Defensie erkent 'jungle-zieken'
DEN HAAG (ANP) - Het ministerie van defensie gaat zelf bij alle onderdelen van de krijgsmacht registreren welke militairen last hebben van het 'Cambodja-klachtencomplex'. Die naam introduceerde het ministerie gisteren, nadat uit onderzoek is gebleken dat er niet één duidelijke oorzaak is te vinden voor de klachten van een groot aantal van de Nederlandse VN-militairen die enkele jaren geleden in Cambodja zijn geweest.
De brede registratie moet leiden tot beter inzicht in de klachten en mogelijke oorzaken. Bovendien wil het ministerie daarmee onderstrepen de klachten van de militairen serieus te nemen. Het garandeert dat registratie geen nadelige gevolgen heeft voor de betrokkenen.
De afgelopen twee jaar meldden 137 VN-militairen zich bij hun vakbond AFMP met uiteenlopende ziekteverschijnselen. Het ministerie van defensie kreeg 27 klachten van mensen die last hadden van onder meer vermoeidheid, concentratiestoornissen, hoofdpijn of slaperigheid.
De verschijnselen kregen bekendheid als 'jungleziekte' of 'Cambodja-syndroom' omdat het vooral militairen betrof die voor de VN in Cambodja waren geweest. Ook militairen die in Zaïre, Thailand, voormalig Joegoslavië en Zuid-Turkije zijn geweest hebben soortgelijke klachten.
De militaire vakbond AFMP stelde gisteren verheugd vast dat het ministerie volledig is tegemoetgekomen aan zijn eisen. Naast de registratie worden militairen met klachten gevrijwaard van uitzending en garandeert het ministerie dat het Cambodja-klachtencomplex geen consequenties heeft voor de rechtspositie van de militairen.
Het ministerie wil de gedupeerden individueel begeleiden en behandelen opdat zij zo snel mogelijk weer kunnen functioneren. Afkeuren komt volgens directeur-generaal personeel drs. W. Bunnik op het laatste plan. Artsen en hulpverleners binnen de krijgsmacht krijgen duidelijke instructies hoe zij het klachtencomplex moeten benaderen en behandelen.
Op aandringen van de vakbond liet het ministerie onafhankelijke artsen onderzoeken of er een gemeenschappelijke oorzaak was voor de klachten. Defensie wilde vooral weten of er een relatie bestond met de vele inentingen die de militairen voor vertrek kregen. Ook moesten de internisten in het Reinier de Graafgasthuis in Delft onderzoeken of er verband was met het langdurig gebruik van het anti-malariamiddel Lariam. Het medisch onderzoek heeft die relaties niet aangetoond. Maar volgens de artsen is samenhang met Lariam ook niet geheel uitgesloten.
Uit aanvullend psychologisch onderzoek bleek dat er evenmin sprake was van een gemeenschappelijke psychische oorzaak.