De wanhoop van Joodse vrienden trok de broers Westland in het verzet
160 huizen met een oorlogsverhaal openen deze week hun deuren. In een ervan vertelt Co Westland vandaag over zijn ooms.
"Ik denk dat opa hier sliep", zegt Westland (71) terwijl hij langs de receptie van Museum De Casteelse Poort in Wageningen loopt. Hij gaat de hoek om en betreedt een kleine galerij vol portretten van oud-bewoners. Er staat een grote schouw met Delfts blauwe tegels. "Dit was dus de keuken." Westland loopt langs de portretten. "We hangen er niet bij, maar we woonden er wel."
De eerste twee jaar van zijn leven woonde Westland in het huis dat nu Museum De Casteelse Poort is. Vandaag is hij terug en vertelt hij over het verzet van zijn ooms en zijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het kader van Open Joodse Huizen en Huizen van Verzet zijn deze week ruim 160 huizen met een bijzondere oorlogsgeschiedenis opengesteld. Nazaten, getuigen en kenners herdenken en vertellen de levensverhalen van bewoners en onderduikers.
Zolders en kelders
Westland haalt een fotoboek en een grote stapel papieren uit zijn tas. "Alles wat ik weet, heb ik zelf verzameld. Mijn ouders praatten niet over de oorlog." Hij laat foto's van zijn vader Cees en zijn ooms Willem en Jacobus ('Co') zien. Vooral zijn ooms waren echte ondernemers, vertelt hij. Tijdens de oorlog bezaten ze een wielrenbaan, een hotel en vijf bioscopen. Het was de wanhoop van Joodse vrienden in de Amsterdamse bioscoopwereld die de broers het verzet introk. "Toen de directeur van het Tip-Top Theater moest vluchten, hebben mijn ooms hem ondergebracht in hun hotel."
Ook zijn vader Cees en Rachel Krasner, de Joodse vrouw van oom Co, werden zo onderdeel van de verzetsgroep Westland-van de Weerd. "De onderduikers kwamen vanuit Amsterdam aan in Hotel Oranje, De Casteelse Poort of het huis van oom Co, dat hiernaast staat", vertelt Westland. "Vanuit onze zolders gingen ze verder naar vaste onderduikadressen in de omgeving."
Hoeveel mensen zijn familie geholpen heeft, weet Westland niet. "Maar ze durfden wel wat. Jarenlang zetten ze hun leven op het spel voor anderen." Een politiecommandant die aan de kant van de Duitsers stond, begon in 1943 iets te vermoeden. Het verzet plande een aanslag op de commandant. Die mislukte. "Mijn ooms en mijn tante doken onder in Groningen, maar mijn vader verschuilde zich in de kelder van onze bioscoop in Veenendaal." Dat was zijn redding, zegt Westland. Co, Willem en 21 andere onderduikers werden in Groningen verraden en in 1944 in Bloemendaal gefusilleerd. De tante van Westland overleefde de oorlog.
Na hun arrestatie lieten Co en Willem een briefje achter, vertelt Westland. "Mijn ouders hadden zeven kinderen, maar nog geen Jacobus." Zijn ooms hoopten dat er toch nog een Co zou komen. "Ik ben dus de wens van mijn ooms: zonder hen was ik er niet geweest." Het verzet van zijn familie lijkt vaak te worden vergeten, zegt Westland. Door dit verhaal te vertellen hoopt hij op erkenning. "Dat is het minste wat ik voor hen kan doen."
Open Huizen met een oorlogsverleden
Tijdens Open Joodse Huizen en Huizen van Verzet zijn ruim 160 huizen met een bijzondere oorlogsgeschiedenis opengesteld voor publiek. Tot 5 mei worden de voormalige bewoners en onderduikers herdacht en besproken door kenners en betrokkenen in onder andere Sneek, Deventer en Zaanstad. In Wageningen vertelt Co Westland tussen 14:00 en 15:00 uur zijn verhaal in Museum de Casteelse Poort. De rest van het (gratis) programma is te vinden op openjoodsehuizen.nl
Voor meer artikelen over Dodenherdenking en Bevrijdingsdag, zie ons dossier 4 en 5 mei en ons dossier Tweede Wereldoorlog.