Directeur van je eigen school

Van krantenjongen tot directeur? Studenten Michiel Moerdijk (22) en Niek Stolker (22) van de School voor journalistiek in Utrecht doen in ieder geval een poging om directeur van hun eigen opleiding te worden. Zij hebben zich kandidaat gesteld om de school te leiden en zijn inmiddels uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

PAUL PRILLEVITZ

Over het salaris hebben ze nog niet nagedacht, vertelt Niek. Hij weet wel dat het huidige directiesalaris in de buurt van de 7000 gulden per maand ligt. Gevraagd of hij beneden de ton wel bereid is te beginnen aan de job, antwoordt hij als een echte directeur dat het hen niet te doen is om het geld. Het is er vooral om begonnen het onderwijs van de school te verbeteren.

Want Niek en Michiel vinden dat er op hun opleiding geen volwaardig onderwijs wordt gegeven. “Het onderwijs op de School voor journalistiek in Utrecht is veel te theoretisch”, aldus Michiel. “Vooral in het eerste jaar wordt er veel te weinig aan praktijkonderwijs gedaan. Aan het begin bestaat het lessenpakket vooral uit theoretische vakken. Over de journalistieke praktijk leer je weinig, terwijl wij denken dat je al doende veel beter het vak leert.”

“Veel studenten hebben, als ze beginnen, een romantische opvatting over de journalistiek. Dan valt zo'n droog eerste jaar natuurlijk erg tegen”, zegt Niek. Nadat de vorige directeur, Peter Schreurs, naar de VPRO vertrok, werden alle (interne) kandidaten afgewezen. Met verachting in hun stem vertellen Michiel en Niek dat er plannen zijn iemand met managerskwaliteiten aan te stellen. Michiel: “Managers zijn erg in tegenwoordig. Het is een trend. Overál worden managers gevraagd. Zelfs in het kabinet. Kijk maar naar premier Kok. Maar een manager heeft geen voeling met de journalistiek.”

Maar als de twee studenten als schooldirecteur onverhoopt toch ook manager moeten zijn, ziet Niek zich het liefst als “een manager voor en met de studenten. Nu is er een te grote kloof tussen studenten en directie.”

Michiel: “Wij willen een mediacentrum oprichten. Dat houdt in dat we vier redacties willen opzetten waar eerste- en tweedejaars de alledaagse routine van de journalistiek kunnen leren. Er komen redacties voor de regionale dagblad- en tijdschriftjournalistiek, tv en radio. De eerste en tweedejaars lopen op elke redactie een trimester lang mee. In het derde en vierde jaar ligt het zwaartepunt op radio en tv. De ouderejaars krijgen dan samen met de docenten de leiding over de jongerejaars.”

Niek: “We willen dat het mediacentrum een belangrijk journalistiek centrum voor Nederland, en misschien zelfs voor Europa, wordt, waar de televisie, radio en schrijvende pers veel baat bij hebben.”

“Er haken nu veel studenten af omdat het eerste jaar te theoretisch is”, meent Michiel. “Het is natuurlijk goed om als journalist over een brede ontwikkeling te beschikken. Maar je begint zo'n opleiding natuurlijk in de eerste plaats omdat je geïnteresseerd bent in journalistiek en niet in vakken als geschiedenis en aardrijkskunde.”

Een ander plan is om in beraad te gaan met de Scholen voor journalistiek van Zwolle en Tilburg. Michiel: “Nu is er amper samenwerking. Bij het verdelen van stages rijden de scholen elkaar vaak in de wielen. In plaats van samen te werken, beconcurreren we elkaar. Elke opleiding wil de beste school van Nederland zijn. Dat is natuurlijk onzin. Het gaat er immers vooral om goede journalisten af te leveren.”

De studenten hebben ook logistieke plannen. Zo willen ze de school anders gaan inrichten en de opzet van cursussen veranderen. Michiel: “Zo heb ik zelf een lichte studievertraging opgelopen, omdat een vak dat ik nog moet volgen, in een bepaald trimester niet wordt aangeboden. Als wij directeur worden, gaan we dat veranderen.”

De twee achten zichzelf de meest geschikte kandidaat voor de functie van directeur omdat ze de opleiding goed kennen, elkaar goed aanvullen en de benodigde kwaliteiten hebben. Michiel: “We zitten nog op school en kennen de organisatie dus goed.”

“En Niek heeft veel affiniteit met tijdschrift-journalistiek, is geïnteresseerd in het buitenland en heeft verstand van financiële zaken. Hij was bijvoorbeeld financieel assistent bij een accountant. Ik houd me op school bezig met radiomaken en ben geïnteresseerd in sociale zaken en criminaliteit.”

“Ook als wij het niet worden, vind ik dat het directeurschap een duobaan moet worden. Een tweemanschap is minder beperkt, omdat het verschillende achtergronden, interesses en kwaliteiten combineert.”

“Er zijn behoorlijk wat studenten die ons als directeur willen. En ook verschillende docenten hebben vertrouwen in ons. We worden bovendien gesteund door een comité van aanbeveling, waarin vijf docenten, personeel van de school en studenten zitting hebben.”

Beiden achten de kans dat ze het worden, vrij reëel. De uitnodiging door de sollicitatiecommissie duidt daar volgens hen ook op. Ze worden in ieder geval serieus genomen.

Niek en Michiel willen, als ze directeur zijn, doorgaan met studeren. Het plan is om hun schaarse tijd te verdelen over studeren enerzijds en besturen anderzijds. Nee, ze denken niet dat zo'n dubbele taak problemen zal opleveren.

Hoewel ze dan in feite zichzelf moeten controlen, denken ze dat het wel los zal lopen. Ze zitten immers beiden aan het einde van hun studie. Niek is vierde- en Michiel vijfde-jaars. Maar hoe het precies geregeld moet worden, weten ze nog niet.

Ontslagen zullen er niet direct vallen, als zij aan het bewind komen. Ze willen in goed overleg een goede organisatie op poten zetten. “Maar als ze ons gaan tegenwerken, dan moeten we natuurlijk maatregelen nemen. We bespreken alles, maar als er knopen moeten worden doorgehakt, dan doen wij dat.”

De plannen van het tweetal lijken op het eerste gezicht een echte studentengrap: je doet het directeurschap van je eigen school er in een duo-baanconstructie even bij. Maar de grap gaat voorlopig nog even door. Ze zijn opgeroepen voor een sollicitatiegesprek en faculteitsdirecteur Piet Stelder heeft laten weten dat de sollicitatie serieus wordt genomen. En morgen geven de beide directeuren in spe een heuse persconferentie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden