De rechte lijn van pesten naar IS
interview | Mensen moeten zich weerbaar maken tegen het alledaagse kwaad om erger te voorkomen, vindt schrijfster Colet van der Ven.
Jihadisten zijn pestkoppen in het kwadraat, zegt journaliste, presentatrice en schrijfster Colet van der Ven (58). Volgens haar zijn de mechanismen achter de gruweldaden van Islamitische Staat (IS) vergelijkbaar met de mechanismen achter pesten. Daarom is het van belang pesten in de kiem te smoren, om te voorkomen dat het kwaad dat circuleert op schoolpleinen uiteindelijk escaleert op de werkvloer.
Gaat het niet een beetje ver om een verband te leggen tussen pesten en de terreurdaden van Islamitische Staat?
"Nee, van het kleine, dagelijkse kwaad waar wij allemaal mee te maken hebben, zoals pesten en kwaadspreken, loopt een ononderbroken lijn naar het grote kwaad, zoals de onthoofdingen door de strijders van Islamitische Staat. We moeten daarom alert zijn. Pesten is een groeiend fenomeen, dat zichzelf versterkt. Dat begint met iets kleins. Maar het wangedrag herhaalt zich, waarbij de frequentie en de agressie toenemen.
Treiteraars of uitvoerders van IS-terreurdaden, ze vormen het ene en het andere uiterste van de lijn. Het gaat erom dat we zicht krijgen op de mechanismen."
Wat is het dan, dat kinderen op het schoolplein doen en IS in het groot?
"Ze hanteren het wij-zij denken, waarbij 'wij' uiteraard superieur zijn. Ze ontmenselijken. Een belangrijk wapen is de vernedering. Die begint met woorden en gaat over op fysieke krenking. Jihadisten zowel als pesters brengen de ander terug tot één identiteit. Of dat nu 'ketter' is en 'afvallige' of 'domme homo' en 'dikke trut'. Sorry, ik ben hier niet zo goed in, er zijn vast stevigere verwensingen te bedenken."
Zelf bepaald geen ruziezoeker en opgegroeid in een gelukkig gezin in een veilige omgeving in Halsteren in Noord-Brabant, kwam Van der Ven op kostschool voor het eerst in aanraking met het kwaad. "Daar ontmoette ik kinderen uit andere milieus met problemen als incest en mishandeling. Ik zag op kostschool ook hoe gemakkelijk het was mikpunt te worden. Een klasgenootje van wie de ouders te arm waren om een onderbroek voor haar te kopen, ondervond dat."
In haar puberjaren ontdekte Van der Ven dat het er ook op mondiaal niveau niet altijd zachtzinnig aan toe ging. "Op de middelbare school hoorde ik over de Tweede Wereldoorlog. Sindsdien vraag ik mij af: als ik in die tijd zou hebben geleefd, zou ik dan geprobeerd hebben te overleven ten koste van een ander? Zou ik mensen hebben verraden, of had je bij mij kunnen onderduiken? Of, dat kan ook nog, zou ik niets hebben gedaan?"
In die jaren legde Van der Ven het fundament voor een langdurige verkenning van de scheidslijn tussen goed en kwaad, binnen de hulpverlening, in de maatschappij, via boeken en in haar privéleven. Dat resulteerde eind vorige maand in de publicatie van haar boek 'Het kwaad en ik; de zoektocht naar de wortels van het geweld'.
Wachten op een crisis om uit te vinden welke keuze je daarin zult maken, dat vindt Van der Ven hachelijk. "Ook zonder een noodsituatie moet er een methode zijn om jezelf weerbaar te maken voor het geval er, vredelievend of oorlogszuchtig, een appèl op je wordt gedaan."
U stelt dat wij ons weerbaar moeten maken tegen destructieve neigingen in onszelf.
"Het gevaar van het kleine, dagelijkse kwaad - dan hebben we het bijvoorbeeld al over kwaadspreken - wordt onderschat. Er is namelijk niet alleen sprake van een aanwassend effect, ook de gewenning aan geweld werkt escalerend. Geef je iemand voor de eerste keer een klap, dan schrik je daar nog van, maar op het moment dat je dat tien keer hebt gedaan, is het gewoon geworden.
