Onderwijs

De opgestoken vinger verdwijnt uit de klas

Tijdens de rekenles van juf Marie-José Glandorf op de Amsterdamse Alan Turingschool steken alle leerlingen bordjes op met het antwoord. Beeld Patrick Post
Tijdens de rekenles van juf Marie-José Glandorf op de Amsterdamse Alan Turingschool steken alle leerlingen bordjes op met het antwoord.Beeld Patrick Post

Wie krijgt de beurt? In plaats van vingers worden in steeds meer klaslokalen witte wisbordjes opgestoken. Zo komen ook de verlegen kinderen aan bod.

Petra Vissers

De leerlingen van groep 8 moeten nog een keer goed kijken naar hun antwoorden, zegt juf Marie-José Glandorf. Allemaal hebben ze getallen op hun bordje geschreven die niet deelbaar zijn door vier. Die houden ze nu, tijdens de rekenles, zo hoog mogelijk. Hun armen gestrekt en schouders gespannen.

Lang niet iedereen heeft het goed gesnapt. "Je moet kijken naar de laatste twee cijfers van het getal", geeft de juf nog als tip. "Als je alleen naar het laatste cijfer kijkt, gaat het fout."

Jarenlang hebben deze leerlingen hun vinger opgestoken. Om iets te vragen, antwoord te geven, een opmerking te plaatsen. Zo hebben zij het geleerd. Net als generaties kinderen voor hen: eerst je vinger de lucht in, dan krijg je de beurt, dan mag je praten.

Maar sinds september is alles anders voor de leerlingen van de Amsterdamse Alan Turingschool. Vingers opsteken is niet langer de bedoeling. In plaats daarvan kwamen de witte 'wisbordjes'.

Die gaan nu weer naar beneden. Na de tip van Glandorf valt het kwartje bij veel leerlingen alsnog. Ze wissen hun antwoord snel uit, denken nog even na en schrijven dan de juiste getallen op. De bordjes gaan weer de lucht in. "Ik geef jullie allemaal een lucht high five", roept Glandorf enthousiast. "Heel goed gedaan."

Bijdehandjes

Het traditionele vingers opsteken door leerlingen verdwijnt uit meer klaslokalen. Van het onderwijsboek 'Expliciete directe instructie' van John Hollingsworth en Silvia Ybarra, waarin de gewoonte wordt afgezworen, zijn in twee jaar tijd 15.000 exemplaren verkocht. Marcel Schmeier, die de Nederlandse bewerking schreef, heeft met zijn adviesbureau 'Onderwijsgek' al meer dan honderd scholen getraind en de telefoon staat volgens hem nog altijd roodgloeiend.

Ook in het boek 'Teach like a champion' van Doug Lemov, vol tips en trucs voor leerkrachten, wordt juffen en meesters aangeraden de opgestoken vingers zo veel mogelijk te vermijden. Van dat boek zijn volgens onderwijsadviesbureau CED in vier jaar tijd zo'n 20.000 exemplaren over de toonbank gegaan. Bij het boek horen trainingen. "Ik denk dat zeker wel honderd scholen waar wij langs zijn geweest helemaal niet meer werken met opgestoken vingers", zegt projectleider Robert Jacobs.

Het zijn immers altijd dezelfde kinderen van wie de hand de lucht in schiet. De bijhandjes durven wel, net als de kinderen die hun klasgenootjes net een stapje voor zijn. De verlegen slimmeriken komen niet aan bod, de dromers staren wat uit het raam en de kinderen die de stof niet begrijpen gaan dat natuurlijk niet hardop zeggen.

Recent Frans onderzoek suggereert zelfs dat handen opsteken de sociale ongelijkheid in klassen vergroot. Kinderen uit een lager sociaal-economisch milieu of met lager opgeleide ouders presteren in klassen waar vingers worden opgestoken minder goed dan in klassen waar met alternatieven wordt gewerkt. De voorsprong van kinderen uit de middenklasse wordt juist versterkt als ze hun vingers mogen opsteken.

Tekst loopt door onder afbeelding.

null Beeld Patrick Post
Beeld Patrick Post

Ook universiteitshoogleraar Paul Kirschner van de Open Universiteit, die veel onderzoek heeft gedaan naar hoe mensen leren, ziet ook wel een aantal redenen om af te stappen van de opgestoken vingers.

"De kinderen die wat tijd nodig hebben om een antwoord te formuleren worden altijd afgetroefd", zegt hij. "Als leerkracht weet je nooit of kinderen hun vinger niet opsteken omdat ze het antwoord echt niet weten of omdat ze gewoon iets minder snel of bijdehand zijn dan andere kinderen. Of misschien hebben ze al twee keer een vinger opgestoken, een fout antwoord gegeven en voor schut gestaan voor hun klasgenootjes. Dan is een kind ontmoedigd."

Het belangrijkste is volgens hem dat leerkrachten hun leerlingen genoeg ruimte en tijd geven om na te denken over een antwoord. "Docenten krijgen bijkans een hartaanval van stilte in de klas. Maar als je mensen de tijd geeft om even een paar minuten na te denken krijg je een beter idee van wie het wel en niet begrijpt", aldus Kirschner.

Hoe docenten dat doen, maakt volgens hem niet zo veel uit. Dat kan met bordjes maar ook door bijvoorbeeld te wachten tot alle kinderen hun vinger hebben opgestoken en dan iemand uit te kiezen om antwoord te geven.

De Alan Turingschool werkt met de instructiemethode die wordt beschreven in het boek van onderwijsadviseur Schmeier, die jarenlang les heeft gegeven op een basisschool. "Als leerkracht wil je weten of je de stof goed hebt uitgelegd. Een beurt geven aan kinderen die hun vinger opsteken is daarvoor niet de juiste manier", zegt ook hij. Zijn boek is een bewerking van dat van twee Amerikanen en gebaseerd op uitvoerig onderzoek in de klas.

Neem bijvoorbeeld de bordjes waar de leerlingen van de Alan Turingschool hun getallen op schrijven. "Daarmee stel je een vraag aan de hele klas", legt Schmeier uit. "Iedereen moet dus opletten en nadenken."

Daarbij kan de leerkracht vrij snel zien welke leerlingen de stof hebben begrepen. Als maar een handjevol leerlingen gesnapt heeft welke getallen deelbaar zijn door vier, moet de instructie opnieuw. Als een kind er consequent niets van begrijpt, is het tijd voor wat extra aandacht.

Juf Glandorf, negen jaar voor de klas, vindt de nieuwe manier van lesgeven 'een verademing'. "De betrokkenheid van leerlingen bij de les is veel groter. Ze weten dat ze een antwoord moeten geven dus letten ze goed op."

Tekst loopt door onder afbeelding.

null Beeld Patrick Post
Beeld Patrick Post

Stokje trekken

Die antwoorden komen niet alleen via de bordjes. De traditionele beurt bestaat nog wel, maar wordt aan kinderen gegeven door een stokje te trekken met hun naam er op.

Ook daar is over nagedacht. "Voor sommige kinderen is het heel erg vervelend als ze onverwachts een beurt krijgen", zegt Schmeier. Die schrikken zich een hoedje, gaan stamelen, blozen, stotteren. En dat is voor niemand leuk.

Dus geeft Glandorf de kinderen eerst een paar minuten om in tweetallen te overleggen over een antwoord. Dat geeft iedereen de kans zich voor te bereiden op alle ogen die straks eventueel zijn kant op gaan.

Als de stokjes tevoorschijn komen, blijken alle kinderen een antwoord paraat te hebben. Maar belangrijker dan het antwoord is de bijbehorende uitleg. "Je zegt wel het goede getal maar ik vind je uitleg niet zo duidelijk", zegt Glandorf tegen een van haar leerlingen. Een kind dat het verkeerde getal noemt, mag even nadenken over waar het in haar redenering mis is gegaan. "Dan kom ik zo weer bij je terug."

Automatisme

Deze kinderen hebben jarenlang hun vinger opgestoken en automatismen blijken sterk. Als een van hen het goede antwoord niet weet, schiet af en toe toch ineens een arm de lucht in. Sommige kinderen moeten zichtbaar de neiging onderdrukken om te laten zien dat zij het antwoord als eerste weten. Als een leerlinge haar schrift niet kan vinden, steekt ze toch maar haar vinger op om dat de juf te vertellen.

"Het is natuurlijk niet zo dat kinderen echt nooit meer hun vinger opsteken", zegt Glandorf. Maar over het algemeen zijn de kinderen gewend aan de nieuwe manier van lesgeven. "De eerste weken moesten ze echt wennen, maar eigenlijk is het best snel gegaan. Soms corrigeren ze elkaar ook."

Blijft er nog een brandende vraag over. Wat is er gebeurd met het welbekende 'juf, mag ik misschien naar de wc', vergezeld van een ongeduldig opgestoken vinger? Glandorf moet bijna hardop lachen. "Dat doen we echt al lang niet meer hoor. Kinderen weten dat ze tijdens de instructie niet naar de wc mogen. En daarbuiten hoeven ze dat echt niet steeds te vragen."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden