Commentaar
Doe-democratie kan succes worden als iedereen meedoet, ook premier Rutte
Politici kunnen gerust zijn; de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) kent burgers een veel grotere rol toe bij het vormgeven van de samenleving. Maar uiteindelijk beslist de politiek: de Tweede Kamer, Provinciale Staten, gemeenteraad. Daar zitten zij die zijn gekozen door het volk.
De WRR houdt in zijn net verschenen studie 'Vertrouwen in burgers' de essentie van de representatieve democratie intact. Tegelijk stellen de regeringsadviseurs vast dat die een groot manco heeft: de kennis en ervaring van inwoners worden stelselmatig onderbenut. In de politiek en de ambtenarij, maar ook bij maatschappelijke instellingen die notabene vaak zijn opgericht door de mensen zelf.
Dit inzicht van de WRR is niet nieuw. Sinds de jaren zestig, toen het belang van op levensbeschouwing georganiseerde zuilen begon af te nemen, is gezocht naar manieren om mensen betrokken te houden bij de politiek.
Tal van inspraakrondes zijn gehouden, maar alleen in de ruimtelijke ordening zijn die vast onderdeel geworden van de beleidsvorming. En zelfs D66 loopt niet meer te pronken met zijn kroonjuwelen: referenda en burgemeestersverkiezingen. Daar is eindeloos over gepraat, maar dat heeft weinig opgeleverd.
Onder leiding van oud-minister Pieter Winsemius (VVD) zoekt de WRR het nu in de doe-democratie, een begrip dat de raad niet zelf heeft uitgevonden, maar haarscherp aangeeft wat de raad voor ogen heeft. Burgers moeten in beweging komen, en ze mógen dat ook.
Hun bijdrage wordt gevraagd en is zelfs noodzakelijk, ook om de binding met het democratisch bestel overeind te houden. Wat zij vinden en kunnen, wordt voor beleidsbepalers maatgevend; zij denken niet langer voor de burger, maar ze gaan uit van de burger.
Idealistisch? In zekere zin. Huiveringwekkend zijn de verhalen over falende overheden. Maar het rapport laat ook talloze plekken zien waar de cultuuromslag in gang is gezet, waar niet wordt gedacht vanuit procedures en protocollen, maar vanuit de mensen voor wie de organisatie werkt, of dat nou een overheid is, een corporatie of een ziekenhuis.
Daar is iedereen bij nodig. Demissionair premier Rutte dacht de WRR snel voor zijn karretje van de kleine overheid te spannen. Dat kan best het resultaat zijn van deze exercitie. Maar niet het doel. Zonder visie, kaders en denkkracht vanuit het Rijk kan het voorlopig niet. Ook dat is niet nieuw, maar moet kennelijk nog steeds herhaald worden.