De schaduw van Gavrilo Princip
Honderd jaar geleden beraamde een groep jongens een aanslag die zou leiden tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Het gewicht van de gevolgen wordt nog steeds op hun schouders geplant.
BELGRADO - Café 'De Gouden Steur' is weer open voor klanten. Jarenlang was het pand een gokhal, vervolgens een winkel met goedkope Chinese import. Maar de afgelopen maanden kreeg de uitbater meer historisch geïnteresseerden aan de deur dan klanten voor zijn potten en pannen. Van dat toerisme hoopt het nieuwe café een graantje mee te pikken. Het interieur doet nog niet denken aan honderd jaar geleden, maar dat gaat snel veranderen, zegt de manager. Historici staan in de rij om hun kennis en archiefmateriaal ter beschikking te stellen.
'De Gouden Steur' was in het voorjaar van 1914 de stamkroeg van Gavrilo Princip, of althans een van de café's die hij geregeld aandeed. Een krantenknipsel dat hier bezorgd werd veranderde de wereldgeschiedenis. Al is de consensus dat de Eerste Wereldoorlog heus wel zou zijn uitgebroken zonder post in 'De Gouden Steur', het kattebelletje is een mooie traceerbare schakel in de keten van gebeurtenissen.
Nedeljko Cabrinovic kreeg de envelop als eerste in handen. Die bevatte niets dan een krantenartikeltje met de mededeling dat aartshertog Frans Ferdinand, erfgenaam van de Habsburgse troon, op 28 juni een bezoek zou brengen aan Sarajevo. "Zdravo" - een Servische groet - had de afzender ernaast geschreven.
Voor Cabrinovic was het genoeg. Hij wist wat hem te doen stond. Samen met andere jonge stamgasten uit Bosnië, onder wie Princip, had hij er genoeg over gefantaseerd. Dit was het moment om de Oostenrijkse bezetters van Bosnië een klap toe te brengen: ze zouden Frans Ferdinand vermoorden. Deze jongens vormden een nieuwe generatie Bosniërs, opgegroeid onder de Habsburgse heerschappij. Het keizerrijk hield Bosnië, met zijn gemengde bevolking van moslims, Kroaten en Serviërs, sinds eind negentiende eeuw bezet en had het in 1908 officiëel geannexeerd.
Met de bezetting deed ook modern bestuur zijn intrede in Bosnië, inclusief onderwijs. Princip was als boerenzoon uit een Servische familie naar het gymnasium geweest. Hij las Latijn en schreef gedichten. "Princip en zijn vrienden waren eigenlijk de eerste generatie geletterde Bosniërs", zegt Guido van Hengel, een historicus aan de Universiteit Groningen die dit voorjaar een boek publiceert over Princip. "Daar waren ze zich ook van bewust. Ze voelden een taak om het Bosnische volk te verheffen."
Jonge anarchisten
Hoe die verheffing van het volk precies gestalte moest krijgen was onderwerp van verhit debat in 'De Gouden Steur' en andere cafés in Belgrado waar de jonge Bosniërs rondhingen. Sommigen dweepten met socialisme, anderen neigden meer naar anarchisme of naar Slavisch nationalisme. En zoals vaker bij negentienjarige jongens, wisselden de overtuigingen nogal. "We dachten niet allemaal hetzelfde", zei Princip tijdens zijn proces. "Dat was ook niet nodig."
Ze waren het er vooral over eens dat er íets moest gebeuren. Het was de tijd van 'propaganda van actie'. Vooral jonge anarchisten pleegden her en der in Europa aanslagen op machthebbers, vaak met geen ander doel dan het ondermijnen van de macht zelf. "Het waren echt pubers natuurlijk", benadrukt Van Hengel. "Maar wat hen bond was de spanning van de aanslag."
Die daadwerkelijke samenzwering bespraken Cabrinovic en Princip niet in 'De Gouden Steur', maar in een parkje iets verderop in het centrum van Belgrado, waar ze vrijer konden praten. Het plan bezorgde hen hoofdbrekens. Haat jegens de bezetter van Bosnië was voor deze tieners één ding, maar de praktische rompslomp van een aanslag bleek heel iets anders. Tot dan toe hadden ze zich vooral toegelegd op revolutionaire praat, en hier en daar een vuistgevecht. Maar hoe kwam je bijvoorbeeld aan een vuurwapen?
Dat is wat velen nu nog steeds willen weten. De meeste beschuldigende vingers wijzen naar de 'Zwarte Hand'. Dit geheime genootschap van Servische officieren heeft een status gekregen die je doorgaans alleen in jongensboeken aantreft. Voor sommigen was het een goed geoliede machine die direct steun kreeg van de regering, volgens anderen eerder een los verband van machtsbeluste militairen. Dragende figuur is de schimmige kolonel Dragutin Dimitrijevic, beter bekend als Apis.
