De saoedisering van de Nederlandse moslimjongere
In De weg van de moslim, het islamitische boekje uit de jaren zestig van de prominente Saoedische geestelijke Al Djazairi, haalt de auteur een metgezel van de profeet Mohammed aan, die in de zevende eeuw zou hebben voorgesteld om sodomieplegers (homo's) met het hoofd voorover vanaf een hoge constructie te werpen. Publicaties in Trouw over dit boekje hebben korte tijd voor ophef gezorgd.
Hoeveel 'incidenten' zijn er nodig om de publieke opinie ervan te overtuigen dat het soort ideeën waarvan in 'De Weg' en soortgelijke boeken (zoals Islamitische richtlijnen voor individuele en sociale verbetering van Mohammed bin Janil Zino) blijk wordt gegeven, wel degelijk leven in onze samenleving? En niet alleen onder geïsoleerde moslims 'vijf hoog achter'.
Anderhalf jaar geleden schreef ik een artikel voor Bijeen over de As-Siddieqschool, de islamitische basisschool in Amsterdam-West, waarvan het bestuur nauw verbonden is met de Tawheedmoskee. In een kader schreef ik toen al over de opruiende teksten in (onder andere) 'De Weg'. Het boek was mij bij een bezoek aan de Tawheed-moskee door een verkoper cadeau gedaan. Ik dacht aanvankelijk met een marginaal werk van doen te hebben, maar trof het tot mijn verbazing op vele plaatsen aan. Onder meer op de alleszins respectabele website van Marocstore.nl. Daar staat het aangeprezen als 'het beroemde standaardwerk De Weg van de Moslim'. Het bleek een populair boek te zijn dat veel Nederlandse moslims in de kast hebben staan.
Maar dat een boek veel wordt verkocht, wil nog niet zeggen dat de inhoud ook door iedere lezer wordt gewaardeerd. Het leek me daarom interessant enkele passages uit 'De Weg' voor te leggen aan een vertegenwoordiger van een moderne moskee-organisatie: de UMMAO (Unie van Marokkaanse Moskeeën in Amsterdam en Omstreken). Dit is een jonge hoofdstedelijke koepelorganisatie die zichzelf wil onderscheiden van de 'oude' Marokkaanse koepelorganisatie UMMON, die volgens velen in de Marokkaanse gemeenschap (te) sterke banden onderhoudt met de heersende macht in Marokko en gedomineerd wordt door conservatieve moslims van de eerste-generatie migranten. De UMMAO-leden profileren zich daarentegen als onafhankelijk, modern en hoog opgeleid. Men gaat er prat op veelal jonge moskeebesturen te vertegenwoordigen, die ook een plaats hebben ingeruimd voor de tweede generatie.
Wat vond de UMMAO, bij monde van haar woordvoerder Saïdi Rabah, van De weg van de moslim? Rabah herkende het boek onmiddellijk (dit was ruim voor de rel rond het boek) en bevestigde dat het een bekend en wijdverspreid werk was, van een vooraanstaand geestelijke. Van omstreden passages zei hij niets te weten. Een oordeel kon hij daarom onmogelijk uitspreken, zo verontschuldigde hij zich. Ook nadat ik hem een passage voorlas waarin wordt gesteld dat het de collectieve plicht is van jonge moslims zich fysiek voor te bereiden op de gewelddadige djihad, weigerde hij te oordelen. Hij was tegen de djihad, natuurlijk, maar over het boek, en zeker over de auteur, kon of wilde hij geen uitspraak doen. Waar hij daarentegen wel (ongevraagd) een oordeel over wilde vellen, was de 'partijdigheid' waarmee in Nederland over 'Palestina' werd bericht. Sowieso, zei hij, besteden de Nederlandse media veel te weinig aandacht aan het conflict tussen de Palestijnen en 'de Joden.'
Hoe kan het dat een moderne, hoog opgeleide moslim niet durft te oordelen over een boek waarin weerzinwekkende uitspraken worden gedaan? Het geijkte antwoord luidt dat het nu eenmaal 'heilige teksten' betreft waar een gelovige geen afstand van kan nemen. Zoals een moderne christen het niet eens kan zijn met de harde veroordeling van sodomie in het Oude Testament, maar toch niet de bijbel in zijn geheel wil veroordelen.
Maar die vlieger gaat hier niet op. De weg van de moslim is namelijk geen verzameling citaten uit de koran, maar een verzameling persoonlijke interpretaties van een moderne wetsgeleerde (en niet een middeleeuwse Algerijn zoals Jan Blokker in de Volkskrant schreef), die worden onderbouwd met heilige teksten. Niet voor niets staat in het voorwoord te lezen: 'Iedere moslim die dit onderricht volgt, kan er ongetwijfeld zeker van zijn dat hij zich volgens de sjeik [Al Djazairi] aan de goddelijke wet conformeert.'
De aanstootgevende inzichten van de sjeik komen uiteraard niet uit de lucht vallen. De auteur bekleedde een vooraanstaande positie aan de toonaangevende universiteit in het Saoedische koninkrijk: de Islamitische Universiteit van Medina. Hij maakt deel uit van een groep islamitische geleerden die de Saoedische vorm van de islam, het puriteinse en militante wahabisme, compromisloos interpreteert. En dan kom je inderdaad uit op een vorm van geloofsbeleving die in 'De Weg' in al zijn naakte verschrikking aan het licht komt.
Feit blijft dat moslims zelden of nooit hun stem verheffen tegen dit soort boeken. Pas wanneer er een nationale rel uitbreekt zijn moslimorganisaties (die uiteraard al veel langer op de hoogte zijn van het florerende bestaan van deze publicaties) bereid hier 'ondubbelzinnig afstand' van te nemen. Waarom doen ze dat niet wanneer een individuele journalist hen met hetzelfde materiaal benadert? Die dubbelhartigheid hangt volgens mij samen met wat ik de 'saoedisering' van de Nederlandse moslim zou willen noemen.
Er is namelijk iets vreemds aan de hand in Nederland. Hoogopgeleide, moderne moslims blijken zich steeds meer te baseren op een interpretatie van de islam die rechtstreeks uit Saoedi-Arabië is geïmporteerd: het wahabisme. Dit is een opvallend verschil met de eerste generatie - die van hun ouders, die hier in de jaren '60 en '70 als arbeidsmigranten naartoe kwamen.
Deze eerste generatie was vooral bezig economisch en sociaal te overleven, en vond daarbij houvast aan een vorm van islam die vanuit het moederland was meegemigreerd. Moderne moslims spreken in dit opzicht wel denigrerend van 'volksislam'. Dit is een synthese tussen lokale tradities en de meer orthodoxe leer van de Arabische geestelijkheid aan de theologische instituten in de grote steden.
Deze 'traditionele' islam, die van Marokko tot aan Indonesië een eigen 'nationale' vorm kent, hebben de meeste jonge moslims in Nederland van huis uit meegekregen. Maar de behoeftes van de 'nieuwe' Nederlandse moslims wijken af van die van hun ouders. De islam die ze kennen, is niet goed verenigbaar met de moderne wereld. Het drinken van een in inkt geschreven, in water opgelost vers uit de koran, ter beschikking gesteld door de traditionele genezer, blijkt geen afdoende middel tegen tentamenstress. Trouwens, heeft het hun afgetobde en geïsoleerde ouders ooit geholpen een eerbiedwaardige positie in Nederland te bereiken?
Losgeraakt van de traditionele cultuur in het moederland, gaan veel jonge moslims hun geloof herdefiniëren. Ze gaan op zoek naar een 'universele' islam die niet aan één lokale traditie gebonden is. Dit noemen zij de 'pure' islam, in tegenstelling tot de 'volksislam' die zo overduidelijk gefaald heeft (naast hun ouders is immers ook het moederland 'achtergebleven' in de moderne wereld).
Je kunt tegenwoordig dan ook met geen moslimjongere meer over de islam beginnen zonder geconfronteerd te worden met een betoog over de verschillen tussen 'cultuur' en 'pure islam'. 'Cultuur' is alles wat ook in hun ogen achterhaald en achterlijk is (vrouwenbesnijdenis) en 'pure islam' alles wat in hun ogen modern en goed is (solidariteit met je medegelovige, het dragen van een hoofddoek). Dat er nergens in de koran een letterlijke aansporing tot het dragen van hoofddoekjes te vinden is, maar dat ook hier sprake is van een culturele interpretatie door mannelijke geleerden, wordt uiteraard op hoge toon ontkend.
Bewijzen voor deze mythische, 'pure' islam, losgezongen van culturele invloeden, zoeken zij in de primaire bronnen: de koran en de tradities over de profeet Mohammed. De jonge, moderne moslim gaat op zoek, op het internet en in de boekhandel, naar een eenvoudige, eenduidige uitleg van deze bronnen. En hier komt het wahabisme om de hoek kijken.
Sinds de jaren '60, de jaren van de olieboom, verspreiden Saoedische wahabitische organisaties als de Moslim Wereld Liga hun puriteinse leer over de wereld. Deze 'petroleumislam' hanteert een eenvoudige, letterlijke interpretatie van de primaire bronnen van de islam en zet zich af tegen 'volksgebruiken' als heiligenverering. Hij leert bovendien dat succes in de moderne wereld te verkrijgen is door terug te keren naar het voorbeeld van de profeet en een strikte, eenvormige interpretatie van het geloof. Heeft Allah het puriteinse, fundamentalistische Saoedi-Arabië immers niet beloond met onmetelijke oliebronnen? Het Westen hoeft niet per se geïmiteerd te worden, luidt de indirecte boodschap: een eigen islamitische weg is mogelijk.
