De stad van de Oranje Revolutie koestert en haat de Russische erfenis.

door Joost Bottema

Pecherska Lavra, het Holenklooster van Kiev bestaat bijna 1000 jaar. Het heeft de afgelopen eeuw, letterlijk en figuurlijk, veel onder vuur gelegen maar is inmiddels weer opgeknapt en in gebruik als religieus centrum. Behalve de monniken en andere geestelijken die er weer wonen voelen ook vele wereldse inwoners van Kiev zich verbonden met dit 28 hectare grote complex. Een van hen is Igor Federiachenko (55). Zijn eerste ervaringen deed hij hier op tijdens de sluiptochten die hij als schooljongen in de catacomben en het onderaardse tunnelsysteem ondernam. „Dat was in de jaren zestig. Op school voelde ik me niet op mijn gemak, ik werd door Russische klasgenoten gepest vanwege mijn Oekraïense accent. Ik was voortdurend aan de wandel en kwam vaak in de ruïnes van dit klooster.” Hij staat op het plein voor de kathedraal en wijst naar alle gebouwen die in zijn jeugd aan puin lagen. „De Russen hadden in de oorlog de bovengrondse bebouwing grotendeels verwoest. Niemand weet precies waarom. Ze waren op de vlucht voor de Duitsers. Van deze kathedraal stond nog maar één boog overeind. Gelukkig waren de holen nog wel helemaal intact.”

Het tunnelstelsel (met een lengte van bijna 30 kilometer) is gegraven onder leiding van de oprichter van het klooster, de monnik Antonius. Het diende als afgelegen leef- en gebedsruimte – en bovendien als graftombe, al werden de overleden monniken niet letterlijk begraven maar gewoon ’neergelegd’ in nissen in de gangmuren. Door een wonder Gods, of een hiervoor ideale luchtgesteldheid, werden de lichamen vervolgens op een natuurlijke wijze gemummificeerd. 123 daarvan zijn nog steeds intact.

De Russen veranderden het labyrint in een museum. Tot Igors’ verbazing stroomden de bezoekers weer snel in grote aantallen toe. „Als jongen begreep ik niet dat er behalve mij nog zoveel anderen zich interesseerden voor die duistere wereld. Dat leven onder de grond, de stilte, het matigen in alles. Oekraïners houden juist van dansen en zingen en lange, uitvoerige maaltijden. En van buitenlucht. Dat is allemaal nog steeds zo. Ga hier maar eens de stad in. De straten, parken en pleinen in het centrum van Kiev zijn tezamen één groot café. Het is een wereldstad maar tegelijk een groot dorp.”

Vanaf de jaren zestig is het bovengrondse gedeelte van het Holenklooster langzaamaan opgeknapt. Igor studeerde geschiedenis en werd aangesteld als rondleider in het museum. „Dat was in de tijd van Leonid Brezjnev. Ik moest ontzettend op mijn woorden passen, al kon ik met mijn gezichtsuitdrukking wel laten blijken wat ik echt vond.” Bijna tien jaar geleden, na de Oekraïense onafhankelijkheid, ontfermde de orthodoxe kerk zich weer volledig over het complex. Igor werd gevraagd om opzichter van de klokkentoren te worden. Hij ging meteen op dit aanbod in. Als historicus wist hij dat deze toren in het begin van de 18de eeuw was gefinancierd door de legendarische Ivan Mazepa. Deze kozakkenhoofdman staat in Oekraïne bekend als de ’anarchist’ die in opstand kwam tegen Russische overheersing. Zijn afbeelding staat op het bankbiljet van 10 hryvnia. „Dankzij Mazepa had Kiev ooit de hoogste klokkentoren ter wereld,” zegt Igor. Het bijna honderd meter hoge bouwwerk is nog steeds bepalend voor de skyline van de stad – maar is tijdelijk gesloten voor publiek. Officieel vanwege veiligheidsredenen, maar volgens Igor is dit het noodlot van dit bouwwerk. Hij draait het slot open van de toegangspoort. „Deze deur is al zo vaak en om zo veel redenen op slot geweest. De Russen hebben hier bijvoorbeeld nooit publiek toegelaten. Waarom? Heel simpel, bovenin heb je uitzicht over de hele stad, je kunt dingen zien en verbanden leggen. Bovendien heeft deze toren een toegangspoort. Een Rus ziet een poort volgens mij vooral als iets dat je op slot kunt doen.”

De omloop op de eerste rij pilaren biedt uitzicht op het herrezen klooster. Op de daken schitteren gouden uien in allerlei soorten en maten. Het complex laat zich makkelijk meten met de beroemde kerken en paleizen in Moskou en Petersburg.

„Het is maar hoe je het bekijkt,” zegt Igor. „Je zou ook kunnen zeggen dat de Russen veel hebben overgenomen van de Oekraïense barok. De oorsprong van de Russisch orthodoxe Kerk ligt toch echt in Kiev. Vanaf hier is duidelijk te zien dat alle daken groen zijn. Groen staat voor onschuld. Bovendien staat groen in het midden van het kleurenspectrum. Kiev is altijd een centrale stad geweest, een poort tussen Azië en Europa, tussen Rusland en het westen, tussen Scandinavië en Turkije.”

