Dino's vrezen verdeeldheid
Franse socialistische presidentskandidaten vanavond in tv-debat
De Franse socialisten worstelen met de crisis en met elkaar. Toch is de volgende president een socialist, volgens de peilingen. Zes kandidaten voor het presidentschap telt de Parti Socialiste (PS), vanavond gaan ze voor het eerst met elkaar in debat.
Het belooft een confrontatie te worden met minimale mogelijkheden om op elkaar te reageren. Want als de partij ergens bang voor is sinds de val van haar voormalige favoriet Dominique Strauss-Kahn, dan is het wel verdeeldheid. En dat de uiteindelijke winnaar het gehavend op moet nemen tegen de zittende president Nicolas Sarkozy.
Vorige week was de regie even zoek. Toen haalde Ségolène Royal - kandidaat tegen Sarkozy in 2007 - plotseling hard uit naar de koploper in de race, haar ex-echtgenoot François Hollande. "Noem mij eens één enkele prestatie van François Hollande in de afgelopen dertig jaar", foeterde zij over de vader van haar vier kinderen. Pijnlijk, want zijn gebrek aan regeringservaring is de grootste handicap van Hollande. Hij was nooit minister, zelfs geen staatssecretaris.
Ondertussen vuurde outsider Manuel Valls een paar giftige pijlen af op de nummer twee, Martine Aubry. "Wij kunnen niet bouwen aan de toekomst met de oplossingen van de jaren zeventig", zei Valls. Aubry voerde elf jaar geleden de 35-urige werkweek in en beweerde onlangs dat ze het budget voor cultuur met 'minstens 30 procent' zou verhogen.
Valls legde een probleem bloot dat dieper gaat dan de strijd tussen ego's: de PS kan maar geen afscheid nemen van het subsidiesocialisme. Alleen Valls zelf, die zich had geschaard achter Strauss-Kahn, nam tot nu toe afstand van een gezamenlijk programma, dat onder meer de recente verhoging schrapt van de pensioengerechtigde leeftijd van 60 naar 62 jaar. Een ander onderdeel: een plan om 300.000 jongeren in de publieke sector aan het werk te helpen. Hollande, die een solide imago cultiveert, belooft inmiddels ook 60.000 extra leraren en onderwijzers.
'Dinosauriërs', noemde het gezaghebbende blad The Economist de Franse socialisten. Mensen die, de blik vertroebeld door een in wezen marxistische ideologie, de wereld waarin zij leven niet begrijpen. De financiële markten, beweren Hollande, Aubry en Royal in koor, zijn de ware schuldigen van de crisis in de eurozone. Zij zijn verantwoordelijk, in de woorden van Royal, voor een "anarchistische globalisering die menselijke waarden ondergeschikt maakt aan financiële belangen". Over het probleem van verzorgingsstaten die hun schulden lieten oplopen, is van het trio weinig tot niets vernomen.
Ondanks het gebrek aan geloofwaardigheid op economisch gebied kan een socialist de verkiezingen winnen. Bijna overal in Europa heeft de sociaal-democratie het zwaar, maar niet in Frankrijk: Hollande en Aubry zouden Sarkozy in de eerste ronde in mei 2012 ruim achter zich laten.
De teleurstelling over de president speelt hierbij een rol, maar het toont ook dat anti-kapitalistische retoriek goed aansluit bij de publieke opinie. Zo onderschrijft een meerderheid van de bevolking het idee dat vrijhandel met landen als India en China slecht is voor het land. Ook al zijn dit groeiende markten voor al die dure Franse tassen, parfums en wijn.
undefined