Dibi vraagt Wilders woede in PVV-achterban te kanaliseren
Woedend was Geert Wilders over de uitlatingen van 'linksigen' als Job Cohen en Tofik Dibi. De PvdA-leider en het GroenLinks-Kamerlid houden de PVV-leider weliswaar niet verantwoordelijk voor het bloedbad in Noorwegen, maar wezen Wilders wel op de mogelijke invloed van zijn woorden.
Wilders verwijt Cohen en Dibi dat zij een 'politiek slaatje' willen slaan uit een massamoord. "Ranzig. PVV blijft zichzelf, inhoudelijk en ook voor wat betreft toon", schreef Wilders op Twitter. Meer dan Cohen dringt Dibi er bij Wilders op aan dat hij ondubbelzinnig afstand neemt van de ideeën van Breivik. Gisteren vroeg Dibi een Kamerdebat aan om Wilders te ondervragen over de relatie tussen het manifest van Breivik en de islamofobie binnen de achterban van de PVV.
Op de tweet van Wilders plaatste Dibi een nieuwe oproep aan de PVV-leider om de woede in een deel van zijn achterban, "die soms een zelfs de daad van Breivik goedpraat, te helpen kanaliseren."
"Het is de dure plicht van politici om - juist na onbeschrijflijke drama's - na te denken over het wegnemen van de voedingsbodem voor geweld", tweette hij vandaag.
Het parlementslid verwijst naar 11 september 2001, toen na de aanslagen in New York en Washington binnen de moslimgemeenschap discussie ontstond over extremistische opvattingen. "Diezelfde discussie zou ook in PVV-kring gevoerd moeten over opvattingen die daar leven."
