De nieuwste eilanden van Nederland
Natuurmonumenten heeft de smaak te pakken. Bij vijf nieuwe eilandjes in het Markermeer hoeft het wat de natuurbeschermings-organisatie betreft niet te blijven.
Het Koninkrijk der Nederlanden is nog maar net het begin van een nieuwe archipel rijker, of Natuurmonumenten is al in de weer met gebiedsuitbreiding: naast deze vijf natuureilanden in het Markermeer ziet ze ruimte voor de aanleg van meer eilandengroepen. Het doel is en blijft tweeledig: de natuur in het bijna dode meer wordt hersteld en daar moet iedereen van kunnen genieten. Beheerst, begeleid, kleinschalig, maar toch: recreatie. “Wij willen de natuur terugbrengen in het hart van de samenleving”, omschrijft Marc van den Tweel, directeur van Natuurmonumenten, de missie van de grootste natuurbeschermingsorganisatie in Nederland.
Koning Willem-Alexander zette vorige week voet aan wal op het nieuwste stukje van zijn koninkrijk, na een vaartochtje op een vrijwel leeg meer – er wonen een kleine twee en een half miljoen mensen rond het Markermeer, maar bij de gemiddelde Nederlander is het een onbekend stuk water.
Het eerste van de vijf eilanden is aangelegd, negen kilometer uit de kust van Lelystad. Er staat een bouwkeet voor de baggeraars van Boskalis, de bouwers van Rijkswaterstaat, de biologen van onderzoeksinstituten en de beheerders van Natuurmonumenten. ‘Een gouden vierkant’, zo wordt de samenwerking tussen overheid, markt, kennisinstituten en natuurorganisaties aangeprezen bij de koning. Ze werken in wat zij omschrijven als een levend lab. Want hoe goed het vierkant het project ook heeft voorbereid, flora en fauna ontwikkelen zich in de praktijk.
Daarom is het zo’n goed teken dat het kleine gezelschap rond de koning bij aankomst op het eiland wordt getrakteerd op een enorme zwerm muggen, de ramen van de bouwkeet zitten er helemaal mee onder. Het is de ‘wereldberoemde’ IJsselmeermug, sust de koning, deze variant steekt niet. Maar, belangrijker: de insecten zijn het voedsel voor de vogels.
Want een vogelparadijs, dat moet het Markerwad worden, zegt bioloog Liesbeth Bakker van het ecologisch onderzoeksinstituut NIOO, die hoog opgeeft van het ondiepe water dat wordt gecreëerd door de aanleg van de eilanden. Op de zandvlakte, bij een flap-over met tabellen en tekeningen, wijst ze Willem-Alexander de weg in de ecologische toekomst van deze waternatuur. De koning wil er alles van weten, hij stelt de ene vraag na de andere. Geïnteresseerd, kundig en kritisch.
Troebel water
De bodem van het Markermeer is bedekt met een dikke laag slib, die het bodemleven ernstig bemoeilijkt. Na de aanleg van de Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad en door de natuur-onvriendelijke stenen oevers is het Markermeer niet meer dan een bak troebel water.
Tekst loopt door onder afbeelding
Door dat slib af te zuigen en daarnaast zand en klei uit het Markermeer te gebruiken voor de aanleg van de eilanden met zijn natuurlijke oevers, moet het water helder en schoon worden. Dat is goed voor de vis- en de vogelstand. Op het eiland broeden al visdieven, zwarte sterns strijken er neer op doortocht naar warme landen, nonnetjes vinden er beschutting in de winter. Een folder juicht dat er op één septemberdag al twintig soorten vogels zijn gezien in de zandvlakte die het eiland nu is.
Maar de kroon op het werk zou de terugkeer van de kroeskoppelikaan zijn. De natuurbescherming heeft symbolen nodig, zegt Van den Tweel van Natuurmonumenten, en die pelikaan met zijn slordige kuif kan dat worden voor Marker Wadden.
Over twee jaar kan de kroeskop, die nu vooral in Zuid-Europese landen zit, hier zijn, zegt bioloog Bakker stellig. En nee, die komt er niet door de opwarming van de aarde, zoals de koning met een brede glimlach suggereert. Deze trekvogel zal hier neerstrijken omdat er zo’n mooi natuurgebied voor hem is aangelegd.
Het eerste eiland is nu alleen toegankelijk voor bouwers en biologen, al wordt er met het allermeeste plezier een uitzondering gemaakt voor Willem-Alexander, en kon er op 15 maart gestemd worden voor de Tweede Kamerverkiezingen. Voor dat democratische evenement stonden honderden mensen in de rij.
Vanaf volgend jaar is publiek welkom op Marker Wadden. Er worden wandelpaden aangelegd, in totaal twaalf kilometer lang. Er komen vogelhutten, een informatiepunt, een uitkijktoren, een haven voor twintig boten. En er ligt strand, een reep van 2,5 kilometer en een kortere strip, voor wie verder wil lopen. De koning wandelt er in zijn – met een veiligheidshes beschermd – colbert, lichte broek en suède schoenen in stevige pas overheen, een oer-Hollands plaatje in het nieuwe land.
Kleinschalige voorzieningen
Natuurmonumenten spreekt onomwonden van een toeristische attractie. “Maar je moet de mensen wel slim sturen”, zegt directeur Van den Tweel. “De Efteling kan dat het beste. Hun massaliteit willen wij niet, maar dat sturen gaan wij ook leren.” Zo weet Natuurmonumenten dat de meeste mensen blijven hangen op de plek waar ze aankomen. Dat is op Tiengemeten zo, waarom zou dat op Marker Wadden anders zijn? En de voorzieningen blijven kleinschalig. Geen strandpaviljoen, wel een ijsje. Geen bezoekerscentrum, wel een informatiepunt. Dat reguleert, maar moet niet afschrikken. “Wij zijn niet tegen mensen, maar met mensen, wij zijn geen tegenbeweging, maar een vóórbeweging”, zegt Van den Tweel.
Hij is trots op dit project, maar Natuurmonumenten wil meer: om de natuur van het Markermeer te redden moeten er meer eilanden worden aangelegd dan vijf. “Zo lossen we het slibprobleem langdurig op”, verwacht Van den Tweel. Bovendien komen er natuurlijke oevers, onmisbaar als paaiplaats voor vissen.
De directeur van Natuurmonumenten daagt iedereen uit mee te denken over de mogelijkheden voor de ‘schaalsprong’. Ook om de nieuwe eilandengroepen die zijn organisatie al heeft geschetst, gefinancierd te krijgen. De eerste fase kostte 75 miljoen euro. De Nationale Postcode Loterij draagt 22 miljoen bij, het rijk 37 miljoen, van de provincies komt 10 miljoen en Natuurmonumenten stort 7,5 miljoen. Uitvoering van de hele toekomstvisie kost nog eens 200 miljoen.
De politieke steun voor het nieuwe stukje van het koninkrijk van 800 hectare is altijd groot geweest, van links tot rechts. Van den Tweel hoopt dat een volgend project net zo ‘politiek kleurenblind’ zal zijn en dat er steun komt van een nieuw kabinet – van welke samenstelling dan ook, Natuurmonumenten heeft geen voorkeur. In de lobby voor de tweede fase van Marker Wadden benadrukt Natuurmonumenten opnieuw dat de bouw van de eilanden geen verstoring van de natuur is, maar dat de natuur juist wordt hersteld door de nieuwe archipels. Het Markermeer gaat weer leven door de eilanden, dat is de boodschap die de koning meekrijgt.
Net zo goed is Natuurmonumenten ervan overtuigd dat recreanten, mits goed gestuurd, de flora en fauna niet komen verstoren, maar er juist beter voor zorgen als ze die met eigen ogen kunnen zien. De directeur: “Natuurherstel en een leuke dag gaan heel goed samen, en mensen krijgen daardoor meer hart voor de natuur.”