Het uitzicht op Kiev vanaf het bovenste platform wordt doorsneden door de Dnjepr. Aan de overkant van de rivier strekt zich een landschap van grijswitte woonblokken uit tot aan de horizon. „Allemaal Russische systeembouw,” zegt Igor. Hij draait zich een kwartslag en maakt een breed handgebaar. De heuvels van het Holenklooster golven richting centrum. De stad voegt zich vanzelfsprekend naar het landschap. Hier en daar wordt het ritme van de stadspaleizen, kerken en regeringsgebouwen doorsneden door beboste ravijnen en riviertjes.

In de verte ligt Maidan, het plein waarop zich twee jaar geleden de vreedzame Oranje Revolutie afspeelde. Dat was een hoogtepunt in Igors’ leven. „’s Avonds trok ik een oranje trui aan en ging zelf naar het centrum. Ik was trots op Oekraïne en op de stad.”

„De hele binnenstad van Kiev is trouwens ook door Russen gebouwd,” vervolgt hij na een korte stilte. „Het meeste stamt van na de oorlog. Ik moet toegeven dat ze dáár beter hun best hebben gedaan. Het is vreemd, juist de Sovjet Unie heeft van Kiev een trotse en grote stad (ruim 2,5 miljoen inwoners - red.) gemaakt. We hebben Russische paleisbioscopen en een prachtige Russische metro. Maar kijk hoe het erbij ligt, de heuvels, de rivier, het groen, de eilanden in de Dnjepr met bossen en stranden. Ik denk dat Kiev zijn uniekheid toch vooral aan het Oekraïense landschap te danken heeft. En aan onze beheerste opstandigheid.”

Kievs centrum lijkt hoofdzakelijk te bestaan uit brede boulevards met monumentale cultuurpaleizen, warenhuizen en kathedralen. Ondanks deze grootschalige layout geeft de stad veel van haar bijzonderheden vooral aan voetgangers prijs. ’s Zomers wordt bijvoorbeeld elke zaterdagavond de centrale boulevard Kreshchatyk afgesloten voor rijdend verkeer. Dan wordt er geflaneerd en in groepjes wodka gedronken. Verder is er onder het straatniveau een wereld voor wandelaars ontstaan. Talloze ondergrondse oversteekplaatsen zijn uitgegroeid tot ontmoetingsplaatsen met uiteenlopende functies: van een rommelige boekenmarkt tot modern winkelcentrum. Je kunt er naar breakdance kijken of, via een groot beeldscherm, een wedstrijd van Dynamo Kiev volgen. Bovengronds zijn er talloze mogelijkheden om, via grote en kleine poorten, dwars door de façades van de stad heen te breken. De kans is groot dat je in een totaal andere wereld terechtkomt: van een drukke straat kom je in een stil bos, op een open plein met uitzicht op de Dnjepr of een intieme binnenplaats met restaurants. De grootste poort is de Gouden Poort, ooit opgericht ter ere van de Prins van Kiev als dank voor zijn overwinning op naburige Mongoolse troepen. De beroemdste poort – ’De Grote Poort van Kiev’ – bestaat alleen maar als het schilderij dat diende als inspiratie voor het sluitstuk van Modest Moessorgski’s ’Beelden van een schilderijententoonstelling’. Dit bouwwerk was als triomfpoort voor tsaar Nicolaas II gepland, maar is nooit uitgevoerd.

Met ’downtown’ wordt in Kiev niet het centrum bedoeld maar Podil, een noordelijke wijk, geklemd tussen een heuvelrug aan de ene kant en de oevers van de Dnjepr aan de andere. De huizen bestaan meestal uit niet meer dan twee bouwlagen, simpelweg omdat ze anders te zwaar zouden zijn en in het rivierslib zouden wegzakken. Podil is eenvoudig te voet te bereiken door de vermaarde kronkelende (rommel)marktstraat Andriyivsky uzviz af te lopen. Ten oosten van het kleine centrum van de wijk is een grote overdekte boerenmarkt (Zhitniy Rinok). De hal is voorzien van talloze reliëfs in origineel sovjet-realistische stijl. Bij een achteruitgang bevindt zich coffeeshop/restaurant Kvartyra Baboin, een uit de stad Poltava (een voormalige Kozakken-stad in centraal Oekraïne) naar Kiev overgeplaatst wegrestaurant. Het personeel en de gerechten zijn nog hetzelfde als voor deze verhuizing. Het menu adviseert het gerecht ’Banosh’ gewoon te bestellen, ook wanneer je niet weet wat het is. (Dat blijkt een goede raadgeving.) ’s Avonds wordt er soms muziek gespeeld op het terras, wanneer het koud is slaat een serveerster een geruite deken om verkleumde gasten heen. Een klein poortje naast dit restaurant biedt toegang tot een uitgestrekt orthodox nonnenklooster. De kloosterkerk is een dierbare plek voor inwoners van Kiev, velen komen hier om gestorven familieleden en vrienden te herdenken. In de zuidelijke punt van Podil is de passagiersterminal, een (vanwege de prominent aanwezige Cyrillische belettering) opvallend ’typografisch’ gebouw. In de hal is een kleine fototentoonstelling over het oude Kiev. De terugweg naar ’uptown’ kan met een kabelbaan worden afgelegd. Wel (voor ongeveer 10 cent) een kaartje kopen, anders bonkt de verkoopster zo hard tegen de wand van haar hokje dat de gouden decoratie ervan meetrilt. Passagiers worden na drie minuten zo’n 150 meter hoger afgezet bij de onlangs herbouwde St. Michaels Kathedraal, de thuisbasis voor de naar verhouding liberale Kievse tak van de orthodoxe Kerk.