Deze voor veel jonge Nederlandse moslims aantrekkelijke boodschap, wordt verpakt in eenvoudig leesbare werkjes die gratis worden verspreid. Ze bieden de belofte van een wereldwijde, eensgezinde moslimgemeenschap als tegenwicht tegen de verdorvenheid van 'de arrogante westerlingen en de Joden'. In Nederland heeft dit gedachtegoed een populaire vertegenwoordiger gevonden in Mohammed Cheppih, een tweede-generatie moslim van Marokkaanse afkomst, die studeerde aan de Islamitische Universiteit van Medina. Als directeur van de Nederlandse vestiging van de Moslim Wereld Liga geeft hij door het hele land lezingen voor volle zalen.
Uiteraard vallen niet alle moslimjongeren kritiekloos voor de wahabitische propaganda. Er zijn ook veel moslimjongeren die in de bronnen juist bewijzen trachten te vinden voor hun westerse overtuigingen, zoals moslima's die met de koran in de hand willen emanciperen. (Maar gek genoeg vallen ook zij op hun manier voor het fundamentalisme; ook zij zijn op zoek naar die eenduidige, 'pure' islam. Ook zij keren zich tegen de 'volksislam' van hun ouders.)
Toch maakt het Saoedische fundamentalisme, waar 'De Weg' maar één voorbeeld van is, grote vorderingen in Nederland. Voor de oudere generatie moslims was Saoedie-Arabië nog een achterlijk land, met een achtergebleven cultuur en geloofsopvatting. Tegenwoordig is het niet vreemd in Rondom Tien een hippe moslimjongere, een hbo-student, luidkeels te horen beweren dat 'er niks mis is met de islam in Saoedi-Arabië'. Uit gesprekken met hbo-studenten weet ik dat Saoedisch materiaal de hoofdreferentie vormt van jongeren die op zoek zijn naar hun 'moslimidentiteit'.
Dit laatste is trouwens eenvoudig te controleren: wie in het Arabischtalige materiaal neust dat in de 'stilteruimtes' (de tot moskee omgevormde gebedsruimtes) van de Hogeschool van Amsterdam ligt opgetast, zoekt vergeefs naar uitingen van een 'liberale' islam. Zelfs traditionele, gematigde moslimautoriteiten schitteren er door afwezigheid. Al het religieus materiaal is wahabitisch: cassettes van de voormalige Saoedische groot-moefti Ibn Baz en de radicale geestelijke Al Albaani, naast boekjes van de World Assembly of Muslim Youth (WAMY), een Saoedische missie-organisatie die wordt beschuldigd van het financieel ondersteunen van Al Kaida, Hamas en de djihad in onder meer Bosnië en Kashmir. Ook Mohammed Qutb, de broer van de grootste ideoloog van de militante islam, Sayyid Qutb, is met een eigen pennenvrucht aanwezig. Verder is er propaganda te vinden van Nederlandse wahabitische stichtingen als Al Waqf Al Islami, en de beruchte Al Tawheed en Al Furqaan-moskeeën. Krantenknipsels uit de Metro over de aanslag op Hamasleider Yassin completeren de islamitische bibliotheken in de 'stilteruimtes' van de neutrale Hogeschool.
Niet alle islamitische bezoekers van deze gebedsruimtes zijn trouwens blij met de ideologische coup die er de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Een Marokkaanse student aan de Educatieve Faculteit Amsterdam (die anoniem wilde blijven) klaagde tegenover mij over 'de fundamentalisten' die de sfeer in de stilteruimte zo sterk bepalen. Hij was meermalen de discussie met hen aangegaan, maar helaas zonder resultaat.
Een deel van de Nederlandse moslimjeugd saoediseert en voelt zich daardoor steeds meer een vreemde in de relatief liberale Nederlandse samenleving, waar iedere uiting van religieus fundamentalisme (terecht) wordt gewantrouwd. Dit versterkt dan weer het onbegrip en slachtoffergevoel bij moslimjongeren. Dit proces kan er in het uiterste geval toe leiden dat moslimjongeren ervoor kiezen zich aan te sluiten bij extremistische, gewelddadige groeperingen.
Hoe voorkom je dit alles? Om te beginnen moet je het probleem onderkennen en moeten aankaarten bij diezelfde moderne, hoogopgeleide moslimjongeren. Wellicht is het ook van belang boeken als 'De Weg' te verbieden, om duidelijk te maken dat zij niet dé islam vertegenwoordigen, maar een abjecte interpretatie die niet thuishoort in een moderne rechtsstaat. Dat zulke boeken overvloedig op internet zijn te vinden, doet aan de betekenis van zo'n signaal niets af: er is immers ook niemand die kinderporno wil legaliseren met het argument dat het op internet niet uit te bannen is.