column
Dementerende ouderen zijn onze leermeesters in wijsheid en levenskunst
Waarin lijkt een alzheimerpatiënt die haar slof in de fruitschaal legt op Jezus, of een zenmeester? Dementie is een ziekte waarvoor ijverig een goede behandeling wordt gezocht. Dat is heel goed, maar ik denk dat we ondertussen iets belangrijks over het hoofd zien.
Toen ik als geestelijk verzorger voor het eerst de gesloten afdeling van een verpleeghuis binnenstapte, dacht ik net als iedereen: dementie moet wel het ergste zijn wat je kan overkomen. Nu zie ik dat ik mijn eigen angstige beelden op de bewoners projecteerde. Terwijl het voor de meesten van hen eenvoudig hun leven is, scharrelend door de huiskamer of opgaand in een spelletje.
We zeggen het zelden hardop, maar eigenlijk vinden we een dementerende oudere minder mens dan wij. Die is namelijk niet autonoom, maar afhankelijk van hulp. We vergeten dat we zelf ook op andere mensen zijn aangewezen, niemand kan zonder relaties. In hun behoefte aan zorg zijn dementerende mensen levende profetische tekenen die ons eraan herinneren dat geen mens een eiland is.
Leuke uren
Zien we dementie alleen als een probleem, dan voelen we ons ongemakkelijk en gefrustreerd omdat er geen oplossing is. Maar ongeveer driekwart van de patiënten is redelijk tot prima gelukkig. Toen ik dat voor het eerst op deze plaats schreef, kreeg ik veel kritiek, ik zou een 'romantisch' beeld van dementie hebben. Maar mijn bevindingen zijn nu door onderzoek bevestigd (onder meer van Arie Kruseman en Hanneke Beerens). Ik heb met dementerende ouderen in de kerkdienst, creatieve therapie en geintjes in de huiskamers vele leuke uren doorgebracht: 'Bent u de kapelaan? mijn ziel is verroest'.
Niet alzheimerpatiënten zijn het probleem, maar wij, 'gezonde' mensen. Ten diepste confronteren zij ons met de waarheid dat we niet goed raad weten met mensen die anders zijn dan wij. Dat is een vorm van discriminatie, zegt de Schotse geestelijk verzorger John Swinton. Ook in het theologische denken spelen ze een marginale rol, terwijl Jezus toch juist de mensen aan de rand van de samenleving opzocht. Soms heb ik de indruk dat predikanten die iemand op de gesloten afdeling bezoeken, daarna zo snel mogelijk naar buiten rennen. Blij dat ze weer onder 'normale' mensen zijn - mensen die op henzelf lijken, die een Bijbel geen bal noemen.
Tolereren
We zien dementie te veel als een verschijnsel dat we tegen heug en meug in onze samenleving tolereren. Dat blijkt als we eerlijk de volgende vraag beantwoorden: zouden we dementerende ouderen missen als ze er niet waren? Is het antwoord 'nee', dan moet dat wel betekenen dat ze er voor ons niet echt bij horen. Toch hebben we het over medemensen die door hun ziekte eenvoudig op een andere manier menselijk zijn dan wij.
Alleen als we dit erkennen, 'zien' we hen echt en gebruiken we hen niet als een projectiescherm voor onze angsten. Omgaan met dementerende mensen wordt dan een oefening in zelfkennis, ja in liefhebben. Zij leren ons omgaan met wat onvoorspelbaar is en niet 'past'. Ze doorbreken de routine en conventionele beelden waarmee we het leven verkleinen tot iets wat we kunnen hanteren, waardoor het veel van zijn grootsheid en smaak verliest. Ze schudden ons wakker.
De demente naaste is iemand met een gave. De vrouw die zomaar haar slof in de fruitschaal legt is als Jezus die ineens water in wijn verandert of als een zenmeester die je onverhoeds een klap geeft.
Dementerende ouderen zijn onze leermeesters in wijsheid en levenskunst.