De miraculeuze inhaalrace van Max Euwe
Lovend zijn de woorden in Het Tijdschrift van den Koninklijken Nederlandschen Schaakbond in december 1935 als Max (Machgielis) Euwe na een miraculeuze inhaalrace de onverslaanbaar geachte Alexander Aljechin diens wereldtitel heeft ontnomen. ,,Toen Dr. Aljechin bij de 40sten zet van de dertigste partij met de aanvaarding van Euwe's remiseaanbod zijn nederlaag erkende, konden de tallooze honderden enthousiasten in Bellevue eindelijk uiting geven aan hun vreugde. Dat hebben zij op oorverdovende wijze gedaan.''
Het zou van onbeleefdheid getuigen Euwe's titel het predikaat 'tegen wil en dank' mee te geven. Max Euwe had genoeg tijd in de voorbereiding gestoken na het raadplegen van de openingsspecialist uit die dagen, Albert Becker. Maar toch: de manier waarop Euwe wereldkampioen werd, was er bepaald niet een van een man die gefixeerd was op het verwezenlijken van een alles overheersend doel.
De lesuren op het meisjeslyceum (Euwe gaf in zijn woonplaats Amsterdam les in de exacte vakken) vergden zo veel tijd dat het schaken voor de grootmeester al enkele jaren naar het tweede plan was verwezen. Dat Aljechin in 1933 niettemin juist hém benaderde, kwam voor Euwe als een verrassing.
Het waren de gevolgen van de beurskrach die de op zwart zaad zittende Aljechin naar Nederland voerden. Andere kandidaten konden in de economisch zware tijd geen sponsors vinden. Euwe was in eerste instantie weinig enthousiast, maar liet zich na lang aandringen van schaakcollega Hans Kmoch (,,Aljechin is niet meer zo sterk als voorheen'') vermurwen.
Het aanvankelijke idee dat Aljechin opperde was te fantastisch om tot uitvoering te brengen. De Moskoviet wilde de WK-strijd op volle zee laten verspelen. Het peperdure idee verdween snel in de bureaula. Voor het Euwe-comité was er al werk genoeg om de benodigde 10 000 gulden voor Aljechin bijeen te krijgen. De methode van het comité was effectief: plaatsen die een bepaald bedrag bij elkaar brachten, kregen recht op een speellokatie. Zodoende voerde de WK-match van 1935 langs uitspanningen met welluidende namen als Hotel De Witte Brug te Scheveningen, het gebouw Christelijk Volksbelang (Ermelo), de Delftse Sociëteit Eensgezindheid en Café Van Klaveren in de Watergraafsmeer.
Tijdens de eerste helft van de match had Aljechin vrijwel permanent een voorsprong. Op wilskracht kreeg Euwe tenslotte de overhand.
Aljechin toonde zich op de slotdag een waardig verliezer, maar zou veel later - na het uitbreken van WO II - zeer bedenkelijke taal uitslaan. In een van zijn anti-semitische artikelen hield hij het erop dat Euwe destijds slechts kampioen was geworden ,,met behulp van de hem omringende jodenkliek''.
Veel meer dan maatschappelijk aanzien hield Max Euwe niet over aan zijn sensationele optreden in 1935. Toen iemand suggereerde dat de schaker na het behalen van de wereldtitel wel voor een lekkere vakantie op de Bahama's zou kiezen, reageerde Euwe gevat: ,,Welnee, ik heb amper geld om de tram naar het Centraal Station te nemen.''
Ook zou Euwe de 10 000 gulden voor de revanchematch in '37 - die hij met tien nederlagen tegen vier winstpartijen kansloos verloor - nooit ontvangen. Hij zag het geld liever gestort in een fonds ter bevordering van het schaken. Voor de groei van het schaken in Nederland waren het toch veeleer de dertig partijen in de laatste maanden van 1935 die de voornaamste impuls gaven. In enkele maanden steeg het ledental binnen de KNSB van vierduizend naar het dubbele.
Euwe is feitelijk twee keer wereldkampioen geweest. Toen Aljechin in 1946 stierf, was er plotseling een vacature. De Fide-gedelegeerden besloten dat Euwe tijdelijk zijn wereldtitel terugkreeg. Een dag later was hij zijn interim-bezit al weer kwijt. De vertegenwoordigers van de Sovjet-Unie, het nieuwe Fide-lid, arriveerden te laat en torpedeerden het voorstel. Pas in 1948 was de opvolging van Aljechin een feit. Botvinnik won een vijfkamp voor Smyslov, Keres, Reshevski en de in speelsterkte ver teruggezakte Euwe. De Amsterdammer bleef niettemin zijn stempel op het schaken drukken via zijn artikelen en boeken, zijn bemoeienissen met het computerschaak en in zijn rol van Fide-voorzitter.