Een markant type restaurant in Kiev is de Stolovaya, een van de Sovjet Unie geërfde fast-food formule. Stolovaya’s waren enigszins berucht, het eten was er niet lekker en niet gezond. Na de omschakeling naar een meer marktgerichte economie zijn veel Stolovaya’s verdwenen. Een aantal is echter geprivatiseerd en een daarvan is zeer populair geworden: Domashnya Kukhnya (’Thuis Keuken’). De grote drukte (een gevarieerd gezelschap van hongerige studenten, bezoekers van de nabijgelegen opera, clubjes van ouderen) verraadt de inmiddels zeer hoge kwaliteit van het eten. „Vroeger maakte het niet uit wat je hier at, alles smaakte hetzelfde,” zegt Hanna (54), een metro-machinist, hier regelmatig te gast met haar man. „De meeste gerechten waren slap en pappig. Het maakte niet uit wat je bestelde, het had toch ongeveer dezelfde smaak. Dat is allemaal veranderd. Het eten is nu vers en authentiek Oekraïens. Wanneer ik wil kan ik om extra verse dille of peterselie vragen.” Het systeem daarentegen is ongewijzigd: bijna de hele Oekraïense keuken is vertegenwoordigd en verdeeld over honderden verschillende kommen en schaaltjes waaruit de klant een eigen maaltijd kan samenstellen. Standaard aanwezig zijn natuurlijk Borsjtsj (bietensoep), varenyki (halfronde ’ravioli’, naar keuze gevuld met vlees, groente of fruit), koolsalade en vruchtencompotes. Alles wordt ter plekke bereid. Je kunt de grootte van de min of meer verplichte klodder zure room zelf bepalen. Een maaltijd in Domashnya Kukhnya kost niet meer dan (omgerekend) een paar euro.

De ’verboden zone’ rond de voormalige kerncentrale van Tsjernobyl (140 kilometer ten noorden van Kiev) is sinds een paar jaar opengesteld voor belangstellenden. Bezoek moet vooraf worden aangemeld en wordt onder begeleiding rondgeleid. Het programma kan worden afgestemd op individuele voorkeuren. Bij de ’kerkhoven’ waar radioactief blusmaterieel is gedumpt en in de verlaten stad Pripyat kan de bezoeker een reële post-nucleaire wereld ervaren, zoals vaak wordt gesimuleerd in videogames of omschreven in apocalyptische sciencefiction literatuur. Juist het beperkte dagelijkse leven dat zich hier nog wel afspeelt (bijvoorbeeld een nog steeds functionerende wasserij voor radioactieve kleding) maakt deze ervaring zeer werkelijk en bizar. Tegelijk lijkt een verblijf in de ’verboden zone’ juist een stap terug in de tijd. Hier leeft de Sovjet-Unie nog voort, compleet met partijleuzen, Lenin-standbeelden en een militaire barak waar (zeer liefdevol) een uitgebreide lunch geserveerd wordt. De gehavende reactor (unit 4) is, dankzij de 100 meter hoge schoorsteen (die eerder aan een staalfabriek doet denken dan aan een kerncentrale) nog steeds herkenbaar aan de beelden uit de media van 20 jaar geleden. Voor de rest is het gebouw in een, inmiddels eveneens iconische, sarcofaag verpakt. Tijdens het staren naar dit bouwwerk en het fantaseren hoe het er daarbinnen is, houdt een in uniform gestoken gids de straling in de gaten. De geigerteller geeft hier meestal ongeveer 0.800 aan, dat is bij een korte blootstelling niet gevaarlijk. Het gidspersoneel is steeds 15 dagen achter elkaar aanwezig en daarna 15 dagen vrij. Enkele oud-bewoners van Tsjernobyl zijn definitief naar hun woning teruggekeerd. Voor deze mensen geldt wel een hoger gezondheidsrisico, maar daar wordt ogenschijnlijk laconiek mee omgesprongen: „Sommigen worden hier ziek, anderen juist heel sterk,” zegt Olga (83), een van de remigranten. Wie het zekere voor het onzekere wil nemen kan in Kiev blijven en het Tsjernobyl-museum bezoeken. Daar wordt het drama op een opvallend openhartige en menselijke manier naverteld aan de hand van voorwerpen, brieven en foto’s.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden