Deskundigen: diagnose Jansen Steur niet correct
De diagnose die ex-neuroloog Ernst Jansen Steur had gesteld bij een patiënte die later zelfmoord pleegde, was niet correct. Dat was volgens twee deskundigen al vrij snel duidelijk en daarom is het opmerkelijk te noemen dat Jansen jarenlang bleef vasthouden aan deze verkeerde diagnose. Dat zeiden de twee deskundigen woensdag tijdens de tweede zittingsdag van de strafzaak tegen Jansen Steur.
De patiënte had de diagnose MSA gekregen, een zware variant van Parkinson. Een van de deskundigen, neuroloog Jos Snoek van de Rijksuniversiteit Groningen, erkende dat het redelijk is om in eerste instantie aan deze zware ziekte te denken, maar 'het verloop van de ziekte klopte niet' met de diagnose. Hij benadrukt vervolgens wel dat een diagnose stellen heel moeilijk is. 'Het gaat hier over heel complexe ziektebeelden. We hebben het niet over een gebroken been.'
Diagnose
Volgens hem wordt er vrij geregeld een verkeerde diagnose gesteld bij deze ziektes, en is een moeilijke diagnose als MSA pas met zekerheid te stellen door een patholoog na iemands dood.
De andere deskundige, neuroloog Erik Wolters (VUmc), vulde aan dat hij vond dat Jansen erg lang doorging met een 'forse' dosering medicijnen aan de patiënte, terwijl deze niet leken aan te slaan. Jansen zelf had vooraf via zijn advocaat laten weten zich op zijn zwijgrecht te willen beroepen omdat hij geen toegevoegde waarde zag in een medische discussie met de twee deskundigen. Maar toen de rechter hem vroeg of hij echt niets wilde zeggen, liet hij zich toch verleiden tot een technische verhandeling met de mannen die hij 'beiden erg goed kent' en voor wie hij veel respect zegt te hebben.
Wolters noemde hem kort daarvoor een 'invoelende en integere' neuroloog. 'Een vriendelijke en prettige man, maar wellicht wat moeilijk te corrigeren.' Jansen ontving deze uitspraken met een grote glimlach.
