Analyse
De verkiezingsuitslag legt de kloven bloot tussen hoogopgeleide gemeenten en de rest
De winst van GroenLinks brengt in beeld waar veel hoogopgeleiden wonen. De scheidslijn tussen dat deel van Nederland en de rest tekent zich opnieuw duidelijk af.
Je kon het zien aankomen. Het lijstje met gemeenten waar GroenLinks afgelopen woensdag de grootste werd, daar zitten geen verrassingen bij, twitterde electoraal geograaf Josse de Voogd. “Behalve Helmond.”
Veel tv-kijkers kennen De Voogd sinds hij woensdag een avond lang hielp de uitslagen te duiden voor de NOS. Maar hij houdt zich al langer bezig met onderzoek naar het verband tussen woonplaats en stemgedrag.
GroenLinks werd de grootste in Amsterdam en Utrecht en ook elders groeide de partij. Vooral in de steden, en dat is geen toeval, weet De Voogd, want GroenLinks is een echte stadspartij. Net als D66, van wie ze in veel steden de koppositie overnam. Buiten de steden ziet het beeld er anders uit: daar heersen de lokale partijen en – nog steeds – het CDA.
Duidt dit op een scheidslijn tussen stad en platteland? Of tussen Randstad en de rest? Twee jaar geleden waarschuwde Jan Latten, hoogleraar demografie en verbonden aan het CBS, er al eens voor: er ontstaat een kloof tussen de steden en de randen van Nederland. Ver weg van de steden zijn mensen gemiddeld ouder, lager opgeleid en minder welgesteld, en ze kijken anders tegen de wereld aan. En die verschillen groeien, zei hij. “Nederland ontmengt.”
Hoe dat uitpakt, was bijvoorbeeld te zien rond de intocht van Sinterklaas, afgelopen jaar in Dokkum. Dat hele zwartepietendebat, werd destijds geopperd, is dat niet typisch een Randstad-kwestie? Iets waarover mensen zich op het platteland volstrekt niet druk willen maken, waaraan ze zich alleen maar ergeren?
D66 en GroenLinks voor de hoogopgeleiden
Maar zo eenvoudig is het toch niet. Niet alle steden kunnen over één kam geschoren worden, blijkt uit de uitslagen van woensdag. Zelfs de Randstad blijkt niet één geheel: in de noordelijke Randstad (Haarlem-Zaanstad-Amsterdam-Utrecht ) viel de kiezersvoorkeur anders uit dan in de zuidelijke vleugel. In Amsterdam haalden GroenLinks en D66 samen 35 procent, in Utrecht zelfs 43. Daar steken de percentages in Den Haag (23) en Rotterdam (19) mager bij af.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
De scheidslijn blijkt anders te liggen. GroenLinks deed het behalve in in Amsterdam en Utrecht ook goed in andere universiteitssteden: de grootste in Nijmegen, Delft en Wageningen, op een haar na de grootste in Maastricht en Eindhoven. Dat duidt op een ander doorslaggevend gegeven: opleidingsniveau. Hoe meer hoogopgeleiden (hbo of wo), hoe groter de kansen voor GroenLinks en D66. Kijk naar de vier grote steden: in Utrecht is 51 procent van de bewoners hoogopgeleid, in Amsterdam 44, in Den Haag 34 en in Rotterdam 29.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
Op grond van eerdere verkiezingsuitslagen maakte De Voogd al eens een driedeling. In het ‘land van dorpen en tradities’ is het CDA nog altijd groot, in het ‘kwetsbare land’ aan de randen van het land en waar vanouds veel industrie gevestigd was, doet een partij als de PVV het goed. GroenLinks en D66 staan voor het ‘succesvolle kennisland’, de regio’s waar de economie draait op kennis.
Kennisland
Dat kennisland bevindt zich in een brede strook dwars door het land: van Noord-Holland via Utrecht en Wageningen tot voorbij Arnhem en Nijmegen. Daarnaast zijn er concentraties rond universiteitssteden als Eindhoven en Groningen – steden waar studenten na hun afstuderen vaak snel vertrekken (zoals Enschede en Tilburg) vallen er goeddeels buiten. Als de raadsverkiezingen iets hebben laten zien, dan is het de scheidslijn tussen dit kennisland en de rest. En die treedt nog scherper aan het licht door het verschrompelen van een volkspartij als de PvdA, die hoog- en laagopgeleiden verenigde.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
Nee, voor iemand als De Voogd zijn de uitslagen van woensdag niet verrassend. Pak de kaart met gemeenten met de meeste hoogopgeleiden erbij, leg die van de hoogste inkomens ernaast en het patroon tekent zich al af. De kaart die de leeftijdsopbouw weergeeft, voegt er nog iets aan toe: waar de bevolking minder vergrijsd is, wordt net iets meer voor GroenLinks en D66 gekozen. Alle gemeenten waar GroenLinks nu de grootste is, liggen trouwens in die brede strook kennisland – behalve Helmond.
Van scherpe tweedelingen is nog geen sprake, stelt De Voogd. Maar net als Jan Latten waarschuwt hij wel. Zeker als verschillende scheidslijnen gaan samenvallen – geografisch en wat opleiding en inkomen betreft bijvoorbeeld – verdwijnt het begrip dat bevolkingsgroepen voor elkaar kunnen opbrengen.
Helmond viel trouwens behalve door de winst van GroenLinks op door de laagste opkomst van het land, dus wat daar precies aan de hand is?
Meer nieuws, analyse en duiding rond de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen vindt u in ons dossier.