De troost van boterkaaskoek met gember

Koortsige fantasieën over troosteten waarvan ik wél trek zou krijgen: boterkoek, die smeltende structuur. En gember, die krachtige smaak. Mijn gedachten zwierven naar het oerblokje-stokje: kaas met een gemberbolletje. En zo groeide het plan: een kaasboterkoek met gember.

Dat was het. En ik had alles in huis, dus hoefde niemand lastig te vallen om boodschappen voor me te doen. Twee kleine boterkaaskoeken met gember.

Verhit de oven tot 180 ºC. Roer de zachte boter en de 200 g geraspte oude kaas grondig door elkaar. Kneed dan van de kaasboter, bloem, zout en eidooiers een zacht, heel soepel 'boterdeeg'. Verdeel het deeg in vieren.

Vet de twee springvormen in met het klontje boter en bekleed ze elk met een kwart van het deeg. Verdeel de gehakte stemgember met aanhangende siroop over deeg (laat langs de rand een krappe 1/2 centimeter vrij. Dek af met de rest van het deeg. Strijk met de achterkant van een in koud water gedompelde lepel de bovenkant glad. Zet de gemberkoek ongeveer een half uur in de oven of tot de bovenkant lichtbruin, en de binnenkant nog deegachtig zijdezacht is. Laat de koek volledig afkoelen voordat u hem uit de vorm haalt.

Ga niet, zoals ik, terwijl de koeken in de oven staan, een vermoeiend telefoongesprek voeren: de keukenwekker kwam niet door en beide koeken bleken tot kruim wedergekeerd en alleen geschikt (maar wel heel lekker) voor iets als het kruimeldeel van een vruchtencrumble. Ik heb twee nieuwe gemaakt. Voor het bakken nog even bestreken met losgeklopt ei en bestrooid met extra geraspte kaas. Het kan, maar het hoeft niet.

Ingrediënten voor 2 springvormen van 15 cm

250 g zachte boter

200 g oude geraspte kaas

300 g bloem, gezeefd met

1 theelepel fijn tafelzout

2 grote eidooiers

200 g stemgember, gehakt, met aanhangende siroop

klontje boter voor de vormen