De straatpastor komt als geroepen
Het totaal aantal daklozen stijgt niet meer, maar de straatpastores voorzien in een behoefte die nog wel groeit, ook bij de 'nieuwe thuislozen'.
Meldt zich bij leven geen familielid, dan ook niet bij dood. Of toch wel? Het is al meer dan een week geleden dat een dakloze Nederlandse Bosniër werd opgedregd uit het water van de Oude Singel van Leiden. De recherche kwam in actie en zocht tevergeefs naar zijn familie; die bleek al vele jaren geleden het contact te hebben verbroken met de 50-jarige, verslaafde man.
Rond zijn kist in een zaaltje van een begrafenisonderneming in Leiden staan enkele gemeenteambtenaren, de advocaat van de overledene, diens maatschappelijk werkster en vier dakloze mannen. En Folly Hemrica, de straatpastor die voorgaat. "Ook na een zwervend bestaan, een oorlogstrauma en een verslaving is hij een mens in wie wij blijven investeren", zegt de straatpastor.
Met de korte bijeenkomst en de daaropvolgende begrafenis drukt Hemrica naar eigen zeggen de essentie uit van het straatpastoraat: "Geen mens mag doodgaan zonder dat we erbij stilstaan. Het is de angst van veel daklozen dat hun overlijden niet wordt opgemerkt; die vrees blijkt vandaag ongegrond."
25.000 mensen hebben geen vaste verblijfplaats, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week. Ze slapen in de opvang, op straat of in openbare gebouwen. Een klein maar groeiend aantal straatpastores kijkt naar hen om.
Folly Hemrica (57, de lippen rood gestift, een azuurblauw wollen jasje en hippe bril) is sinds december de straatpastor van Leiden. Ook al heeft zij hiervoor ruim achttien jaar in de bajes gewerkt, zij moest in haar nieuwe baan weer 'door wat grenzen heen'. Was het voorheen even wennen om een seriemoordenaar of pedofiel onder vier ogen te spreken, nu deinsde ze om andere redenen soms terug. Hemrica: "Ik vond het niet zo fris om daklozen die zich duidelijk al een tijdje niet hadden gewassen de hand te schudden."
De aanvankelijke schroom is inmiddels overwonnen. Met hulp uit onverwachte hoek: "Een van de daklozen gaf mij een handgel. 'Moet u gebruiken, dominee, want het is niet gezond', waarschuwde hij."
Een keer in de maand organiseert de straatpastor een kerkdienst voor haar 'gemeenteleden': dak- en thuislozen en mensen met een psychiatrische stoornis die nog wel een eigen huis hebben, maar veelal over straat zwerven. Hemrica's belangrijkste attribuut is niet de Bijbel, maar een warme winterjas, een regenponcho en aandacht. "Vrijwel iedereen loopt snel aan hen voorbij, maar ik sta juist stil bij de dak- en thuislozen en bij hun verhaal."
Op haar turquoise fiets pendelt de pastor tussen het sociaal pension waar verslaafde daklozen met een psychiatrisch probleem wonen en de Nieuwe Energie, een 24-uurs opvang voor thuislozen. Ze is hier inmiddels een bekende. 'Hallo dominee Folly', klinkt het, maar ook 'mevrouw pastoor' en 'dag pater'.
Het maakt Hemrica niet uit hoe zij wordt genoemd door de aanwezigen, een allegaartje van versufte, paffende mannen in glazen rookhokken, en anderen die klaarzitten om shampoo, badzeep of een handdoek aan te geven of koffie in te schenken.
De pastor schudt handen. Ook met een Nederlander van Marokkaanse komaf, die bij de begrafenisdienst voor de Nederlandse Bosniër was. "Ik zie mijn gestorven vriend steeds lopen. Het lijkt net of hij iets naar me roept", vertelt hij haar. Hemrica: "Wat zou hij jou toeroepen?" Hij reageert indirect: "Ja, ja, ik ga het voortaan anders aanpakken." Enthousiast haalt hij herinneringen op aan de twintig jaar waarin hij als marktkoopman werkte. "Hier zit een talent", zegt Hemrica, om vervolgens uit te roepen: "Wat een mooie mannen zijn dit hè, die moeten vooruit geholpen worden."
