De zorg mag zelf onnodige regels gaan schrappen
Het gaat nu echt gebeuren, belooft het kabinet: er komt een einde aan onzinnige formulieren en regeltjes in de zorg. Ook eerdere kabinetten beloofden dat.
Al tien jaar proberen opeenvolgende kabinetten een einde te maken aan de bureaucratie in de zorg. Veel plannen zijn al langsgekomen, aan goede wil heeft het nooit ontbroken. En toch blijft het probleem van de vele onzinnige regeltjes en formulieren hardnekkig voortbestaan.
Dit kabinet gaat het wél oplossen, beloven minister Hugo de Jonge, minister Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis. Met z’n drieën bestieren zij het kolossale ministerie van volksgezondheid. “Het goede nieuws is: het kán, minder regels in de zorg”, zeggen de drie . Ze presenteerden vandaag samen hun plan ‘(Ont)regel de zorg’.
Wie in de zorg werkt, moet zijn of haar tijd ‘weer daadwerkelijk aan zorg kunnen besteden in plaats van aan administratie’, beloven de drie bewindslieden. Zij willen dat het personeel weer ‘meer plezier in het werk’ heeft. Het streven is dat er per dag een uur meer tijd komt voor echte zorg, door overbodige afvinklijstjes en vierdubbele formulieren te schrappen. Dat moeten de verpleeghuizen, ziekenhuizen en ggz-instellingen zelf gaan doen, in overleg met artsen en verpleegkundigen. Het kabinet gaat de druk op de ketel houden, maar de polder moet het werk doen.
Regelarme verpleeghuizen
Ook eerdere kabinetten probeerden dit. In 2010 waren al de eerste experimenten in het land met 26 ‘regelarme’ verpleeghuizen en gehandicaptenzorg, die zelf mochten bedenken welke regels ze wilden schrappen. De bedenker: Fleur Agema van de PVV. Van links tot rechts is de Tweede Kamer er al jaren van overtuigd van zulke schrapsessies dringend noodzakelijk zijn. Maar het ene formulier was nog niet afgeschaft, of het volgende kwam ervoor terug.
Toch is er een verschil, volgens het kabinet, met de vorige keren. De omstandigheden zijn kansrijker. “Er is momentum ontstaan”, schrijven de ministers en de staatssecretaris in hun plan. Ze wijzen daarbij op de vele initiatieven in de zorg zelf, van de afgelopen jaren, om regels te schrappen. Na het eerdere vallen en opstaan, is nu de fase aangebroken dat er definitief iets moet veranderen. De afgelopen maanden zaten zeven medische beroepsgroepen, van apothekers tot wijkverpleegkundigen, bij elkaar voor landelijke ‘schrapsessies’.
Minister Hugo de Jonge (CDA) zegt dat de eerste bewijzen er al zijn dat het personeel het echt merkt. Op werkbezoek in een verpleeghuis in Brabant hoorde hij van personeel dat zij een uur per dag minder kwijt zijn aan formulieren, zei De Jonge.
Taai proces
De minister weet ook dat regels schrappen een taai proces is. De Jonge werd onlangs aangesproken door een verbaasde oud-staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA), zijn voorganger. De Jonge had in een interview trots verteld dat er vast één, gehate regel verdwijnt, de vijfminutenregistratie in de wijkverpleging. Van Rijn vroeg zich af: hoe kan dat? Want ook hij had de vijfminutenregistratie al eens afgeschaft, een paar jaar geleden. Wat bleek: verzekeraars en thuiszorgaanbieders bleven de gehate regel toch in de contracten zetten. Dat is hun vrijheid.
Ministers of de Tweede Kamer kunnen wensen dat het woud aan regels verdwijnt. Maar de zaag hebben ze niet zelf vast. Die ligt in het Nederlandse zorgstelsel in de hand van verzekeraars en zorgaanbieders.
Theo Panneman: 'Erger dan regeltjes zijn de dingen die niet mogen'
Reportage: Minder tijd verspillen aan bureaucratie is prettig, maar de starre financieringsstructuur is veel ergerlijker voor zorgverleners.
Theo Panneman bestudeert de lijst met regels die hem dagelijks zo ergeren. De vijf-minutenregistratie bijvoorbeeld. Moet van de zorgverzekeraar. En hier, vereenvoudigen van de aanvraag van hulpmiddelen. Over ergernissen gesproken. “Daar ben je wel even mee bezig, als je bijvoorbeeld een speciaal matras nodig hebt”, zegt de 49-jarige Haarlemse verzorger.
Die tijd kan hij beter gebruiken. Niemand gaat de zorg in om dubbele registraties in te voeren en allerlei matrixen bij te houden. Een verpleegkundige of verzorger wil zoveel mogelijk tijd besteden aan de cliënt, zegt hij als hij in zijn lichtgroene BMW – een oudje – naar een cliënt rijdt.
Panneman is voorzitter van het kleinschalige Spaarnestad-Thuiszorg. Zelf loopt hij ook rondes. De regeltjes, ja, het is volgens hem iets om krankzinnig van te worden. De plicht om per vijf minuten elke handeling te registreren is de afgelopen jaren uitgegroeid tot het symbool van de doorgeschoten bureaucratie. Al zal Panneman zelf niet veel verschil merken als de registratie straks verdwijnt. “De vijf-minutenregistratie verloopt bij mij automatisch.” Voor bijvoorbeeld wassen en aankleden staat een half uur. Dan vult een programmaatje op de mobiele telefoon automatisch in dat Panneman zes keer vijf minuten bezig is geweest met wassen en aankleden van een cliënt. Alleen als een dienst uitloopt, moet hij handmatig de registratie corrigeren.
Beperkte tijd
“Weet je waar het probleem meer in zit”, zegt de Haarlemse verzorger. “In de beperkte tijd. Een half uur voor aankleden en wassen. Als ze dat nu eens loslaten en ons goede zorg laten leveren.” Onder goede zorg leveren verstaat Panneman ook een praatje maken. “Even keuvelen. Daar knappen mensen van op.” Zoals de 94-jarige vrouw waarvoor Panneman de medicatie controleert. Hij propt de zakjes met pillen in twee eierdopjes die op tafel staan. Een voor ’s morgens en een voor ’s avonds.
Als hij klaar is met de medicijnen, moet hij dat rapporteren. Elke dag opnieuw, elke dag dezelfde tekst. “Waarom eigenlijk, als er toch geen bijzonderheden zijn”, vraagt Panneman zich af. Een overbodige regel. Eentje die niet wordt geschrapt.
Volgens onderzoek zouden zorgmedewerkers 40 procent van hun tijd verspillen aan bureaucratie. Dat moet terug naar 20 procent. Hoeveel tijd Panneman kwijt is aan formulieren? “Veel tijd, maar ik hou het niet precies bij. Wel weet ik dat je al snel een uur met een arts aan de telefoon hangt.” Panneman is blij dat er een einde komt aan het dubbele en zinloze werk, maar dat is slechts een begin. Telkens weer keert het gesprek terug naar een probleem dat hem nog veel meer dwars zit: alles wat je niet mag.
“De medicijnen uit de zakjes halen bijvoorbeeld. Of een broodje smeren voor iemand die dat zelf niet kan. Krijgen we op onze donder van de verzekeraar.” Dat probleem heeft te maken met de verschillende geldstromen in de zorgdelta. De verzekeraar die Panneman betaalt, vergoedt het smeren van een broodje niet. Dat moet iemand doen die door de gemeente wordt betaald. Tenzij de persoon het broodje niet zelfstandig kan eten. Bij de 94-jarige mevrouw mag hij eigenlijk de slaapkamergordijnen niet dichtdoen, ook al schijnt de zon naar binnen en kan ze dat zelf niet. Deur op slot? Mag ook niet. Voor Panneman is de logica onnavolgbaar. Zodra is afgerekend met de overbodige regels, is wat hem betreft deze starre financieringsstructuur aan de beurt.
Lees ook: Waarom 'ontregelen' in zorg en onderwijs steeds mislukt
De zorgverzekeraars, die psychische zorg inkopen, willen precies weten wat er gebeurt. Wie niet registreert, kan niet declareren en krijgt geen geld.