De wolf bepaalt zelf of hij naar Nederland komt, niet Ormel
De CDA-fractie wil de terugkeer van de wolf actief dwarsbomen. Dat stuit op juridische bezwaren en is praktisch haast onmogelijk.
’Hoe gaat u voorkomen dat roedels wolven ons land zullen intrekken?” Die vraag kreeg minister Verburg van LNV onlangs voorgelegd door CDA-parlementariërs Ormel en Schreijer-Pierik. Woensdag haalden beide kamerleden het nieuws: ze maakten bezwaar dat op de website van het departement verwezen werd naar www.wolveninnederland.nl. Deze site van natuurbeschermingsclubs heeft als doel het publiek voor te lichten over de verwachte terugkeer van de wolf. Ruim een eeuw nadat hij hier te lande verdween, rammelt canis lupus aan de poort.
Vanuit het oosten zoeken wolf, lynx en bruine beer hun oude leefgebieden op. Dat ze hier vroeger verdwenen, lag vooral aan intensieve vervolging door de mens, en hun herstel komt grotendeels op het conto van een strikte juridische bescherming in de laatste decennia. Recente ervaringen in Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Zweden en Noorwegen tonen dat de gemoederen hoog op kunnen lopen in gebieden waar grote roofdieren terug zijn en mensen niet langer gewend zijn met hen samen te leven. Ook in Nederland zal een vrij voorspelbaar debat losbarsten zodra de eerste foto van een verscheurd schaap op de voorpagina’s van de dagbladen prijkt.
Voor een zinvol debat moeten we echter helderheid hebben over de juridische kaders die de speelruimte bepalen voor het overheidsbeleid ten aanzien van de nieuwe polderpredatoren. Wolven hebben omvangrijke territoria en een flinke zwerflust. Daardoor horen wolven tot de weinige zoogdiersoorten met een nadrukkelijke internationale dimensie. Een belangrijke rol is weggelegd voor internationale regels. Die zijn neergelegd in het Verdrag van Bern inzake natuurbescherming in Europa en de EU-Habitatrichtlijn. De wolf wordt daarin aangemerkt als strikt te beschermen soort. Er gelden verboden voor handelingen die de wolf kunnen schaden en bovendien een algemene verplichting tot het treffen van omvattende beschermingsmaatregelen, bij voorkeur neergelegd in een soortgericht plan.
Een specifieke aanbeveling voor grote carnivoren, inclusief de wolf, behelst het opstellen van een internationaal beheerplan voor elke grensoverschrijdende populatie door alle betrokken staten. Voor de wolf geldt een doelstelling om deze zoveel mogelijk te laten terugkeren in oorspronkelijke leefgebieden.
Zodra de wolf op eigen kracht de Nederlandse grens overstapt, geldt hij in juridisch jargon als ’beschermde inheemse diersoort’ en niet, zoals de CDA-fractie betoogt, als ’invasieve exoot’. Dit brengt een verbod met zich mee op het doden of vangen van wolven. In uitzonderlijke gevallen kan ontheffing verleend worden. Dit is uitsluitend toegestaan wanneer alternatieven zoals elektrische afrasteringen geen soelaas bieden en de ontheffing instandhouding van de wolvenpopulatie niet bedreigt. En dat zal niet zo gauw gebeuren.
De aansporing van Ormel en anderen tot het actief dwarsbomen van de terugkeer van de wolf stuit op belangrijke juridische bezwaren, nog afgezien van de praktische vraag hoe dit zou kunnen zonder de complete landsgrens af te rasteren. Het voorbereiden van een wolvenbeheerplan en het geven van goede voorlichting past veel beter bij een uitvoering te goeder trouw van de internationale verplichtingen die Nederland in acht moet nemen. Minister Verburg heeft terecht aangegeven dat hierbij te leren valt van de ervaringen in Duitsland, dat recent in dezelfde schoenen stond. Onderdeel van de Duitse aanpak zijn publieksvoorlichting, wolvenonderzoek en het opstellen van wolvenbeheerplannen op federaal en bondsstaatniveau. Voorlichting is er voor een belangrijk deel uitbesteed aan een particuliere natuurbeschermingsorganisatie. Die link op de LNV-site was dus zo gek niet.
Een sleutelrol is weggelegd voor het recht. Dat wolvenpopulaties aan het opkrabbelen zijn, is een gevolg van grensoverschrijdende juridische bescherming. Bovendien zijn internationale en Europese regels doorslaggevend voor de vraag hoe om te gaan met de terugkerende roofdieren. En die zeggen dat het aan de wolf is om te bepalen of hij Nederland ziet zitten, en niet andersom.