'Deze wet gaat geen vaste banen opleveren'

Wet Werk en Zekerheid die vandaag in Eerste Kamer wordt behandeld maakt ontslagrecht alleen maar complexer, verwachten hoogleraren

INGRID WEEL

Een reparatiewet die niets gaat repareren. Zo omschrijven hoogleraren de Wet Werk en Zekerheid die vandaag in de Eerste Kamer op de agenda staat. Deze wet moet zorgen voor minder flexwerkers en voor meer werknemers met een vast contract, maar deskundigen hebben daar een hard hoofd in.

"De wet is goed bedoeld hoor, maar werkt contraproductief", zegt Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg. Werkgevers mogen straks flexwerkers maximaal twee jaar tijdelijke contracten bieden. Nu is dat nog drie jaar. Gehoopt wordt dat de werkgever dan eerder een vast contract aanbiedt.

"Dat gaat niet gebeuren. In de praktijk zullen deze voornamelijk jonge mensen weg moeten met twee jaar", aldus Wilthagen. "Bij bedrijven maar ook bij scholen en de overheid wordt gewerkt met een kleine groep vaste medewerkers met daarbij een grote flexibele schil, zoals we dat noemen. Bedrijven zijn netwerkorganisaties geworden, en gaan dat niet veranderen."

Ferdinand Grapperhaus, hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit Maastricht vindt de Wet Werk en Zekerheid 'een enorme gemiste kans'. Het gaat de arbeidsmarkt niet veranderen, stelt hij. Grapperhaus verwijst naar het Centraal Planbureau (CPB) en de Raad van State (RvS) die allebei minister Lodewijk Asscher van sociale zaken erop hebben gewezen dat deze wet niet de voordelen gaat brengen die het kabinet wil bereiken.

De Eerste Kamerfracties van de VVD en PvdA vroegen Asscher om opheldering. Gaat dit niet ten koste van de werkgelegenheid zoals het CPB en RvS zeggen, vroegen zij. Ook de Vereniging van arbeidsrechtadvocaten (Vaan) meent dat deze wet de rechtspositie van flexwerkers niet zal versterken. Het bevordert de doorstroom van flexibele naar vaste arbeid ook niet.

Asscher blijft erbij van wel. De verandering van het ontslagrecht moet daar aan bijdragen. Volgens de minister is het straks makkelijker om personeel te ontslaan en dus de drempel om mensen in vaste dienst te nemen lager. De arbeidsrechtadvocaten vinden het nieuwe systeem echter 'ongelooflijk complex'.

Hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden, Guus Heerma van Vos, noemt het "een slecht leesbare wettekst die vol zit met dubieuze constructies en die door zijn technische benadering met vele verwijzingen uiterst ontoegankelijk is geworden". Als een werknemer twee jaar in dienst is en dan ontslag krijgt, is de werkgever verplicht met een zogenoemde tranistievergoeding, zich in te spannen om de werknemer op weg te helpen naar een andere baan. Volgens de deskundigen juist alleen maar reden om mensen niet in vaste dienst te nemen.

Hans Biesheuvel, voorzitter van Ondernemend Nederland (ONL), heeft nog van niemand in het midden- en kleinbedrijf iets goeds gehoord over de nieuwe ontslagplannen. "Ondernemers zien geen enkele versoepeling. Ze zien het ontslagrecht complexer, duurder en slechter worden", aldus Biesheuvel.

"Deze hele wet is gebaseerd op een soort wensdenken", zegt Wilthagen. "In het sociaal akkoord is nou eenmaal vastgelegd dat de flexibilisering is doorgeschoten en dat daar wat aan moet worden gedaan. De vakbonden zien het liefst dat iedereen een vast contract krijgt. Maar daar kan je werkgevers niet toe verplichten en je moet flexwerkers ook niet proberen terug in die doos te stoppen. Regel liever voorzieningen voor ze."

Heerma van Vos verwacht dat de komende jaren de werkgelegenheid veel sneller dan vroeger in sommige sectoren daalt en in andere groeit. "Het is daarom belangrijk dat werkenden minder waarde gaan hechten aan een vaste baan. Ze zullen meer vertrouwd moeten raken met het idee dat zij van werkgever wisselen en ook van sector."

Of dat doel met dit wetsvoorstel wordt gehaald, betwijfelt de hoogleraar. "Vast blijft namelijk vast, en flexibel wordt iets minder flexibel. Het is nog maar de vraag of werkgevers in het nieuwe systeem geneigd zullen zijn om meer vaste banen te creëren voor flexibele werknemers. Het zou zelfs zomaar kunnen dat er een verschuiving plaatsvindt van flex naar meer flex."

undefined

Wet Werk en Zekerheid

Vanaf 1 juli 2014 moeten werkgevers hun tijdelijke krachten die een halfjaar of langer bij hen werken ten minste een maand voordat hun arbeidscontract afloopt op de hoogte brengen dat ze straks zonder werk zitten. Als de werkgever te laat is, kan hem dat een maandsalaris kosten.

Nu is het zo dat de werkgever de werknemer met een tijdelijk contract nog op de laatste werkdag mag meedelen dat het arbeidscontract niet wordt verlengd.

Dit verandert als de Eerste Kamer vandaag instemt met invoering van de Wet Werk en Zekerheid. Dan wordt ook het ontslagrecht anders en gelden er strengere voorwaarden voor het werken met flexwerkers. Zo mag een werknemer twee jaar op tijdelijke contracten werken. Daarna moet de werkgever hem in vaste dienst nemen of moet de medewerker elders werk zoeken. Dat is nu nog drie jaar.

Vervolgens mag een werknemer pas na zes maanden weer werken bij hetzelfde bedrijf. Die tussenperiode is nu nog drie maanden.

Deze wijzigingen treden in werking per 1 juli 2015. Dit is op verzoek van de VVD uitgesteld. De liberalen hopen dat de werkgelegenheid tegen die tijd wat is toegenomen en werkgevers überhaupt weer in de gelegenheid zijn om mensen in vaste dienst te nemen.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden