De nasleep die Fitna nooit kreeg

De anti-islamfilm 'Fitna' van Geert Wilders, die morgen precies vier jaar geleden werd gelanceerd, deed de gemoederen hoog oplopen. Sipco Vellenga en Gerard Wiegers, godsdienstsociologen, onderzochten hoe islamitische en andere godsdienstige organisaties reageerden op de film.

INTERVIEW | WILFRED VAN DE POLL

Kom niet aan de Koran. De Amerikanen hebben het onlangs weer ondervonden. Toen een maand geleden verbrande korans werden aangetroffen bij het vuilnis van een legerbasis in Afghanistan, spoelde een golf van verontwaardiging over dat land. Met tientallen doden als gevolg.

Ook toen PVV-leider Geert Wilders in het najaar van 2007 aankondigde een anti-islamitische film te gaan maken waarin, als climax, een koran zou worden verscheurd, werd het ergste gevreesd. De spanning was om te snijden, aldus godsdienstwetenschappers Sipco Vellenga en Gerard Wiegers, die onderzochten hoe islamitische en andere levensbeschouwelijke organisaties reageerden op de film.

In hun werkkamer van de Universiteit van Amsterdam blikken ze terug op de tumultueuze aanloop naar de lancering van Wilders' filmpje - het duurt maar een kwartier - op 28 maart 2008, morgen precies vier jaar geleden.

"Na de gewelddadige incidenten rond de Deense spotprenten in het Midden-Oosten, had de film van Wilders van meet af aan een internationale dimensie", aldus de onderzoekers. "Het kabinet maakte zich grote zorgen. Dat was bij 'Submission' van Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali in 2004 nog niet zo."

Die zorgen maakten dat de regering zich actief ging bemoeien met de film. "Om te voorkomen dat Fitna dezelfde negatieve internationale gevolgen zou krijgen als de Deense cartoons, nam het kabinet preventieve maatregelen: overleg met Geert Wilders, een oproep aan lokale autoriteiten om waakzaam te zijn, een uitvoerige uitleg van het standpunt van de Nederlandse regering aan autoriteiten in islamitische landen."

Overigens had die overheidsbemoeienis een paradoxaal effect: juist door het niet te bagatelliseren, won het onderwerp aan gewicht, aldus de wetenschappers. Daags na het verschijnen van de film zei Sadik Harchaoui, voorzitter van het instituut voor multiculturele vraagstukken Forum, in een interview met Vrij Nederland: "Vanaf het moment dat het kabinet zei met die film in de maag te zitten, werd de spanning met de dag groter, dat was niet gezond. Het werd bijna een self-fulfilling prophecy. De overheid communiceerde angst."

Toch hebben islamitische organisaties de actieve opstelling van de overheid over het algemeen juist als een steun in de rug ervaren, concluderen Wiegers en Vellenga. "Dat heeft hen niet alleen extra gemotiveerd om zich in eigen kring in te zetten voor een waardige en kalme reactie, maar ook in de islamitische wereld op te komen voor het Nederlandse algemene belang."

Die 'waardige en kalme' reactie viel de onderzoekers in het bijzonder op. Vellenga: "Er is niet één reactie die voor alle organisaties geldt. Het beeld is heel divers. Maar wat wel opvalt, is dat geen enkele organisatie op een sterk polemische wijze heeft gereageerd. Velen zochten zelfs contact met Wilders, maar zonder resultaat. Niet alle organisaties reageerden, maar áls er gereageerd werd, dan was het bedachtzaam. Het gangbare beeld is dat moslims en masse verontwaardigd waren, maar dat blijkt niet uit ons onderzoek."

Hoe representatief zijn de organisaties die jullie hebben onderzocht voor de hele moslimbevolking in Nederland?
Wiegers zucht: "Dat is lastig te zeggen. De islam in Nederland is heel anders georganiseerd dan bijvoorbeeld het christendom, dat oude en door velen erkende instituten heeft. Bij de islam is het proces van institutionalisering nog in volle gang. Er zijn veel verschuivingen en er is niet één orgaan dat iedereen vertegenwoordigt. Het is in een aantal gevallen niet duidelijk wat hun verhouding tot hun achterban is."

Vellenga: "Aan de andere kant: die achterban heeft geen andere geluiden laten horen na Fitna. Dus kennelijk heeft men de organisaties toch gevolgd."

Wiegers: "Leiders van deze organisaties zeiden ook tegen hun achterban: laten we ervoor zorgen dat de situatie niet escaleert."