Heel wat mensen zien Apis als het echte brein achter de aanslag. Hij zou de heethoofden uit Bosnië als pionnen hebben gebruikt in een poging om de Servische invloed in de regio uit te breiden. Van Hengel ziet het eerder andersom. Het initiatief ging waarschijnlijk uit van de jongere generatie: "Aanslagen waren in die tijd aan de orde van de dag. Waarschijnlijk waren deze jongens de zoveelste radicale groep die om wapens kwam leuren. En de officieren dachten 'waarom niet?'"
Hoe het ook zij, enkele weken later gingen de jonge revolutionairen, zes in totaal, grondig voorbereid op pad, bewapend met bommen en revolvers. En al ging bij de aanslag vrijwel alles mis, het einddoel werd bereikt. Het is onwaarschijnlijk dat de amateuristische groep dat zonder hulp kon, maar welke hulp ze kregen, van wie en vooral namens wie blijft speculatie.
Achteruitkijkspiegel
Voor Oostenrijk was die kwestie essentieel. Het keizerrijk beschuldigde de Servische autoriteiten van betrokkenheid, dat was hun reden om de oorlog te beginnen. Ook honderd jaar later kan het nog tot verhitte debatten leiden, en niet alleen onder academici.
De Servische president Tomislav Nikolic voelde zich zelfs geroepen om Princip te verdedigen. In een open brief haalde hij uit naar wat hij ziet als pogingen om Servië de schuld van de Wereldoorlog te geven. En niet voor het eerst.
Want vermeende parallelen met de recente geschiedenis houden het debat levend. Princip is overal voor te gebruiken. De Joegoslavische leider Tito maakte hem al tot een verzetsheld voor zijn socialistische en vooral pan-Joegoslavische ideologie. Maar ook Servische nationalisten claimen hem. Een etnische Serviër uit Bosnië die vecht voor de bevrijding van zijn volk; voor wie wil, liggen de vergelijkingen voor het oprapen. Princip, die zichzelf meestal als Joegoslaaf omschreef, wordt inmiddels vooral als Serviër beschouwd. En hoe meer dat gebeurt, hoe minder anderen met hem te maken willen hebben. Onder Bosnische moslims neemt plots de waardering voor Frans Ferdinand toe. Princips slachtoffer wordt dit jaar in Sarajevo flink in het zonnetje gezet.
Was de moordenaar van Frans Ferdinand een Serviër, een Joegoslaaf, een strijder voor sociale gerechtigheid of een terrorist? De discussie blijft oplaaien, ten koste van inzicht in het verleden. Van Hengel werd er tijdens zijn onderzoek soms moedeloos van. "Het is weinig interessant. Een van de grootste fouten in de interpretatie van Princip is dat laat twintigste-eeuws nationalisme wordt geprojecteerd op zijn generatie", verzucht hij.
Maar er zijn ook interessante pogingen om Princip terug te brengen tot menselijke proporties. 'Dit graf is me te klein', een toneelstuk van de Servische schrijver Biljana Srbljanovic toont hem en Cabrinovic als verwarde jongens, opgeslokt door de machinaties van hogere machten. Het drama gooide hoge ogen bij zijn opvoering in uitgerekend Wenen, de stad waar de demonisering van Princip een eeuw geleden begon. "Hij was boven alles slachtoffer", zegt Srbljanovic in een gesprek met het Bosnische blad Dani. "Princip was een dappere, jonge, gekke knul die geloofde dat hij het goede deed."
De samenzweerders belandden na de moord in Oostenrijkse gevangenschap, wat in de praktijk neerkwam op een langzame doodstraf door tuberculose.
Princip stierf in 1918. De weinige getuigenissen van zijn laatste jaren tonen hem aangeslagen door het gewicht van de consequenties die aan zijn actie werden toegeschreven. Maar spijt heeft hij niet. Psychiater Martin Pappenheim, die Gavrilo Princip in zijn cel sprak, noteert: "Kan niet geloven dat de Wereldoorlog een consequentie was van zijn aanslag, kan zich niet verantwoordelijk voelen voor de catastrofe."
De staccato-notities van Pappenheim bieden een glimp van de kwetsbare Princip. "Een leven als het mijne is niet mogelijk", vertrouwde hij de arts toe na een zelfmoordpoging in zijn cel. Van een geharde revolutionair, als Princip dat ooit was, is weinig meer over: "Droomt veel. Zegt dat hij prachtige dromen heeft van leven, van liefde."
Mythevorming
Maar de mythevorming rond zijn persoon was toen allang begonnen. De beroemdste woorden die aan hem worden toegeschreven zijn een kreet van bravoure die hij in een gevangenismuur zou hebben gekrast: "Onze schaduwen zullen door Wenen wandelen; zwerven door de paleizen; God schrik aanjagen." Vandaag staan ze te lezen in een muurschildering in de Principstraat in Belgrado.
Apocrief of niet, de woorden bleken profetisch. Honderd jaar later wandelt zijn schaduw nog steeds door Wenen, en veel andere steden in Europa. Maar controle over die schaduw heeft Princip nooit gehad. Die verloor hij ergens tussen 'De Gouden Steur' en die fatale dag in Sarajevo.
undefined