De Nuba in Soedan
Het Nuba-volk in de centraal- Soedanese bergen werd beroemd door de foto’s die de omstreden Duitse filmster en fotografe Leni Riefenstahl van ze maakte. Twee jaar geleden verschenen ze in boekvorm, maar het veertien kilo zware werk kostte maar liefst 1750 euro en er werden maar 2500 exemplaren van gedrukt. Nogal elitair en ontoegankelijk, en dat was jammer. Nu is er een betaalbare versie van 50 euro, opnieuw getiteld ’Africa’. De foto’s van de naakt worstelende Nuba’s zijn nog steeds prachtig, maar inmiddels wel verouderd: van het Soedanese regime moeten ze tegenwoordig kleren aan.
Riefenstahl (1902-2003) woonde in de jaren zeventig, toen zij zelf al in de zeventig was, maandenlang in het snikhete en onherbergzame gebied. Bij haar eerste bezoek aan Afrika, in 1956, belandde zij na een auto-ongeluk zes weken in het ziekenhuis. Rustend zag zij de omslag van een oud nummer van het tijdschrift Stern: twee gespierde Afrikanen, de een op de schouders van de ander. Het waren twee Nuba-worstelaars. Riefenstahl werd definitief verliefd op Afrika en wilde nog maar één ding: deze mensen in Soedan vinden en fotograferen. Dankzij haar doorzettingsvermogen lukte dat.
De foto’s van het worstelen tonen een oude cultuur waarbij naakte mannen elkaar met messcherpe armbanden te lijf gaan. Dat laatste is allang afgeschaft en door de arabisering van het regime in Soedan dragen de worstelaars tegenwoordig kleren. Maar ondanks oorlog en onderdrukking houden de Nuba vast aan hun worsteltraditie. Tot in de hoofdstad Khartoem, waar miljoenen zwarte Soedanese vluchtelingen zijn neergestreken en aan hun lot overgelaten. Velen uit het Nubagebergte wonen in de wijk Hadj Joesef. Om hun cultuur in ere te houden, en gewoon voor de lol, zijn er elke vrijdagmiddag worstelwedstrijden.
In de Afrikaanse buitenwijken van Khartoem is geen boom of grassprietje te bekennen. Dus gebeurt het worstelen op een zandvlakte. Agenten op pittige paardjes houden een terrein ter grootte van een voetbalveld vrij van publiek. Dat zit en staat rijen dik, kinderen en vrouwen in kleurige omslag- en hoofddoeken vooraan, om hun favorieten aan te moedigen. Vandaag is de oogstceremonie en zijn er vele honderden toeschouwers. Busjes zijn achter het publiek opgesteld, zodat ook op die daken nog mensen kunnen toekijken.
In het midden staat een oude vaandeldrager. Het is de ’cup’, die de winnaar mee naar huis mag nemen. Elke paar minuten worstelt er een nieuw duo, in een hedendaagse voetbal- of basketbaloutfit. Voor de wedstrijd komt de vriendin van de worstelaar in het midden een aanmoedigend dansje doen. Het is al vijf uur maar nog heet in deze stadswoestijn. De omroeper jut de menigte op met spreuken als ’Nieuw Soedan –- joechee; SPLA (een voormalige rebellengroep, nu lid van de nieuwe interimregering) – joechee’.
Na een dubieuze carrière als documentairemaakster van het Derde Rijk (Triumph des Willens – 1935, Unsere Wehrmacht – 1935 en Olympia – 1938) sloeg de energieke Leni Riefenstahl na de Tweede Wereldoorlog een heel andere weg in. In de jaren zestig en zeventig woonde zij herhaaldelijk maandenlang in primitieve omstandigheden bij de amper bereikbare Nuba in centraal-Soedan. Het lijkt een wat vreemde keus voor een oud-aanhangster van het nazi-regime.
Maar er zijn ook overeenkomsten tussen de ideologie die de perfecte mens wilde creëren en de lichaamscultuur van de Nuba. Zo was de Nuba-jeugd destijds vooral bezig met lichaamsversiering en tatoeages. Meisjes olieden hun lichaam tot ze glansden en brachten talloze pijnlijke tatoeages aan. Jongemannen schilderden patronen op hun lijf en hoofd. Wie jeugd of gezondheid verloren had, mocht volgens Riefenstahl niet meer naakt rondlopen. Ze valt als een blok voor deze mooie, gespierde jonge mensen, die op hun kleur na voldoen aan het arische ideaalbeeld. In haar hele Afrika-oeuvre is amper iemand boven de dertig te vinden.
Toen de taaie tante in 2000 (zij was toen 98) naar Soedan was teruggekeerd voor een documentaire over haar leven met de Nuba, crashte de helikopter waar ze in zat. Weer lag Riefenstahl wekenlang met gebroken ribben in het ziekenhuis.
Net als vroeger wordt op het zandveldje in Khartoem soms een bestofte winnaar op de schouder van een maat genomen. ,,De echte professionals vind je in de Nuba-bergen”, zegt Babo Mania Abuzied. ,,Wij imiteren hier maar wat.” Dan mengt Hadi Hussein (28) zich in het gesprek: ,,Wij zijn door de oorlog hier gebracht en komen elke week worstelen om onze herinneringen en identiteit te behouden”. ’Natuurlijk’ wil ook Hussein terug om zijn Nuba-regio te helpen opbouwen. ,,Dat is het land van onze vaders. Maar ook hier is het nu ons land.”
Een menigte verdringt zich om een oude zakuitgave van Riefenstahls boek over de Nuba-worstelaars. De oude vaandeldrager kan zich de vlijmscherpe arm- messen nog herinneren. De Nuba zijn over de hele wereld bekend geworden door het werk van Riefenstahl, maar op een paar Nuba na, hebben zij zelf de foto’s nog nooit gezien. ,,Wat kost dat boek?”, vraagt iemand.
Helaas, het is in Soedan niet te koop.