En die escaleerde ook niet. Wilders verscheurde uiteindelijk geen koran in de film, je hoorde alleen een scheurende pagina. En je zag de tekst: 'Op de achtergrond wordt een pagina uit een telefoonboek gescheurd'.

Vellenga: "Toch blijft het opmerkelijk dat de film geen nasleep had, gezien alle beroering die eraan voorafging. Het was haast een soort anticlimax. Volgens ons komt dat mede door de nuchtere manier waarop de islamitische organisaties reageerden."

U zei ook dat niet iedereen reageerde?
Wiegers: "De interpretatie van de film verschilde per organisatie - en dus ook de reactie. De Turkse Islamitische Stichting Nederland (ISN) hield zich bijvoorbeeld afzijdig. Zij zagen in Fitna een politiek statement, terwijl zij zichzelf beschouwen als een puur religieuze beweging. In politieke zaken wensten ze zich niet te mengen. De Marokkaans-Nederlandse UMMON, aan de andere kant, zag Fitna meer als een uiting van maatschappelijke angsten en zorgen, waar zij een antwoord op moesten geven."

Vellenga: "Los van deze specifieke verschillen viel ons op dat moslimgroeperingen in Nederland zich door uitingen als Fitna niet laten provoceren. Ze weigeren er hun band met Nederland door kapot te laten maken. Met enige goede wil zou je zelfs kunnen spreken van een toegenomen weerbaarheid."

Jullie hebben ook gekeken naar niet-islamitische levensbeschouwelijke organisaties. Hoe reageerden die op islamkritiek?
Vellenga: "Grote organisaties als de Protestantse Kerk in Nederland, de rooms-katholieke kerk en de overkoepelende Raad van Kerken zetten in op de dialoog. Zij vonden dat zij een samenbindende factor moesten zijn en zochten actief het contact met moslimgroeperingen.

"Een heel concreet resultaat hiervan is het zogenaamde 'Caïro-overleg': islamitische en christelijke leiders reisden samen naar Caïro en spraken met elkaar over wat ze geloofden en hoe zij in de maatschappij naar buiten wilden treden. Joodse organisaties sloten zich hier later bij aan."

En de kleinere organisaties?
Wiegers: "Die waren opvallend stil. De boeddhisten en hindoestanen reageerden sowieso niet. De kleine christelijke groepen hadden eenzelfde opvatting als de Turkse ISN: dit is politiek en daar houden wij ons niet mee bezig."

Vellenga: "Interessant zijn de migrantenkerken, verenigd in Samen Kerk in Nederland (SKIN). Die hebben eigenlijk niet of heel terughoudend gereageerd. Waarschijnlijk is dat omdat zij hun handen vol hebben aan de integratie van hun eigen groep. Maar ze komen vaak ook uit islamitische landen en hebben daarom zelf ook een ietwat moeizame verhouding tot de islam."

U bedoelt dat ze Fitna zo verkeerd nog niet vonden?
Wiegers: "Dat kun je zo niet zeggen. Maar het is wel duidelijk dat de omgang met de islam binnnen migrantenkerken een gevoelig thema is."

Wilders heeft al een tijd geleden aangekondigd met Fitna II te komen. Maakt dit onderzoek jullie optimistisch over hoe daarmee zal worden omgegaan, mocht die film er inderdaad komen?
Vellenga: "Nu wagen we ons natuurlijk op glad ijs. Maar we moeten vooral de rol van de overheid niet vergeten. De cartoonaffaire kon mede zo'n rel worden, doordat de Deense regering niets deed. Dat leidde internationaal tot veel woede. Bij Fitna I ging het anders. Islamitische organisaties voelden zich gesteund door de actieve houding van het toenmalige kabinet-Balkenende."

Wiegers: "Bij het huidige kabinet verwacht ik zo'n opstelling helaas niet. Als je tenminste afgaat op hoe Rutte reageerde op het Polenmeldpunt - namelijk niet."

Religie, binding en polarisatie
Godsdienstwetenschappers Sipco Vellenga en Gerard Wiegers deden hun onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Zij onderzochten hoe tien islamitische en elf andere godsdienstige organisaties reageerden op vijf recente islamkritische uitingen: de film 'Submission', de Deense cartoonaffaire, Wilders' film 'Fitna', de film 'Interview' met Mohammed van Ehsan Jami en het Zwitserse minarettenverbod.

Het is voor het eerst dat reacties hierop vanuit levensbeschouwelijke hoek wetenschappelijk in kaart zijn gebracht.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden