'Den Haag laat bazen lopen'
Nederland pakt bolletjesslikkers aan, maar doet niets tegen de jongens met het grote geld die erachter zitten. Greg Peterson, directeur van de vrije zone op Aruba, maakt het tot zijn ergernis mee.
ORANJESTAD - Aruba heeft schoon schip gemaakt in zijn vrije zone. Er waren veertig bedrijven die internationaal goederen verhandelden zonder dat ze op Aruba werden ingevoerd. Aantrekkelijk voor de bedrijven, want ze hoefden geen in-en uitvoerrechten te betalen, en goed voor het eiland, want de zone verschafte werk aan 375 mensen.
Vooral Colombiaanse en Venezolaanse handelaren kwamen kopen. Zij betaalden contant in dollars, die ze duur moesten kopen omdat de nationale munteenheden buiten hun land nergens werden geaccepteerd. De drugskartels zagen hierin een buitenkansje om hun geld wit te wassen door het totale gebrek aan controle op de geld-en goederenstroom. Zo konden malafide bedrijven voor enkele miljoenen guldens aan goederen omzetten, terwijl de geldstroom tientallen miljoenen bedroeg.
Peterson voerde een integriteitsbeleid in en gooide bedrijven eruit die Colombiaans drugsgeld witwasten. Die bedrijven vestigden zich vervolgens echter op Curaca¿o en gingen ongestoord door met hun malafide praktijken. Dat is binnen het Koninkrijk der Nederlanden meten met twee maten, vond Peterson, en trok in Den Haag aan de bel. Hij sprak tegen dovemansoren. Met als gevolg dat hij nu op Aruba wordt gezien als de man die de vrije zone de nek omdraait.
Er zijn nu namelijk nog maar 23 bedrijven in die vrije zone over. Veel grote hallen waar vroeger bedrijvigheid was, staan leeg.
Op aandrang van Nederland en de Verenigde Staten stelde een gemengde commissie onder voorzitterschap van Peterson gedragsregelsop, die twee jaar geleden wettelijk werden vastgelegd. Transparantie is het toverwoord. Bedrijven moeten verantwoorden waar hun geld en goederen vandaan komen, wie de kopers zijn en hoe deze aan geld komen.
Niet alle verdwenen bedrijven zijn uit de vrije zone gezet. Een paar zouden zijn gestopt, omdat ze het niet konden bolwerken en anderen stonden al met één been buiten de zone, omdat ze zich gingen toeleggen op de Arubaanse markt. Maar Peterson noemt het pijnlijk dat de andere, malafide bedrijven binnen het koninkrijk zijn gebleven en naar Curaçao zijn gegaan, waar niet dezelfde strenge regels zijn ingevoerd.
Zuchtend vertelt Peterson dat nu ook integere bedrijven door het strengere beleid op Aruba dreigen te vertrekken. ,,Kopers hoeven zich op Curaçao niet te verantwoorden en verschuiven het liefst daarheen. Niet alleen mensen die je hebt weggejaagd gaan zich daar vestigen, maar ook goede handelaren worden door zo'n systeem daarheen gezogen. Zij moeten gaan waar er wordt gekocht en verkocht. Het betekent dat het integriteitssysteem van ons eiland een triest neveneffect heeft gehad; niet alleen bad business is weggegaan, maar ook good business wordt weggezogen.”
Peterson vindt het een pijnlijke aangelegenheid dat niet overal binnen het koninkrijk dezelfde eisen worden gesteld. ,,Integriteit is een eenzame aangelegenheid”, zegt hij berustend, doelend op het feit dat sommige Arubanen hem de economische teruggang kwalijk nemen.
Met verbazing beziet hij de ophef die Nederland maakt over de bolletjesslikkers, de loopjongens van de drugsmaffia. ,,Wat wij hier op Aruba hebben bestreden is the bigger picture. Alleen maar kijken naar de bolletjesslikkers zou getuigen van een zekere mate van blindheid voor het grotere geheel.”