson ziet vergaande parallellen tussen deze zomer en die van 1914, schreef hij onlangs in NRC Handelsblad. Een eeuw geleden was een terroristische daad die de steun had van een staat de katalysator van een almaar uitdijend conflict, dat aanvankelijk draaide om een schijnbaar onbeduidend stuk land, Servië. Op 1 september 1914 brak als gevolg ervan de Eerste Wereldoorlog uit. Gaat het ook zo in 2014?
Heeft het zin om op deze manier te denken? Is het, zoals de volkswijsheid wil, onafwendbaar dat de geschiedenis zich herhaalt?
'Beetje anders'
Frank Ankersmit, emeritus-hoogleraar geschiedfilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen: "Op een bepaald niveau wel. Er zijn altijd oorlogen en er worden altijd vredes getekend. Er zijn periodes van vooruitgang en periodes van achteruitgang. Schopenhauer zei: Semper eadem sed aliter. De geschiedenis herhaalt zich altijd, maar altijd een beetje anders. En dat 'beetje anders' is precies het probleem. Want hoe weet je wat in dit geval hetzelfde, en wat anders is?
Ik denk niet dat er momenteel een oorlog op uitbarsten staat, laat staan een wereldoorlog. Alle westerse landen en de Navo hebben aangegeven dat ze over Oekraïne geen oorlog gaan voeren. Ferguson heeft wel twee dingen goed gezien. Ten eerste: je kunt je op grond van de geschiedenis afvragen of sancties tegen een leider als Poetin wel zo'n slim middel zijn. En je zou in de lijn van de Duitse Poetin-Verstehers wat meer begrip moeten hebben voor de wereld zoals die eruit ziet vanuit Moskou."
Thierry Baudet (1983) historicus, jurist, debater, schrijver en debutant in het Filosofisch Elftal. Hij publiceert onder meer over de Europese politiek. "Ik zou nog een stap verder willen gaan. Juist bij onze westerse buitenlandpolitiek van na de val van de Muur kun je grote vraagtekens zetten. Heel dat triomfalisme à la Fukuyama - 'ons staatsmodel is het einde van de geschiedenis, en we bombarderen de resterende dictators weg zodat de liberale democratie vanzelf kan opbloeien' - is van een lachwekkende hoogmoed. Het was Poetin die waarschuwde voor het alternatief voor Assad; toch bleef het Westen Assad verzwakken en zijn tegenstanders steunen. Het resultaat: het kalifaat van IS (voorheen Isis).
"Het Westen doet nu lelijk nu tegen Poetin, maar het heeft kilo's boter op het hoofd. Het exclusieve associatie-akkoord van de EU, bijvoorbeeld, aangeboden aan Oekraïne, waarmee het land verplicht zou worden de banden met Rusland te laten vieren; de onderhandelingen over toetreding tot de Navo; dat is allemaal zeer expansionistisch."
Revanche-sentimenten
Ankersmit: "Ik moet nu, net als toen Rusland de Krim innam, denken aan een ander historisch moment: het Weens Congres in 1814-1815. Dat congres moest besluiten wat er met Frankrijk moest gebeuren, dat zich in de jaren van de napoleontische oorlogen imperialistisch en agressief had opgesteld. Het congres besloot om Frankrijk niet hard te straffen, maar het land in zijn waarde te laten. Men achtte het niet verstandig om het land diep te vernederen. Dankzij dat wijze besluit zijn er destijds in Frankrijk geen revanche-sentimenten ontstaan, en verliep de negentiende eeuw daarna relatief rustig.
Dat zou óók een les kunnen zijn, als het gaat om de omgang met het voormalige Sovjetrijk. We moeten voorzichtig omspringen met een land dat zo lang deel was van de Europese naties, dat meer dan de Engelsen en de Amerikanen nazi-Duitsland ten val heeft gebracht en dat de afgelopen twee eeuwen zo'n grote politieke en culturele rol heeft gespeeld. Als je Rusland diep vernedert, komt daar donderij van. Je kan een situatie krijgen als na Versailles 1918, waar met de zware bestraffing van Duitsland de basis werd gelegd voor de opkomst van de nazi's."
Baudet: "Mee eens. Maar wat kunnen we hier nu uit afleiden in antwoord op de vraag of de geschiedenis zich herhaalt? Ik heb de cyclische geschiedsopvatting van Oswald Spengler altijd een mooi idee gevonden - alles gebeurt steeds opnieuw. Wereldrijken die opkomen en ten onder gaan als bloemen die bloeien en verwelken. Het is verleidelijk om in die termen te denken over Europa als een avondland in ondergang. In het Midden-Oosten is het ook een populaire zienswijze - IS realiseert een zogenaamde 'terugkeer van het kalifaat'.
Toch denk ik dat dit beeld niet van een grote werkelijkheidszin getuigt. Culturen kennen niet de inwendige logica van organismen. Het cyclische beeld is net zo onhoudbaar als het geschiedenisbeeld van een opgaande lineaire lijn. Daar zijn we minstens zo verslaafd aan. Om de haverklap zien journalisten en wetenschappers gebeurtenissen 'voor het eerst in de geschiedenis' plaatsvinden - 'historische doorbraken'. Niets vinden we moeilijker dan te aanvaarden dat het misschien nooit echt slecht was, en dat het ook nooit echt veel beter wordt. Dat het gewoon allemaal een beetje kabbelt."
'Aan elke metafoor rammelt wel iets'
Ankersmit: "Hoe belangrijk het ook is om van de geschiedenis te leren, het zien van analogieën in het verleden blijft een riskante zaak. Wij hebben een metaforische verhouding tot het verleden, we kunnen het enkel begrijpen via metaforen - de Verlichting is een metafoor voor een periode. Maar aan elke metafoor rammelt wel iets. Als ik zeg: 'Jan is als een varken', dan zie ik dat bevestigd als hij zit te vreten, boeren laat of rommel maakt. Maar als hij een boek leest, gaat mijn metafoor niet meer op. Zo is het met het verleden ook. Gelukkig kunnen we de metaforen steeds verder preciseren en verfijnen. De geschiedschrijving is een rationele discipline die vooruitgang doormaakt, en kan als zodanig uitgangspunt vormen voor verstandig politiek handelen in de toekomst."
Baudet: "Je zou met net zoveel recht kunnen beweren dat er achteruitgang plaats kan hebben in ons beeld van het verleden. Ons huidige begrip van historische processen en de lessen die we daar nu uit trekken doet niet noodzakelijkerwijs onder voor het verleden, maar stijgt er ook niet noodzakelijkerwijs bovenuit.
Er is een bekende uitspraak van Zhou Enlai, toen hem gevraagd werd naar zijn mening over de Franse Revolutie. Het was halverwege de twintigste eeuw. Hij antwoordde: 'Te vroeg om te zeggen'. Historische ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de Verlichting of de Franse Revolutie, hebben een immens lange nawerking. Wie zal zeggen wat uiteindelijk, over tweehonderd jaar, onze mening is over het Europese project? Of over Poetin? Ik denk dat historici hier vooral moeten waken voor misplaatste arrogantie. Evenals politici die zich op de geschiedenis zeggen te beroepen."