De wankelende god Joseph Biederman
In de Verenigde Staten is Joseph Biederman, een kinderpsychiater van wereldnaam, in opspraak geraakt. Biedermans opvattingen over de behandeling van ADHD zijn leidend in de psychiatrie, maar nu blijkt dat hij zich jaren achtereen heeft laten betalen door pillenfabrikanten.
De Amerikaanse kinderpsychiater Joseph (Joe) Biederman zit in de knel. De Republikeinse senator Charles Grassley uit Iowa onthulde onlangs documenten waaruit bleek dat Biederman 1,6 miljoen dollar had ontvangen als adviseur van farmaceutische bedrijven die psychofarmaca maken. Biederman had maar 200.000 dollar aan ontvangsten opgegeven bij Harvard, de universiteit waaraan hij verbonden is. Er loopt een onderzoek tegen hem. Biederman mag gedurende dat onderzoek geen werk meer doen voor de farmaceutische industrie.
Maar er is ook twijfel gerezen over de kwaliteit van zijn wetenschappelijke publicaties. Zijn studies worden wereldwijd gebruikt voor de wetenschappelijke onderbouwing van richtlijnen voor artsen en psychiaters bij de behandeling van ADHD-patiënten. Ook in Nederland.
Grassley maakte een powerpoint-presentatie openbaar, die Biederman enkele jaren geleden hield voor Johnson & Johnson, fabrikant van een ADHD-middel (in Nederland: Janssen-Cilag). Biederman sprak voor topmensen van de firma over een onderzoek naar de behandeling van kleuters met ADHD en (bipolaire) stemmingsstoornissen met het antipsychoticum risperidon (Risperdal).
Volgens Biederman heeft een op de tien kinderen met ADHD ook last van manische depressiviteit, een opvatting die in Europa overigens bij behandelaars nauwelijks steun kreeg. Maar fabrikant Johnson wilde in de VS het antipsychoticum voor volwassenen graag inzetten op kinderen met gedragsstoornissen. En Biederman zette daarvoor een studie op. Volgens zijn presentatie stond de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek vooraf al vast: de studie ’zal de veiligheid en werkzaamheid van risperidon in deze leeftijdsgroep aantonen’, aldus zijn presentatie. Vreemd, vond Grassley, hoe kun je nou voordat een studie is gedaan al zeggen wat de uitkomst is?
Ook de Nijmeegse hoogleraar psychiatrie Jan Buitelaar, expert op het gebied van ADHD, vindt dat zeer opmerkelijk. „Veel onderzoek begint met hypothesen ofwel voorspellingen, maar dat weet je vooraf nooit zeker. Als je het zeker weet, hoef je het onderzoek niet meer te doen. Dan kun je beter een ander onderzoek doen, want het gaat bij research immers om het ophelderen van onzekerheid en onwetendheid.”
Biederman was de belangrijkste auteur van een vorig jaar gepubliceerde studie waarin werd vastgesteld dat kinderen met ADHD en stemmingsstoornissen baat hebben bij een behandeling met Risperdal.
In de ’multidisciplinaire richtlijn ADHD bij kinderen en jeugdigen’, die in 2007 door het Trimbos Instituut werd gepubliceerd, wordt verwezen naar 26 publicaties waarvan Biederman de eerste auteur was of waar hij als auteur bij betrokken was. De vraag is of de uitgangspunten van de Nederlandse ADHD-richtlijn nog deugen.
Vooralsnog maakt het Trimbos Instituut zich geen zorgen. De ADHD-middelen die in Nederland op grote schaal worden voorgeschreven en die in de richtlijn worden besproken (zoals methylfenidaat), zijn ook door andere onderzoeksgroepen onderzocht, zeggen Luuk Kalverdijk, kinder- en jeugdpsychiater in Groningen en Pier Prins, hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychiatrie in Amsterdam.
Kalverdijk en Prins zaten in de werkgroep die de ADHD-richtlijn opstelde. Ze wijzen erop dat er, los van de gebeurtenissen rond Biederman, al een voornemen was de richtlijn dit jaar eventueel te herzien.
Prins: „Het is wel belangrijk deze zaak te volgen. Als inderdaad zou komen vast te staan dat bepaalde studies van Biederman niet door de beugel kunnen en dat ernstig aan de resultaten moet worden getwijfeld, dan moet de betekenis ervan voor de richtlijn nader bekeken worden.”
Biederman is hét voorbeeld van een mol, een medische opinieleider, op zijn vakgebied. De kinderpsychiater was een gevierd spreker op grote psychiatriecongressen en publiceerde aan de lopende band over zijn onderzoek. „Ik heb mij bij Biederman vaak hogelijk verbaasd over zijn productiviteit. Ik bedoel, een dag heeft maar 24 uur, maar Biederman publiceerde maar door”, zegt Rutger Jan van der Gaag, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie in Nijmegen en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP).
Van der Gaag vestigt zijn hoop op de peer-review bij wetenschappelijke tijdschriften, waarbij wetenschappers commentaar kunnen geven op de geanonimiseerde manuscripten die ter publicatie worden aangeboden. „Ik mag hopen dat de wetenschappelijke kwaliteit van Biedermans publicaties deugdelijk is. Maar het is goed dat weer te bekijken.”
Joe Biederman is, samen met twee collega-wetenschappers in Harvard, afgelopen week gedagvaard in rechtszaken van enkele Amerikaanse staten tegen farmaceutische bedrijven. De staten verwijten de fabrikanten van antipsychotica dat zij door hun marketingpraktijken de publieke kosten voor de gezondheidszorg hebben opgejaagd. Het gaat daarbij naast Risperdal ook om Seroquel XR van AstraZeneca en Zyprexa van Eli Lilly, middelen die ook in Nederland op de markt zijn.
Afgelopen najaar doken in die rechtzaken e-mails op van Johnson & Johnson waaruit bleek dat het bedrijf Biederman wilde inzetten om de omzet van de middelen te vergroten. De mails lekten uit naar de New York Times, waarop Biedermans advocaat de rechtbank vroeg deze documenten tot niet-openbare stukken te bestempelen. Het hooggerechtshof van de staat New Jersey moet nog over dat verzoek beslissen.
Biederman wekte in de rechtszaal de indruk dat hij onkwetsbaar is voor de kritiek. Dat kan althans worden afgeleid uit een opmerkelijk dialoog, eind februari, tussen de kinderpsychiater en advocaten van de staten. Ze vroegen Biederman wat zijn positie was op Harvard University. „Full professor”, antwoordde de hoogleraar (Amerikaanse universiteiten kennen ook ’rangen’ als assistant professor en associate professor). „Wat komt er na full professor”, vroegen de advocaten. „God”, zei Biederman.