De Zwerfinator van Purmerend
Zwerfafval | reportage| Twee kerels lopen speurend door woonwijk De Gors in Purmerend. Ze gluren in bosjes, bukken om onder struiken te kijken. Hier en daar beweegt een gordijntje. Wat moeten die mannen daar?
Wie scharrelen daar door de Bovenlandsestraat, Lisdoddestraat en Weegbreestraat in Purmerend? Het is de Zwerfinator met zijn hulpje. Zwerfinator is de bijnaam van de Dirk Groot. De voormalige IT'er heeft zich volledig toegelegd op het uitroeien van zwerfvuil.
Op gezette tijden struint hij door de buurt, op zoek naar zwerfvuil. Met een grijper pikt hij snoepwikkels, flesjes, doppen, blikjes, tabaksverpakkingen op van de straat. Hij neemt alles mee in een afvalmand. Met zijn mobieltje maakt Groot een foto van elk stuk afval dat hij opraapt, in een app (Litterati) registreert hij de exacte vindplaats. Er is waarschijnlijk geen wijk in Nederland waar zo'n gedetailleerd beeld bestaat van het zwerfvuilprobleem.
Zo op het eerste gezicht zien ze er netjes uit, de drie straten waar we die ochtend met een afvalgrijper lopen. Weinig rommel. Keurige jarentachtig-woonwijk. Maar, schijn bedriegt, weet Dirk Groot als geen ander.
We lopen een half uurtje over de stoep langs rijen eengezinswoningen. We leggen in korte tijd 825,5 meter af. Nog geen kilometer dus. En we vinden 161 stuks afval - echt afval, geen snippers, serieus zwerfvuil. Eén stuk afval op iedere vijf meter. Het merendeel (90 stuks) is plastic. Vooral in de bosjes van de plantsoenen ligt troep. Daarom lijkt het zo schoon, in de zomer hebben de struiken bladeren, straatvuil valt dan minder op.
Een greep uit de buit: 28 wikkels, 19 zakjes (vooral van softdrugs), 16 blikjes (vooral van energiedrankjes), 14 sigarettenpakjes, 5 drinkflesjes, 3 doordrukstrips van medicijnen. Verder: schoonmaakdoekjes (11), bestek, bonnetjes, papier, folie, lege aanstekers, elastiekjes, doppen, deksels. De drankverpakkingen vormen in aantal slechts 14 procent van het totaal, maar het gewicht van die flesjes en blikjes was 45 procent van de totale hoeveelheid opgeraapt zwerfvuil.
Thuis in zijn tuin stalt Groot de opgeraapte troep uit. Een waaier van straatvuil, in heel korte tijd bij elkaar geraapt in een klein woongebied.
Groot gelooft heilig in de kracht van de eenling: als een op de vier mensen dagelijks één stukje zwerfafval opruimt, zou het heel snel schoon zijn in Nederland. "Drie jaar geleden liep ik vaak te wandelen met mijn zoontje. Toen viel het me ineens op, dat zwerfafval overal in de stad. Ik begon de troep te fotograferen en zette die foto's op sociale media. Ik mopperde erover en gaf iedereen de schuld. Ik vond dat de gemeente de troep moest opruimen. Maar ik kreeg ook reacties van: waarom raap je die troep niet zelf op? Veel mensen doen dat al veel langer."
"Van het een kwam het ander, ik begon op Twitter iedere dag een foto te plaatsen van een zwerfie dat ik opruimde. Een tijdje later ben ik een keer met een vuilniszak naar het centrum van Purmerend gelopen. Ik schaamde me toen wel een beetje. Ik was bang voor negatieve reacties. Maar ik kreeg alleen maar complimenten. Die zak was heel snel vol. Daarna ben ik ermee doorgegaan in mijn eigen wijk. Al snel kwam ik erachter dat er in Nederland veel meer mensen vrijwillig de troep van anderen opruimen."
Groot besloot het serieus aan te pakken. Hij bedacht de naam Zwerfinator, een speelse variant op 'The Terminator', de serie speelfilms rond acteur Arnold Schwarzenegger. "Je moet het een beetje met humor doen, met klagen krijg je de mensen niet mee."
Op pad met grijper en mand
Toen Groot (47) eind vorig jaar zijn baan kwijtraakte, rijpte het plan om er een eenmansbedrijfje van te maken. Hij professionaliseerde de inzameling van het zwerfafval, door met hulp van de app alle vondsten te fotograferen en te registreren op type, soort en merk. Inmiddels geeft hij presentaties, lezingen en gastlessen over zwerfafval aan bedrijven, scholen en maatschappelijke organisaties.
Zijn rondje door de buurt is hem dierbaar geworden. "Ik vind het ontspannend. Een ander gaat hardlopen. Ik ga op pad met mijn grijper en mand. Je komt mensen tegen, ze maken een praatje, het geeft voldoening."
Voor zijn huis ligt een oude waterkering, het Oudelandsdijkje, een van de oudste dijkjes in de regio. "Dat is mijn grootste trots. In het begin haalde ik daar iedere keer wel een volle vuilniszak zwerfvuil vandaan. Nu bijna niets meer. Dat komt ook doordat voorbijgangers en buurtbewoners daar nu zelf zijn gaan rapen. Zo werkt dat: op plaatsen waar het schoon is, gooien minder mensen hun afval weg."
De snelste en effectiefste manier om zwerfafval drastisch te verminderen is in zijn ogen invoering van statiegeld op blikjes en flesjes. "Voorkomen van zwerfvuil is de enige goede oplossing. Je moet dit probleem bij de bron aanpakken. Ik ben erg voor bestrijding van de plastic soep in de oceanen, ik steun dat initiatief ook. Maar het haalt de oorzaak niet weg. En wat heb ik er aan hier in woonwijk De Gors? We moeten beginnen het probleem in onze eigen omgeving aan te pakken."
undefined
Fabrikanten willen statiegeld voorkomen
In 85 Nederlandse gemeenten wordt een proef gedaan om zwerfafval te verminderen. Met een proef wordt onderzocht of een gesubsidieerd inzamelsysteem via sportclubs en andere maatschappelijke organisaties haalbaar is.
Fabrikanten van verpakkingen en bedrijven die flesjes en blikjes vullen, willen voorkomen dat er óók statiegeld komt op blikjes en flesjes. De drankverpakkingen vormen een groot bestanddeel van het zwerfafval. Nadat eerder een lobby om statiegeld op grote flessen afgeschaft te krijgen volledig mislukte, vreest de branche uitbreiding van het statiegeldsysteem. De sector hoopt dit te vermijden met een werkbaar beloningssysteem voor afval-opruimende clubs.
Voor een deugdelijke proef is een nulmeting nodig. Die nulmeting is volgens het ministerie van milieu inmiddels uitgevoerd in 45 gemeenten. Bij burgers is navraag gedaan over hun beleving omtrent zwerfafval. En er is een inventarisatie gemaakt van de hoeveelheid zwerfafval in die gemeenten en van de samenstelling ervan.
Volgens Groot is een nulmeting alleen zinvol als er wordt geteld op de plaatsen waar zwerfafval doorgaans ligt: langs wegen, in plantsoenen en parken. "Je ziet vaak dat gemeenten na een inventarisatie de uitkomst uitdrukken in vierkante meters. Dan worden dus ook de bebouwing en de eigen tuinen bij woningen meegeteld. Dat geeft een vertekend beeld."
Volgens Groot kun je zwerfafval alleen maar goed inventariseren als je het vuil per strekkende meter weg of pad in beeld brengt. "Bij woonblokken vind je vaak weinig zwerfafval, langs fietspaden ligt er doorgaans heel veel in de bosjes. Als je langere tijd monitort, zoals ik in Purmerend doe, dan krijg je eerlijker cijfers, omdat je kunt vergelijken."
Ook is van belang wát er wordt meegeteld in de score. Groot: "Nederland Schoon, een door de verpakkingsindustrie opgezette organisatie die zwerfafval wil terugdringen, telt alle soorten zwerfafval gelijkwaardig mee. Een sigarettenpeuk telt voor Nederland Schoon net zo zwaar als een frisdrankflesje. Met die redenering komt Nederland Schoon tot de slotsom dat 95 procent van het zwerfafval peuken en kauwgum zijn. Dat betekent dus dat van iedere 100 kilo zwerfafval er 95 kilo peuken zou zijn. Ofwel bijna 200.000 peuken. Nou, dat is niet mijn beleving. De hoofdmoot van het zwerfafval zijn toch echt de verpakkingen van snoep, koek en chips, gevolgd door de blikjes en flesjes."
Dirk Groot gaat binnenkort beginnen aan een zwerfafval-experiment in Purmerend. Gedurende 100 dagen wil hij op een vast traject dagelijks 200 stuks afval oprapen en nauwgezet vindplaats en aard van het afval documenteren. Om zo een gedetailleerd beeld te krijgen van de omvang van het afvalprobleem.
undefined