Dienstplicht is geen vies woord meer in Europa
Zweedse jongeren moeten binnenkort waarschijnlijk weer komen opdraven voor militaire dienst. De rechtse overheid dankte de dienstplicht in 2010 af, maar de huidige rood-groene coalitie stuurt aan op herinvoering vanwege de Russische dreiging. Litouwen zette deze stap vorig jaar al. In Duitsland, Polen en Frankrijk klinken vergelijkbare suggesties.
Na het einde van de Koude Oorlog, vanaf 1991, maakten veel landen in Europa geleidelijk een eind aan de dienstplicht. In de sfeer van internationale ontspanning vonden ze het zonde van de moeite om een groot rekrutenleger overeind te houden. En jongeren wilden liever iets nuttigs met hun leven doen.
Maar vanwege de toenemende agressie van Moskou keert het tij, vooral in het noorden en oosten van Europa, beaamt Tomas Jermalavicius, een Litouwse militair wetenschapper die werkt bij de Estse denktank ICDS. Zweden staat op een kantelpunt. "Politici zijn daar erg geschrokken van de Russische straaljagers die in 2013 langsvlogen om een nucleaire aanval na te bootsen", zegt de expert. "Er verschijnen geregeld Russische onderzeeërs voor de kust. Daardoor beseffen de Zweden weer hoe kwetsbaar ze zijn, als niet-Navolid."
72 procent
Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog ging 85 procent van de Zweedse mannen in dienst: 50.000 per jaar. Nu telt de krijgsmacht nog maar 15.000 man, en de helft daarvan is een vacature. Ondanks campagnes krijgt de overheid bijna geen enkele militair geworven. Daarom wil 72 procent van de Zweden de dienstplicht terug, blijkt uit een enquête van dagblad Dagens Nyheter.
Een overheidscommissie onderzoekt nu of het haalbaar is om 17-jarige jongens én meiden in 2019 in het groen te laten aantreden, naar het voorbeeld van Noorwegen, dat dienstplicht voor beide geslachten kent. Het Zweedse dienstplichtleger moet een 'light' versie van vroeger worden, met enkele duizenden rekruten per jaar, aangevuld met beroeps. Eind deze maand brengt de commissie haar adviesrapport uit.
De Litouwers waren er al eerder bij dan de Zweden. Zij voerden de dienstplicht - verlaten in 2008 - vorig jaar weer in. Aanleiding was het Russische gestook in Oekraïne. Om diezelfde reden groeien in de Baltische staten de zogeheten burgermilities: lokale, goed getrainde groepen die bij een Russische inval de eerste verdedigingslinie vormen.
Tijdelijke dienstplicht
Ook in Duitsland en Polen pleiten sommige politici voor een hernieuwde dienstplicht. De Duitse regering ziet voorlopig alleen iets in een tijdelijke dienstplicht in het geval van een nationale noodtoestand. Een terugkeer naar de permanente dienstplicht van vóór 2011 is niet nodig, meent de Duitse minister van defensie Ursula von der Leyen. Het huidige beroepsleger functioneert volgens haar uitstekend, al werd het onlangs nog bespot vanwege het gebrek aan materieel - soldaten leerden schieten met bezemstelen in plaats van machinegeweren.
In Frankrijk leeft het idee van de dienstplicht ook op, omdat het leger sinds de aanslagen overbelast is door bewakingstaken. Parijs is sinds kort ook al bezig een burgermilitie van 84.000 vrijwilligers op te zetten.
Volgens presidentskandidaat Nicolas Sarkozy is de dienstplicht een goed middel om alle landgenoten, vooral immigranten en voortijdige schoolverlaters, republikeinse waarden bij te brengen. En Marine Le Pen van het rechts-populistische Front National is ook een warm voorstander. Bijna driekwart van de Fransen zou de terugkeer toejuichen.
Nederland schortte de dienstplicht in 1997 op. De mogelijkheid tot snelle herinvoering bleef nadrukkelijk open. Maar toen CDA-leider Sybrand Buma daar onlangs in de Tweede Kamer voor pleitte, oogstte hij voornamelijk hoongelach.