Overigens zie je dat wij, als je de geweldsspiralen van de afgelopen duizend jaar analyseert, aardiger en vriendelijker zijn geworden. Al ervaren wij dat niet zo. Maar we zijn gevoeliger geworden voor het toebrengen van geweld. En ook voor het kijken ernaar. De galg is niet voor niets van het marktplein verdwenen."
De onthoofdingen door IS staan haaks op deze ontwikkeling.
"IS is inderdaad trots op zijn gruweldaden en presenteert die openlijk aan de wereld. Soms dragen de strijders niet eens maskers. Ik houd het op een raadselachtige tijdelijke terugval in de evolutie.
Voor de bestrijding van de IS-terreur is het van belang te weten welke methode werkt. In Denemarken worden teruggekeerde jihadisten begeleid bij het vinden van een opleiding of baan. Zij krijgen een plek in de maatschappij.
Hier wordt gesproken over gevangenisstraf en het afpakken van paspoorten. Maar het werkt niet om mensen uit te sluiten en te vernederen. Ik ken geen enkel voorbeeld waar dat productief is geweest."
Wat doet u er zelf aan om het kwaad terug te dringen?
"Ik probeer stil te staan bij twee vragen: 'Wat voor mens wil ik zijn?' en 'Welke wereld wil ik dat er gaat komen?' En dan realiseer ik me dat ik in alles steeds twee keuzes heb, een betere en een slechtere. Doet iemand in mijn ogen ten onrechte naar tegen mij, dan probeer ik niet boos te reageren of terug te slaan, maar dat te negeren.
De eerste instinctieve reactie kan namelijk heel destructief zijn. Het is zaak om met de gewelddadige neigingen in onszelf in gesprek te blijven tot op een bepaald moment niet steeds de eerste natuur reageert, maar de tweede de overhand heeft."
Wat fascineert u zo aan het kwaad dat u er al jaren studie van maakt?
"Er leeft een diep verlangen in mij om te begrijpen waarom levens van de rails lopen en hoe je mensen op het rechte pad kunt houden. Ik ben ervan overtuigd dat het vooral de omstandigheden zijn die het beste en het slechtste uit de mens kunnen halen.
Deze problematiek vraagt om analytisch denken en kijken. Ook naar de jihadisten. Het is het van belang niet in een angstreflex te schieten, zoals je nu ziet gebeuren, maar om te streven naar een grondige analyse: hoe is het zo gekomen, wat is ons aandeel en wat kunnen wij nu doen?"
Wat vindt u van de fascinatie met het kwaad bij het grote publiek? Die blijkt bijvoorbeeld uit de populariteit van de filmkomedie 'Er ist wieder da' over de terugkeer van Adolf Hitler.
"Dat begrijp ik helemaal niet. Ik moet er bij zeggen dat ik de film niet heb gezien. Maar zelfs al is die bijzonder, dan verklaart dat nog niet waarom er in Duitsland tienduizenden selfies worden gemaakt met de acteur die de Führer speelt. Waarom zou je op de foto willen met een nagespeelde Russische dictator Stalin, Rode Khmerleider Pol Pot of Hitler?
Bijna twintig jaar geleden vonden wij het hier onaanvaardbaar dat VPRO-televisiemaker Rob Muntz als Hitler verkleed over straat ging.
Maar voor sommige mensen is geweld natuurlijk ook vermaak. Schelden is vermaak. GeenStijl biedt vermaak. We hebben het niet voor niets over leedvermaak."
undefined
Colet van der Ven: van zorgen naar schrijven
Colet van der Ven (1957, Goirle) studeerde orthopedagogiek en werkte vervolgens in de hulpverlening in Amsterdam, India en Haïti. Ze besloot over te stappen naar de journalistiek en schrijft nu voor landelijke dagbladen en tijdschriften, en ze presenteert Ikon-programma's. Van der Ven is verbonden aan het debatcentrum De Nieuwe Liefde in Amsterdam en ook voorzitter van On File, een organisatie voor gevluchte schrijvers en journalisten. Sinds 2007 is ze gastpredikant in de Dominicusgemeente in Amsterdam. Zij publiceerde eerder acht boeken, waaronder 'Slagschaduwen', over de doorwerking van de slavernij in de Curaçaose samenleving.
Colet van der Ven, Het kwaad en ik; De zoektocht naar de wortels van geweld, Lemniscaat, euro19,95
undefined