Overdag zijn hier zo'n zeventig mensen, negentig procent is man. Zij komen hun post ophalen, iets eten, slapen, douchen of een was draaien. Hoewel het niet de bedoeling is, zijn er ook daklozen die hier al jaren wonen. Zij dragen de titel 'uitbehandeld'.
"Wij zijn de enige plek waar zij nog terecht kunnen", zegt teamleider Mirsad Strojil. Volgens hem is er sprake van extra toestroom van 'nieuwe daklozen': mensen die door de financiële crisis in de schulden zijn geraakt.
Jan van Opstal, voorzitter van de pastoraatskoepel Netwerk Dak, rekent tot de groep nieuwe daklozen ook mensen met een psychiatrische achtergrond: "Tegenwoordig zwerven er heel wat mensen over straat die niet dakloos zijn, maar het gevoel hebben geen thuis meer te hebben". Van Opstal wijst op verpaupering, die het gevolg is van de economische oriëntatie van de samenleving. "Iemand mag geen geld kosten, maar moet iets opleveren. Er is een tendens om mensen die toch geen kans meer maken op een baan, niet te helpen. Voor wie zijn zij dan nog de moeite waard?"
Staand op de fietspedalen neemt Hemrica de bruggetjes van Leiden. "Ik hou van de mensen aan de rand van de maatschappij. Zij zijn streetwise, kijken dwars door dingen heen. Je hoeft niet met onzin of praatjes aan te komen. Dat vind ik fijn, dat houd me scherp."
Of straatpastoraat een roeping is? "Ik denk dat je van roeping kunt spreken als je het idee hebt dat je als geroepen komt. En dat heb ik met deze groep."
Bij binnenkomst in het sociaal pension wordt Hemrica aangeklampt. Er is opnieuw een dakloze overleden. Ze kent hem nog van haar vorige baan. "Hij kwam regelmatig naar de kerkdiensten en gespreksgroepen in de gevangenis." Er meldden zich familieleden. Ze hebben tijd nodig om geld in te zamelen voor de begrafenis, zeggen ze. Na een paar dagen is het zover: met een touringcar komen tachtig familieleden en vrienden vanuit Rotterdam naar Leiden. De uitvaartdienst en de begrafenis worden door de staat betaald.
undefined
De seizoenen zijn verdwenen
Aan de stijging van het aantal daklozen in Nederland lijkt een einde te zijn gekomen. Dat liet het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag weten.
Tussen begin 2010 en begin 2012 steeg het aantal daklozen nog van 23.000 naar 27.000. Maar begin 2013 waren er naar schatting 25.000. Voor het eerst in drie jaar is er geen stijging van het aantal daklozen, constateert het CBS.
Straatpastores signaleren met hun koepelorganisatie DAK 'nieuwe daklozen': door de financiële crisis aan lager wal geraakte mensen en psychiatrische patiënten die (ondanks een woonadres) over straat zwerven.
Pastor Julia Hoppenbrouwers-Nagornyak in Den Bosch: "De afgelopen jaren zijn de seizoenen verdwenen. Normaal gesproken is het in de zomer wat stiller, maar nu is de dag- en nachtopvang continu vol."
In Leeuwarden speelt men met de aanstelling van een nieuwe straatpastor in op een groeiende behoefte. En ook in Hoorn is er volgens de lokale Raad van Kerken "een toename van het aantal dak- en thuislozen, van mensen die sociaal dreigen te worden uitgesloten, van jongeren die vallen in het gat tussen jeugdzorg en het maatschappelijk werk of door hun ouders uit huis worden gezet". Wel is de financiering van de nieuwe pastor nog onzeker.
Terwijl bekostiging via de kerken langzaam opdroogt door vergrijzing en terugloop van het ledental, biedt ook gemeentelijke subsidie geen vaste basis voor het straatpastoraat.
In Den Haag besloot de gemeenteraad eind vorig jaar op het nippertje de bezuinigingen op het pastoraat ongedaan te maken. In Leiden komt de financiering nadrukkelijk niet via de gemeente, maar hoofdzakelijk via rooms-katholieke kloosters. In Ede werkt de straatpastor op vrijwillige basis, naast een betaalde baan.
undefined